Verdachte in zedenzaak eist vergoeding

Megillio A., de verdachte in een zedenzaak, eist een schadevergoeding tegen de Staat Suriname. Hij vindt dat het OM hem voor ‘een bewering’ heeft aangehouden. Hij heeft een schooljaar gemist. Kantonrechter Ingrid Lachitjaran heeft maandag in deze strafzaak, waarin de verdachte terecht staat voor een zedendelict, het slachtoffer gehoord. Het 13-jarig meisje verklaarde dat zij verkracht, althans seksueel misbruikt is door de verdachte, die haar neef is. Zij woonde ten tijde van het delict thuis bij haar tante, dus de moeder van de verdachte. De verdachte heeft vaker het slachtoffer misbruikt bij afwezigheid van zijn moeder. Het meisje verklaarde dat de verdachte haar steeds in haar slaapkamer heeft misbruikt. Zij is eerder ook door een broer van haar tante misbruikt. Hij had haar toen gevingerd. De oom is nooit hiervoor berecht. Omdat de moeder van de verdachte op de zitting aanwezig was, werd zij als getuige gehoord. Zij verklaarde dat dit nog een raadsel voor haar is. Zowel het slachtoffer als de verdachte zijn haar kinderen. Zij staat als moeder centraal in dit geval.
Volgens de moeder heeft zij het meisje altijd zelf op school afgezet en opgehaald. Volgens de moeder was er geen dag waarop het meisje alleen thuis bleef. Deze zaak is aan het rollen gekomen toen de schooljuf van het slachtoffer op school bezig met een les over voortplanting. In de pauze vertelde het meisje haar schooljuf dat zij misbruikt wordt door haar neef. De school had de moeder ontboden waaraan zij gehoor gaf. Volgens het schoolhoofd zou de moeder zelf stappen ondernemen. Toen zij merkte althans doorkreeg van het slachtoffer dat haar tante haar weer bij de biologische ouders zou sturen en dat de verdachte en de moeder naar Curaçao zouden vertrekken, schakelde de schoolleiding de politie in. Hierop verklaarde de moeder dat de reis naar Curaçao reeds eerder was gepland. Zij hadden een huwelijk daar.
De moeder merkte op dat zij nooit haar kinderen zal beschermen, indien zij weet dat ze fout zijn.
De verdachte was de mening toegedaan dat hij bijkans zes maanden in detentie zit en dat hij zijn schooljaar heeft verloren. Hij verzocht de rechter om hem naar huis te sturen, zodat hij dit schooljaar nog kan oppakken. De rechter gaf aan dat het in deze om een zeer ernstig feit gaat en dat zij het onderzoek van deze zaak zal afwachten. Op 9 november wordt de behandeling voortgezet.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!