Verkeerde oriëntatie regering en Suralco voeden wantrouwen stafdorp

Er hangt een waas van geheimzinnigheid rond het stafdorp te Moengo, een wooncomplex dat behoorde tot de eigendommen van Suralco. Er zijn woningen op het complex die gebruikt kunnen worden om de woningnood te verlichten. De vraag rijst aan wie de woningen afgestaan of verkocht moeten worden, nadat de Staat eigenaar daarvan is geworden. De situatie van het stafdorp wordt door ons bekeken tegen de achtergrond van duurzame ontwikkeling, tegen de achtergrond van corporate social responsibility en tegen de achtergrond van de rechten van de inheemse en tribale volken. Duurzame ontwikkeling valt uiteen in drie aspecten, waarvan een betreft de sociale impact van bedrijvigheid, dus de invloed die het heeft op de samenleving en met name de gemeenschappen waar de bedrijven zaken doen. Suralco heeft zaken gedaan te Moengo, maar wat heeft het bedrijf naast werkgelegenheid geboden aan de samenleving aldaar? Heeft Suralco een bijdrage geleverd aan het verlichten van de sociale problemen in Marowijne? Heeft Suralco de lokale voetbalclubs en de jeugdverenigingen gesponsord? Wat is de bijdrage van Suriname in Marowijne geweest aan het onderwijs en de medische zorg? Wat is de bestemming van de huizen en wat heeft Suralco met de Surinaamse regering bedongen omtrent het stafdorp? Als het aan de Surinaamse regering wordt overgelaten worden de huizen zeer waarschijnlijk gegeven aan de politieke vrienden en partijgenoten in Marowijne en in Paramaribo. De gierigheid zal er altijd insluipen, omdat het systeem tot in zijn ziel corrupt is. Dat is recent ook het geval geweest met de woningen te Wanica bijvoorbeeld. Mensen hebben gelobbyd voor huizen als een vakantiehuis, anderen verhuren het door aan derden die echt in woningnood zitten, weer anderen laten de huizen leeg en lenen het aan personen die in nood zitten. Suralco heeft vanwege de corporate social responsibility er baat bij dat zij pleit voor de bewoners van Moengo. Ook in het kader van de rechten van de inheemse en tribale volken is het van belang dat de Suralco zodanige afspraken maakt met de Surinaamse regering dat deze bij het bestemmen van de huizen rekening houdt met de lokale gemeenschappen en dorpen die hebben geleden onder de activiteiten van Suralco in termen van overlast en vervuiling en verstoren van het inheemse en het tribale leven. Wat de rechten van de inheemse en tribale volken betreft zitten wij nu in een mindere periode. De hoogste leiding van het land heeft zich op verschillende momenten, kennelijk uit onwetendheid over de materie, zich laatdunkend uitgelaten over de rechten van de inheemse en tribale volken. Eerst zei hij dat iedereen modern moet worden, waarbij hij uitgegaan is van een achterhaalde en als schending van de mensenrechten geachte principe van de assimilatiepolitiek. Vervolgens ging de hoogste leiding van het land in een Colakreekconferentie die wetenschappelijk heel slecht werd voorbereid, omdat men niet bereid was te luisteren naar de vrije stem van de inheemse en de tribale volken en hun recht op soevereiniteit als gemeenschap (niet als staat). De Colakreekconferentie is ‘gebost’ omdat de politieke top uitging van een monoloog en niet van een dialoog. Toen de volken goed voorbereid hun woord voerden voelden de stedelingen zich verlegen en verslagen. Uit de Colakreekconferentie is door de in dienst genomen juridische consultant nooit een eindrapport gepresenteerd, ook zijn nooit werkdocumenten gepresenteerd die voor de conferentie al beschikbaar hadden moeten zijn bijvoorbeeld om een goed begrip te hebben van het fenomeen ‘landrechten’ (grondenrechten). Recent heeft de politieke top zich weer uitgelaten over de enige partij in Suriname (Amazonepartij) die een volgroeid en volledig en gebalanceerd programma heeft gepresenteerd om op te komen voor de belangen en de rechten van de inheemse en de tribale volken. Het fundamentele recht om zelf het tempo van ontwikkeling te bepalen en ook zelf te bepalen wat ontwikkeling is (en dat zich niet voor te laten dicteren door bureaucraten in Paramaribo) is getypeerd als te zijn ‘idioot’. De politieke top is ervan uitgegaan dat geld een zegen is voor inheemse en tribale gemeenschappen en dat is het bewijs dat er in die kringen een primitief idee uit de jaren ’50 en ’60 nog bestaat over de ‘witte man die beschaving moet brengen voor de onbeschaafde inboorlingen’. De witte man is nu de bruine politicus die zetelt in Paramaribo, doorgaans met een lage scholing, maar wel bezwaard met podiumkunsten. De gehandicapte kijk op de rechten van de inheemse en tribale volken, naast de onverschilligheid van Suralco omtrent de eigen corporate social responsibility, de onwetendheid van de politici die de dienst uitmaken over duurzame ontwikkeling en een NH-minister die vanwege zijn manipuleerbaarheid behoort tot de twee meest ongeloofwaardige ministers in het kabinet (samen met LVV), maken dat er geen geloof en vertrouwen in bestaat dat de kwestie van stafdorp door de regering fatsoenlijk zal worden afgehandeld.

error: Kopiëren mag niet!