Vermiste kinderen

Over enkele dagen wordt wereldwijd de International Missing Children’s Day gememoreerd (de Werelddag Vermiste Kinderen). Deze dag drukt ons met de neus op de feiten wat betreft de specifieke situatie van de vermissing van kinderen, maar ook wat betreft de algemene situatie aangaande het welzijn van kinderen. Morgen begint de allereerste World Humanitarian Summit in Istanboel, georganiseerd door Unicef. Deze VN-agentschap meldt aanlopend naar de summit dat vier scholen of hospitalen elke dag in de wereld worden aangevallen of bezet door gewapende groepen. De wapens komen van ergens. Er is een sterke wapenindustrie, die een stevige grip heeft op de politiek in grote landen, die baat hebben bij moorden van mannen, vrouwen en kinderen en bij oorlog. Als de oorlog in de wereld ophoudt en er geen noodzaak meer is voor wapens, zal de wapenindustrie, een miljardenindustrie, doodbloeden. Het VN-agentschap, dat zich bezighoudt met kindervraagstukken, roept op tot bescherming van scholen en hospitalen. Elke dag zien we hoe scholen en hospitalen bijvoorbeeld in het doorgedraaide Syrië worden vernietigd. De gegevens worden bekendgemaakt en zijn te halen uit het meest recente rapport van de VN secretaris-generaal over ‘kinderen en gewapende conflicten’ en op een moment waar weer aanvallen worden gepleegd op onderwijs- en gezondheidsfaciliteiten en de werkers de daarin werkzaam zijn in Aleppo, Syrië. Kinderen en zieken worden bij de aanvallen slachtoffers. Onder de werkers behoren ook schaarse specialisten. In Suriname zijn enkele decennia terug door het Jungle Commando ook aanvallen gepleegd op scholen en gezondheidsfaciliteiten. Tijdens de binnenlandse oorlog zijn scholen en gezondheidsinstellingen vernietigd. Dat heeft een blijvende impact gehad op het gebrekkige onderwijs en de gezondheidszorg in het binnenland. Kinderen worden vermoord en worden blijvend beperkt op plekken waar ze juist dienen te worden beschermd. Aanvallen op scholen en hospitalen zijn een alarmerende en verontrustende trend. Opzettelijke en directe aanvallen op scholen en hospitalen en op gezondheidswerkers en leerkrachten kunnen aangemerkt worden als oorlogsmisdaden. De regeringen van de landen worden opgeroepen om internationale rechten in acht te nemen en hun daadkracht te tonen door de ‘Safe Schools Declaration’ (Verklaring inzake Schoolveiligheid) te ondertekenen. Aanvallen op scholen en hospitalen behoren tot 1 van de 6 zware aanvallen op kinderen volgens de VN Veiligheidsraad. In het laatste rapport van de VN secretaris-generaal wordt melding gemaakt van 1.500 incidenten van aanvallen op scholen en hospitalen in 2014. Afghanistan, Yemen, Syrië, Zuid Soedan zijn hierbij de koplopers, maar allenstaan ze toch nog achter Palestina. In totaal zijn 543 onderwijsfaciliteiten beschadigd of vernietigd in Palestina en 3 aanvallen zijn gedocumenteerd op Israëlische scholen. Uit het bovenstaande blijkt dus dat Israël bezig is de komende generatie Palestijnen te vernietigen en ongeschoold te houden. Er zijn documentaires waar te zien is hoe kinderen uit deze gebieden samen met de gezinnen waartoe ze behoren, moeten verhuizen naar andere nabij gelegen landen en kinderarbeid met school moeten combineren. Het combineren gaat heel moeilijk en kinderen verklaren zelf dat ze liever spelen en uitrusten en schoolwerk doen dan werken. De vraag rijst hoe deze kinderen met hun vernietigde dromen zullen reageren als ze volwassen zijn. Ook Nigeria loopt niet achter; in Noordoost Nigeria zijn tussen 2012 en 2014 ruim 338 scholen vernietigd of beschadigd. De VN gebruikt nu de code ‘triple-tap’: aanvallen waar faciliteiten, burgers (gezondheidswerkers, leerkrachten, kinderen, patiënten) en hulpverleners eraan gaan. In Syrië worden zelfs medische hulpacties aangevallen en vinden berovingen plaats. Kinderen worden ontvoerd in landen als Nigeria en Zuid-Soedan en worden verkracht of gerekruteerd als kindsoldaten. Suriname heeft de VN Safe Schools Declaration nog niet ondertekend, Jamaica is het enig Caribisch land dat dat wel heeft gedaan. De verklaring benadrukt de veiligheid van scholen, continuïteit van onderwijs en het voorkomen van het aanwenden van de school voor militaire doeleinden. De summit en de internationale dag op 25 mei betreffen beide de vermissing van kinderen. Dat gebeurt op grote schaal door politiek gemotiveerde gewapende conflicten. Maar ook op kleine schaal vinden er ontvoeringen plaats of worden minderjarigen als vermist opgegeven. Dat gebeurt nu ook veel in Suriname. Er zijn geluiden dat minderjarige meisjes worden gelokt of ontvoerd naar plaatsen waar ze seksueel worden uitgebuit, zoals (illegale) goudzoekersgebieden. Rond de summit en de internationale dag moet de regering van Suriname wat onze situatie betreft, aandacht besteden aan de vermissing van minderjarigen. Er is nog geen diep penetrerend overheidsprogramma dat de samenleving, jongeren en ouders en verzorgers weerbaar maakt tegen ontvoeringen of vermissingen. Een preventief beleid is nodig.

error: Kopiëren mag niet!