Verder dan het IMF: blauwdruk hervorming belastingstelsel Suriname (deel 2)

Korte omschrijving mogelijkheden herziening Surinaams belastingstelsel
Omzetbelasting
Maak voor zover verenigbaar met Caricom recht gebruik van (lees: kopieer) de EU richtlijn met betrekking tot de Belasting Toegevoegde Waarde, met uitzondering van de bepalingen met betrekking tot intracommunautaire leveringen. Deze richtlijn diende met succes voor 27 EU-lidstaten met economieën waarvan de ontwikkeling sterk uiteenloopt (waaronder landen als Roemenië en Bulgarije) als sjabloon voor hun respectievelijke nationale omzetbelastingwetten. Snel in te voeren en een bewezen grootheid. Stelt hoge eisen aan de door ondernemers te voeren boekhouding, maar dat is uit het oogpunt van een effectieve(re) en correcte heffing en inning – ook voor andere belastingmiddelen (inkomstenbelasting e.d.) – een voordeel.
Verhoog de tarieven naar 20 (hoog tarief) respectievelijk 10 procent (laag tarief) en verdubbel met name door verbeterde inning ruim de opbrengst van deze belasting. Van de huidige omzetbelasting wordt slechts een (te klein) deel van de verschuldigde belasting ook werkelijk geïnd, omdat de mogelijkheden tot fraude ingebakken zitten in het systeem van die wet. Immers, omdat het merendeel der omzetbelastingplichtigen de voordruk (omzetbelasting die aan hen in rekening wordt gebracht) niet terug kan vragen (anders dan bij BTW), eist men daarvoor niet altijd facturen voor geleverde goederen of diensten. De leverancier kan in dergelijke gevallen dus eenvoudiger omzet verzwijgen.
Overigens: door de consument maandelijks met zijn ontvangen kassabon of factuur waarop betaalde omzetbelasting, TIN nummer van de verkopende ondernemer en nog enkele andere relevante gegevens staan vermeld te laten meespelen in een loterij waarbij stevige prijzen zijn te winnen, kan met succes de inning van de bestaande omzetbelasting (dus nog vóór invoering van de BTW) worden verbeterd, omdat de consument voortaan op het krijgen van een bon zal staan.
Schaf ter compensatie de inkomstenbelasting over winst uit onderneming volledig af. Omzetbelasting wordt namelijk reeds van ondernemingen geheven, of deze onderneming nu door een natuurlijk persoon of door een rechtspersoon wordt gedreven. Hoewel in de doctrine vaak wordt gesteld dat omzetbelasting – of het nu cascadestelsel omzetbelasting (dat is een omzetbelasting die door iedere volgende schakel in de productieketen over de door die schakel toegevoegde waarde dient te worden afgedragen) of de thans in Suriname gehanteerde omzetbelasting type “sales tax” betreft – voor de ondernemer neutraal is (als indirecte belasting namelijk uiteindelijk drukkend op de consument) is de praktijk dat concurrentie ondervindende ondernemingen dergelijke voor de consument (kost)prijsverhogende factoren in meer of mindere mate absorberen, waardoor de winstmarge van die onderneming onder druk komt te staan.
Hierin verschilt de omzetbelasting wat haar effect op winstmarges betreft niet van een inkomstenbelasting geheven over winst uit onderneming: een onderneming beoogt een bepaalde winst na belastingheffing te behalen (welke belasting vanuit ondernemingsoptiek bezien een kostenpost is waarmee gecalculeerd dient te worden), maar kan uit concurrentie overwegingen niet altijd de te betalen belasting als opslag op de beoogde nettowinst doorberekenen aan de afnemer, de consument. Economisch bezien is het verschil tussen omzetbelasting en inkomstenbelasting naar de winst dus minder groot dan vaak wordt aangenomen.
Inkomstenbelasting
1. Introduceer één enkel en relatief laag tarief (15 tot 20 procent), zonder progressie. Voor laagverdieners kan door een (beperkt) systeem van cumuleerbare belastingkortingen een aanvaardbaar netto inkomen worden bereikt. De sterkste schouders dragen nog steeds de zwaarste lasten, omdat het een percentage betreft, zodat een hoger inkomen automatisch tot een hogere belastingafdracht leidt. De behoefte om met inkomsten tussen belastingjaren te gaan schuiven teneinde progressievoordelen te bewerkstelligen wordt sterk gereduceerd, zo niet geëlimineerd. De bereidheid om meer te werken wordt gestimuleerd indien men meer van de extra dollar overhoudt dan onder een progressief tarief het geval zou zijn, waardoor de afweging tegen alternatieven als meer vrije tijd of zwart betalen niet noodzakelijkerwijs in dezelfde mate in het voordeel van deze laatsten uit zal vallen.
2. Reduceer het aantal bronnen van inkomen waarvoor de inkomstenbelasting voor de belastingplichtige merkbaar tot toepassing komt: introduceer bevrijdende voorheffingen voor rente-inkomsten en dividenden, betaald aan belastingplichtige die inkomstenbelasting moeten betalen, waarbij de inhoudingen door de uitbetaler (banken, aandelenvennootschappen) plaatsvindt. Bij circa 1,2 miljard SRD aan bij banken belegd vermogen in Suriname, met een minimaal rendement van 5 procent, levert een bronheffing op rente van 10 procent de Staat 6 miljoen op zonder inningsproblemen. De bronheffing op dividend verhoogt dit bedrag nog.
Introduceer een (bevrijdende voor)heffing – bij voorbeeld 20 procent – te innen door goudopkopers: bij iedere transactie met een delver waarbij goud wordt opgekocht, mag slechts een netto vergoeding na aftrek van de in te houden voorheffing aan de delver worden uitbetaald. Uitvoer van niet aangegeven goud is strafbaar, waarbij het goud in beslag kan worden genomen. Wordt, zonder het in Suriname te verkopen, goud legaal uitgevoerd, dan dient eveneens de voorheffing te worden voldaan, desnoods in goud. Goudopkopers dienen vergunningsplichtig te zijn, welke vergunning net als die voor wisselkantoren, door de Centrale Bank wordt afgegeven.
Ga profiteren van misbruik en prijsopdrijving door speculatie in onroerend goed tegen door introductie van een (bevrijdende voor)heffing op onroerend goed transacties met speculatief karakter, te innen en af te dragen door de notaris waar de akte wordt gepasseerd. Speculatief wordt geacht te zijn, iedere vervreemding binnen twee jaar na verwerving (80 procent van het voordeel), binnen twee tot vijf jaar na verwerving (50 procent van het voordeel), en binnen vijf tot tien jaar na verwerving (20 procent van het voordeel). Een bestemmingswijziging (feitelijk geconstateerd of juridisch) leidt eveneens tot verschuldigd worden van deze heffing: denk aan als landbouwgrond verkregen percelen, die opeens verkaveld worden of waar een supermarkt op verschijnt. Bijkomend voordeel is dat Suriname fraaier zal worden, omdat niet meer overal te pas en te onpas verkavelingsprojecten worden begonnen. Extra zwaar kunnen eventueel diegenen worden belast die om niet (rechten op) grond van de staat hebben verworven en deze (rechten) vervolgens vervreemden voor geldelijk gewin.
Een uitzondering geldt de eigen woning, waarbij de heffing pas verschuldigd wordt indien niet binnen 6 of 12 maanden na verkoop een vervangende eigen woning is gekocht. Een in te voeren (algemenere) vermogenswinstbelasting kan naast het belasten van bovenstaande onroerend goed speculatiewinsten, zich verder uitstrekken tot andere speculatiewinsten (op effecten, kunstvoorwerpen, juwelen en wat dies meer zij) waarbij in het algemeen gesproken het tarief hoger zal zijn naarmate het speculatieve element groter, waarvoor de duur van het bezit als graadmeter kan worden gezien. Hoe korter de bezitsduur, hoe hoger het speculatieve element en dientengevolge hoe hoger het tot toepassing komende tarief.
3. Elimineer oneigenlijke bronnen: neem bij voorbeeld het belasten van het voordeel uit eigen woning, dat samenhangt met het bestaan van de hypotheekrente aftrek. Het schrappen van de hypotheekrente aftrek, maakt belasten van een voordeel uit eigen woning overbodig. Hoe logisch klinkt het belasten van het hebben van een eigen auto, omdat je daardoor de kosten voor openbaar vervoer uitspaart? Dat is namelijk wat gebeurt met het belasten van de huurwaarde van de eigen woning. (wordt vervolgd zaterdag)
Mr. Vincent Moes en mr. Indra Jharap
(Internationaal) fiscaal- en wetgevingsadvies
Contact of reageren: [email protected]

error: Kopiëren mag niet!