Veteranen niet blijven negeren

Het Nationaal Leger heeft tot taak de verdediging van de soevereiniteit en de territoriale integriteit van Suriname tegen buitenlandse gewapende militaire agressie. Deze taakstelling in de grondwet geeft aan hoe essentieel de taken van de militairen in Suriname zijn. Er is een trend internationaal en ook in Suriname om het leger/militairen ook in te zetten bij (civiel) ontwikkelingswerk. De grondwet is voor deze aangelegenheid niet specifiek aangepast, maar er wordt wel vermeld dat het leger belast kan worden met bijzondere taken bij wet te regelen. Het leger oefent zijn taak uit onder verantwoordelijkheid van en in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels. Met bevoegd gezag wordt bedoeld de wettige regering die aangesteld wordt na de verkiezingen. Er is ook een taak van bescherming van de gemeenschap tegen georganiseerd gewapend geweld. Dit houdt in dat indien het bevoegd gezag zulks nodig oordeelt, delen van het leger tegen dergelijk geweld, waardoor de inwendige veiligheid ernstig in gevaar wordt gebracht, kunnen worden ingezet. We hebben in het verleden kortdurende situaties in economisch-strategische gebieden in het binnenland gehad, waar het bevoegde gezag conform de grondwet het nodig achtte om de militairen in te zetten. Militairen worden speciaal getraind voor de uitvoering van hun grondwettelijke taak. Militairen verrichten, naast de politie, een beroep waar men het meest het risico loopt zijn/haar leven op het spel te zetten. Dat is in Suriname ook gedemonstreerd onder andere tijdens de ‘vuile binnenlandse oorlog’, die heel vaak wordt aangeduid als een ‘broederstrijd’. De rechtspositie van de militairen is bij wet geregeld en wel de Wet Rechtspositie Militairen. Vanwege onze historie van vermenging van de staatsmacht en het Nationaal Leger zijn er tijdens Venetiaan 1 expliciete bepalingen in de grondwet opgenomen onder andere aangaande de hiërarchie. In dat kader bepaalt de grondwet ook dat militairen die lid worden van één der
volksvertegenwoordigende lichamen van rechtswege op non-actief worden gesteld. De strategische rol die het leger en de militairen innemen bij de verdediging van onze soevereiniteit en territoriale integriteit, gebood de grondwet dat regels met betrekking tot het openbaar maken van gedachten of gevoelens dan wel de uitoefening van het recht van vereniging, van vergadering en van betoging door militairen bij wet moest worden vastgesteld. Dit geschiedde ook middels de bovengenoemde Wet Rechtspositie Militairen. Het is niet eenvoudig voor militairen om deel te zijn van vergaderingen waar het vervangen of het naar huis sturen van de regering of het organiseren van protesten/burgerlijke ongehoorzaamheid aan de orde zijn.
Waarom we dit alles schrijven, is het herhaaldelijk vragen om aandacht door ex-militairen. Er zijn burgers in Suriname die slapeloze nachten hadden en zelfs huilden en treurden toen hun zonen in de jaren ’80 een oproeping kregen van het leger om zich aan te melden voor de dienstplicht. Jongemannen maakten zich onvindbaar of fingeerden gebreken die ze niet hadden om zich fysiek ongeschikt voor de branche te laten verklaren. In een enkel geval werd zelfs een netwerk ingezet om opname in het leger te voorkomen. Ouders zien doembeelden voor zich verschijnen als ze over hun zoon (of dochter) in het leger denken. Dat had toen te maken met het levensgevaar. De issue dat men na lichamelijk of geestelijk letsel in de steek wordt gelaten, was niet aan de orde, maar dat is nu wel het geval. De verwende Surinamer die doorgaans van het leven geniet werd op gegeven moment ook militair en had het onvoorstelbaar zwaar tijdens de binnenlandse oorlog. Men heeft beelden gezien en zelf ook de dood in de ogen aangekeken. Men heeft broeders zien vergaan in de oorlog. De oorlog, die een heuse oorlog was waar met scherp werd geschoten en raak ook, heeft een haast onuitwisbare indruk gemaakt en de militairen verminkt. De mannen hebben niet als hobby, maar vanwege hun grondwettelijke plicht, hun leven en hun gezondheid op het spel gezet. Velen hebben hun leven gelaten, anderen zijn verminkt uit de oorlog gekomen. Hoe kan de samenleving die gerust in het stedelijk gebied kon blijven voortleven, omdat de militairen hun werk deden met alle genoemde consequenties, zo ondankbaar zijn? Hoe kan de regering zo ondankbaar zijn en deze militairen in de steek laten. Het wordt tijd dat de belangengroepen durven om het woord ‘oorlogsveteraan’ in de mond te nemen. De Staat Suriname kan de militairen die in de oorlog hebben gevochten en verminkt eruit zijn gekomen, niet in de steek laten. De Staat kan het niet tolereren dat de eens goede en stevige mannen, nu vernederd worden omdat ze aan de onderkant van de samenleving zijn geraakt. We zien zwervers, bedelende en hosselende mensen, we zien illegale autoparkeerders en drugsgebruikers. Nu zien we dat de ex-militairen zijn verenigd en ettelijke malen nul op hun rekest krijgen van de regering. Nu zien we dat een groep contact opneemt met de voormalige vijand, Abop-leider Brunswijk. De regering moet rekening ermee houden dat de capaciteit van de groep op een bepaald niveau zal zijn wanneer men communiceert met de regering. Daaruit moet men de gepaste conclusies trekken en de zaken zodanig kanaliseren dat er goede zorg voor deze groep komt. De Staat kan niet ondankbaar zijn tegenover de ex-militairen, die wat hebben verloren tijdens de oorlog. De Staat c.q. de regering moet ophouden om de ex-militairen ook als bedelaar te behandelen. De regering is verplicht het respect op te brengen, hoger kader in te zetten om een oplossing te zoeken en de betreffende verenigingen niet als vijand maar als partner te zien.

error: Kopiëren mag niet!