Surinamers vervreemd van transparantie en eerlijkheid

dblogoSociologen mogen zich in Suriname rekenen tot de meest luie discipline. De Surinaamse samenleving en de Surinaamse cultuur zijn in ontwikkeling, dat is voer voor sociologen die de ontwikkelingen niet interessant vinden. Wat wij bijvoorbeeld constateren, is dat Surinamers zich steeds meer schamen en er moeite mee hebben om eerlijk te zijn of met open mensen om te gaan. Eerlijkheid en openheid worden in Suriname te confronteren ervaren, het wekt in eerste instantie argwaan en wantrouwen op. Transparantie wordt niet meer verwacht om te komen van Surinamers, al helemaal niet van Surinaamse politici. Open en transparante politie zijn al bij voorbaat fout en niet aanvaardbaar, liegende en bedriegende politici zijn normaal en aanvaardbaar. Het is te mooi om waar te zijn. Transparantie in de politiek heeft in de afgelopen periode nul op het rekest gehad bij de Surinaamse kiezer. Die ziet zichzelf niet meer terug in transparante processen. De Surinamer raakt steeds meer vervreemd van eerlijke processen. De Surinamer is te cynisch geworden en omarmt vijanden eerder dan vrienden. Dat is een teken dat de Surinamer in een morele crisis zit. Rond de verkiezingen is dat heel duidelijk te zien in een aantal ontwikkelingen. Om te beginnen, er heeft zich een politieke partij aan ons gepresenteerd die het helemaal aan de kiezer heeft gelaten om zijn eigen DNA-kandidaten voor te dragen. Het is aan de doorsnee burgers gelaten om het initiatief te nemen en goede burgers die hun legitieme belangen kunnen behartigen, voor te dragen. ‘Wil jij president, vicepresident of DNA-lijsttrekker worden of iemand voordragen, of lid worden?’ Met deze vraag wordt de bezoeker van de website van deze partij verwelkomd. ‘Eerst het volk, dan de rest. Behoorlijk bestuur en beleid en controle door het volk’, zijn de slagzinnen van de partij. Het is de Surinaamse burger niet gelukt van dit unicum, waarmee de controle gegeven wordt aan het volk, gebruik te maken. Het voordragen van kandidaten was heel laagdrempelig, toch is er niets van terechtgekomen. Het enige minpunt van deze partij (PVP) is geweest dat men het te digitaal heeft aangepakt. In Suriname wil men nog de warmte voelen van de leider en daarvoor moet hij de vloer betreden en op straat lopen. Tot nu toe heeft de PVP in elk geval wel gelijk gekregen. Al heel vroeg presenteerde de PVP haar beginselprogramma, waar namelijk prominent op het titelblad een bekend citaat van Einstein prijkt: “De wereld zal niet vergaan door de hand van degenen die kwaad doen, naar door de passiviteit van degenen die het aanschouwen en niets doen”. PVP-bestuursleden mochten geen DNA-leden kandideren noch zelf als kandidaat functioneren. De PVP-leider zou dus geen lijsttrekker worden van een district. Het beginselprogramma van deze partij was kort, maar omvatte toch meer concrete zaken dan lijvigere programma’s van grotere en gevestigde partijen. De PVP is afgewezen, maar moeilijker is het de Ping vergaan. Deze partij heeft de strijd tegen de corruptie als zijn voornaamste speerpunt. Vanwege zijn radicale stellingname tegen de corruptie en zijn religieuze link, wordt de Ping-voorzitter als afwijkend betiteld. Hij is te mooi om waar te zijn, ook de kansen die hij aan het volk heeft geboden om zelf de goede burgers voor te dragen. De Surinamer is deze zuivere vorm van democratie niet gewend, het is te pijnloos. De Surinamer gaat ervan uit dat politiek en pijn samengaan. In politiek opzicht is de Surinamer fatalistisch, vernietiging lijkt hem aantrekkelijk en de enige weg. De Ping-voorzitter was meer ‘down to earth’ dan de PVP-voorzitter en waarschijnlijk zal het de eerstgenoemde wel gelukt zijn om in een aantal districten zich in te schrijven. Voor de zwevende kiezer is Ping dus een optie, alleen is het de partij wel aangeraden om haar portefeuille te verruimen naar minimaal een beperkt aantal punten die cruciaal zijn voor de overleving van Suriname, zoals onderwijs en klimaatsverandering. De Ping-voorzitter heeft geen gemakkelijk politiek traject afgelegd, hij heeft tot nu toe de publieke opinie niet mee. Dit laatste heeft te maken met zijn halsstarrige houding richting een bepaalde aanbesteding van de overheid, waarmee hij overigens wel significante ontoelaatbare overheidshandelingen aankaartte. Ook zijn kandidaten zullen het kennelijk niet gemakkelijk hebben. Oneerlijkheid en opportunisme zijn troef in de Surinaamse politiek. Opportunistische overlopers zijn de meest waardevolle politieke grossiers gebleken. Opvallend is bijvoorbeeld ook het relaas van een ouder/verzorger op de staatsradio over een kapper die politicus is geworden. Deze kapper is bekend vanwege zijn ‘patent’ op een hoofdhuidbehandeling. Toen hij te horen kreeg dat de moeder van zieke hulpbehoevende jonge kinderen tot een andere politieke partij behoort, verveelvoudigde hij zijn prijs. Zo niet kon de mevrouw de kinderen maar brengen naar haar partijvoorzitter. Zulke figuren maken zich op om wetgever te worden in Suriname. Eerlijke burgers worden niet benaderd door grote politieke partijen. Politieke leiders zijn bang om deze burgers aan te spreken. Wanneer we het hebben over de psychische crisis bij de Surinamer anno 2015, dan halen we concluderend ook aan de kwestie van het KPS. Er was maanden terug kritiek op een hoog geplaatste politiefunctionaris die over het lot van lagere collega’s beschikte, vanwege diens betrokkenheid bij en veroordeling voor drugsdelicten. Deze zijn vaak gerelateerd aan de georganiseerde misdaad. De kritiek vanuit het korps was met naam en toenaam en nu zien wij dat de politieman ondanks veroordeling en al tot het vijfkoppige topmanagement van het KPS wordt toegelaten. Het korps heeft een ogenschijnlijk groter wordend integriteitsprobleem met zelfs boefachtige praktijken op de opleiding (punten-plakken- en kusincident). Wat voor effect zal het aanstellen van een politieleider met zo een dubieuze achtergrond hebben op de moraal van de getergde manschappen?

error: Kopiëren mag niet!