Tsang herhaalde wederom dat de regering een betalingsregeling heeft getroffen met Vlatacom om het nieuwe Identiteitskaartenproject uit te voeren. “Er is een aanbesteding gehouden waarbij bedrijven uit onder andere Canada, Duitsland, de Verenigde Staten en Servië hebben deelgenomen. We betreuren dat er voor zo een belangrijke wet stemmingmakerij is als zou er geen openbare aanbesteding zijn gehouden en dat wij beter kunnen gaan lenen van India en China. Controle is geen daad van vijandschap, maar laten wij constructief blijven ”, aldus de minister.
Niet alle informatie vanwege disclosure
Waarnemend VHP-fractieleider Asiskumar Gajadien vond dat de bewindsman misleidend bezig was met de opmerking dat alle documenten al naar het parlement zijn opgestuurd. Volgens hem beschikt het college alleen maar over een overzicht van hoeveel er betaald is voor bepaalde zaken. “De minister stelt dat er documenten zijn gestuurd en dat er aanbestedingen zijn gehouden, maar dat vanwege disclosure die informatie niet kan worden vrijgegeven. Wij weten dat deze regering een disclosure-regering is. We hebben dat ook bij de Suralco-kwestie gezien. Regering, toont u die zaken aan! Nog steeds kunt u niets bewijzen”, zei de VHP’er.
Caripass heeft niets te maken met nieuwe ID-kaart
Tsang stoorde zich eraan dat het project van de Caripass, een pas die het reizen tussen de lidlanden van de Caricom moet vereenvoudigen, onnodig in verband is gebracht met het project van de biometrische identiteitskaarten. NPS-parlementariër Patricia Etnel zei eerder dat zij tot de ontdekking kwam dat Suriname in de Caricom al bezig is om samen met andere lidlanden te komen tot een Caripass. Die informatie heeft de regering volgens haar verzwegen voor het parlement. “Wij willen juist vooruitlopen op de ontwikkelingen in Caricom met deze ID-kaart”, stelde Tsang.
‘Wij leden zijn ook niet lief’
Etnel stoorde zich aan de opmerking waarin Tsang aangaf dat het college aan stemmingmakerij doet. Zij vroeg de parlementsvoorzitter erop toe te zien dat de bewindsman meer respect toont voor het parlement. NDP-fractieleider Andre Misiekaba vond echter dat de minister terecht geprobeerd heeft alle beschuldigingen en verdachtmakingen over corruptie, njang patu’s en leningen vanuit het college weg te werken. “Wij vragen de regering om dat krachtig te ontkennen en van de hand te wijzen. Wij leden zijn ook niet lief wanneer wij tot de regering praten, maar wij willen dan wel dat de minister lief moet praten. Ik ben niet eens daarmee. Wanneer u met respect behandeld wilt worden, dan moet u eerst respect geven. Als de minister wel in de fout gaat, dan gaat u mij wel horen”, zei de NDP-topper.
Geldigheidsduur van 5 jaar bewust gekozen
De nieuwe identiteitskaart heeft een geldigheidsduur van 5 jaar. Verschillende parlementariërs vinden dat dit opgetrokken moet worden naar 10 jaar. Tsang voerde aan dat de regering dit voorstel goed heeft bekeken, maar niet ermee kan meegaan, omdat dan de kwaliteit niet zal zijn gegarandeerd. “Bij de vaststelling van de geldigheidsduur van de oude huidige ID-kaart was er geen rekening gehouden met het behoud van de kwaliteit van de kaart. Het had evengoed 20 jaar kunnen zijn geweest. Bij de nieuwe kaart is daar wel rekening mee gehouden, omdat de extra security en functionaliteit moeten worden gegarandeerd. De kaart zal een belangrijke rol moeten spelen in de dienstverlening vanuit de overheid naar de burgerij toe en zal van goede kwaliteit moeten zijn om de vele veiligheidskleppen te benutten”, stelde de bewindsman. Volgens Tsang is al bij de huidige oude ID’s al te zien dat zij na enkele jaren nauwelijks goed zichtbaar is. De blanco kaarten worden gemaakt door de Centrale Bank van Servië, waarna deze zullen worden bedrukt door CBB.
Dragen van hoofdbedekkingen wel geregeld
Het dragen van hoofdbedekking vanwege verschillende geloofsovertuigingen wordt ook geregeld in de nieuwe wet. Volgens Tsang mag dat, zolang het gelaat te zien is. Het zijn voornamelijk de moslimvrouwen die problemen ondervinden bij het maken van hun ID-kaarten.
Aantoonplicht en boete
In de ontwerpwet ‘ID-Kaartenwet 2018’, wordt een boete van SRD 100 opgelegd als iemand geen ID-kaart kan tonen aan een politieambtenaar. De boete zal moeten worden gestort bij de kassa van het CBB. Indien de controleur of bevoegd gezag vraagt voor legitimatie is het aan het bevoegd gezag te bepalen of hij een identificatiemiddel als een rijbewijs en paspoort accepteert, indien het individu geen ID-kaart kan tonen. Als het individu geen identificatie kan aantonen, kunnen de vingerafdrukken van het individu middels inkt worden verkregen. Vervolgens mag de bevoegde instantie oproepen dat het individu zich op een nader af te spreken datum meldt met de ID-kaart om te voldoen aan de aantoonplicht. De boete zal pas in werking treden wanneer hij of zij dat niet kan overleggen. Wanneer de persoon na te zijn opgeroepen niet verschijnt, zal de sanctie veel zwaarder zijn wanneer deze persoon de volgende keer wordt gepakt.
FR
