Symboliek of serieuze business?

Er worden overeenkomsten getekend tussen India en Suriname, waartegenover mensen toch sceptisch over staan. Gelooft Suriname wel in de samenwerking? De komst van de Indiase president wordt aangeduid als een historische gebeurtenis, in die zin dat het voor het eerst is dat een Indiaas president een bezoek brengt aan een land in Latijns Amerika en de Caribbean. Veel staatsbezoeken aan Suriname zijn in principe historisch, tenzij de regeringsleiders of staatsbezoeken elk jaar bij je op bezoek zijn. Het doel van het bezoek van de Indiase president aan uitgerekend Suriname is niet geheel duidelijk. Er zijn geen heldere legitieme doelen te ontwaren aan het bezoek dat ons land bommen geld heeft gekost. Zowel de motieven en de belangen van Suriname als die van India zijn niet duidelijk. Er is door een doorwinterde diplomaat uit de doeken gedaan dat er een plan in uitvoering is in India voor externe uitbreiding van landbouwarealen. Als er een win-win-situatie daaruit voortvloeit dan is dat op zich geen probleem. We maken deze opmerkingen niet omdat wij een intense samenwerking met dit groot land afwijzen, integendeel. We betreuren de gang van zaken omdat er een behoorlijk gebrek aan besef bestaat bij de Surinaamse autoriteiten, zowel nu als tijdens het bewind van de NPS, omtrent de immense mogelijkheden die het land te bieden heeft. In de NPS-periode is het voorgekomen dat zelfs grants en schenkingen vanuit India schoorvoetend werden geaccepteerd en via uitstel werd afgewezen. Er bestaat een beeld bij onze beleidsmakers, die ook uit de eerste helft van de vorige eeuw stammen, over India. Dat beeld is het beeld uit de jaren ’60, ’70 en ’80. De economische diplomatie welke in 2010 met de mond werd beleden, is door de vrienden en vriendinnen van de hoogste executieve macht niet waargemaakt. Uiteraard is het niet waargemaakt, omdat de beste diplomaten aan een kant zijn gezet en familie en vrienden zijn geposteerd op de verschillende missies. Neem nu de ambassade in India. De ambassadeur ter plekke is niet eens in staat de bassale culturele banden als een startpunt uit te vouwen in India, omdat ze geen aantoonbare affiniteit heeft met de Indiase of de Sarnami cultuur. Van economie heeft deze mevrouw geen kaas gegeten, noch minder van sociale programma’s. De grootste verworvenheid van onze missie is het opzetten van een monument op de plek van waar de Hindoestanen ooit kwamen naar dit land, maar wat hebben wij aan dit monument? Hetzelfde kan ook gezegd worden van de afvaardiging van Suriname naar Indonesie. Ware het niet veel vruchtbaarder en efficienter zijn geweest als een Surinaamse Javaan was afgevaardigd die de taal praat, de cultuur waardeert, de religie beleidt en zaken kan regelen voor het bedrijfsleven in Suriname en investeerders kan verleiden naar ons land? Wij betreuren de kortzichtigheid in het buitenlands beleid en de verlamming van de diplomatie. De Surinaamse missies zijn een uitgavenpost ten faveure van familie en vrienden. Het is schandalig dat Suriname in het land waar honderdenduizend Surinamers woonachtig zijn, geen ambassadeur heeft afgevaardigd. Er zijn samenwerkingsovereenkomsten en MoU’s getekend tussen Suriname en India, maar dat moest om het bezoek betekenis te geven. Hoe deze samenwerkingsvormen zullen uitpakken, zal later blijken. In elk geval weten wij dat er vanuit een verkeerde orientatie gekeken wordt naar India, en een groot land als India verdient een andere aanpak. Binnen de IDCS, die bedoeld was om Surinaamse staatsbedrijven weer vitaal te maken en om investeerders aan te trekken, ontstond er in deze regeerperiode een ruzie om de wijze waarop men de Indiase investeerders en burgers hier wenste te behandelen. Uiteindelijk is de IDCS ook mislukt. De primaire benadering van India is een econmische benadering in het belang van investeringen en werkgelegenheid en ten slotte ons bbp. Meer dan 60% van de bevolking van India werkt in de agrarische sector. India heeft ook veel potentie voor mijnbouw. Ook de industrie breidt zich gestaag uit, onder andere door de lage lonen. De dienstensector maakt een sterke groei mee dankzij het hoge opleidingsniveau in India, met name de IT-sector. De Indiase economie is sinds het begin van de jaren 90 van de 20e eeuw geliberaliseerd. De Indiase economie is de op een na snelst groeiende economie, na China. De belangrijkste gewassen zijn graansoorten als rijst en gierst (millet en sorghum). Ook bonen en pinda’s zijn belangrijk. India heeft grote grondstoffenvoorraden, waaronder olie, gas, steenkool en ijzererts. India is wereldwijd op twee na de grootste producent en consument van steenkool. Door de lage lonen en de hoge opleiding van de bevolking slaagt India er steeds meer in om westerse bedrijven aan te trekken en zich er te vestigen. India produceert geavanceerde producten als raketten, auto’s en vliegtuigen. Maar ook textiel, staal en machines zijn belangrijk. In het begin van de 21ste eeuw remt de groei van de industrie af, hierdoor komen er minder banen voor de niet opgeleide massa. Sindsdien kent de industrie echter weer een groei. Door de lage lonen en hoge opleiding heeft de dienstensector een grote vlucht genomen. Veel westerse bedrijven besteden hele delen van het werk zoals administratie, programmeren en callcenters, uit naar India. India blijft echter een ontwikkelingsland met een laag gemiddeld inkomen. Er is intern veel ongelijkheid en discriminatie in India. Er bestaan ook grote verschillen in welvaart per staat.

error: Kopiëren mag niet!