Suriname Night verdient verfijning

De Suriname Night kan met recht tot één van de hoogtepunten van Carifesta XI worden gerekend. Daarmee is niet gezegd dat er geen punten zijn voor verbetering. Met Suriname Night bedoelen wij de opvoering die gepresenteerd is op woensdagavond op het Onafhankelijkheidsplein met de nadruk op het samenspel. De Suriname Night is een product dat een basisformaat moet hebben en vast opgevoerd kan worden op internationale cultuurfestivals. De verscheidenheid van de verschillende aspecten uit de Surinaamse cultuur en het samengaan daarvan en het nagestreefde niveau waren opvallende positieve zaken aan de Suriname Night. Het samengaan van de verschillende groepen op het podium gaf ons een indicatie hoe het gesteld is met het samengaan van de verschillende bevolkingsgroepen. De delen waar de verschillende groepen apart optreden, hebben op zich niet zoveel uitdagingen. Het enige waar het daar aan kan schorten is de kwaliteit, de representativiteit en de bereikbaarheid. De uitdaging was het samengaan van gezang en dans, waar er meer kans van slagen is dan het samengaan van de slaginstrumenten. De Javaanse slaginstrumenten zijn zwaar beïnvloed en zelfs overgenomen uit India. De drum/trom is in alle cultuuraspecten van Suriname bekend en daarom een goed middel om een harmonie aannemelijk te maken. De slag van de drum – of het nou de apintie, de dholak, de kendang of de skratji is – is de slag van het hart van de verschillende cultuuraspecten in Suriname. Het kunnen samengaan van de drum geeft aan het samengaan van de verschillende bevolkingsgroepen. Naarmate wij meer in staat zullen zijn om met minder moeite de ‘Alakondre drong’ op te voeren, zullen wij merken dat wij steeds meer in staat zijn (geweest) om elkaar in de samenleving te erkennen en te herkennen. Het samengaan van de drums in Suriname is een bevrijding voor de verschillende cultuuraspecten naar een basaal Surinaamse slag die breed gangbaar is. Daarom is de ‘Alakondre drong’ een middel tot culturele emancipatie en een middel tot bevordering van de harmonie. Het jammerlijke is dat de Alakondre drong de bovenmatig geschoolde Surinamer wel bekoort, maar de gemiddelde man van de straat niet. Dat blijkt uit de lauwe reactie die het rijke ensemble te beurt viel tijdens de Suriname Night. Het publiek leek er kennelijk te zijn voor de platte volkse nummers op flink de benen los te gooien. Het moet de kritische luisteraar bij de Suriname Night zijn opgevallen dat het samengaan van de drongs toch wel moeizaam verloopt, vooral in de eerste minuten is dat het geval. Alle drongs willen constant domineren, totdat na een aantal minuten men een patroon vindt waar iedereen manifest wordt. De drongs zijn wanneer ze samengaan ons een stap voor omdat ze niet gecorrumpeerd zijn door de politiek. De beginminuten van de ‘Alakondre drong’ geven de status quo aan in 2013. De geldingsdrang is door de politieke beïnvloeding nog aanwezig onder de verschillende bevolkingsgroepen, maar een kundige regisseur en dirigent zijn wel in staat om slaginstrumenten met verschillende tonen tot een prachtig klinkend geheel te maken, een product dat we overal op de wereld met trots op podia kunnen presenteren. Wat we in onze samenleving missen, is de regisseur en de dirigent die boven de bevolkingsgroepen staat en het integratieproces versnelt. Staatshoofden hebben in het verleden dat kenmerk moeten ontberen, het huidige benadert de kenmerken het meest, maar is nog niet in staat om de perfect te regisseren en te dirigeren zoals het lukt op de kunst- en cultuurpodia. Alhoewel de Suriname Night en de Alakondre drong alleen maar aanmoediging en waardering geniet, ontkomen wij er niet aan om enkele verbeterpunten aan te dragen, temeer daar wij ervan uitgaan dat deze er zijn om te blijven en te rijpen. In de eerste plaats moet er een evenwicht zijn in de kwaliteit van de vocalisten, dichters en muzikanten van de verschillende cultuuraspecten. We stelden eerder dat soms de beste originele vertolkers en cultuurdragers in Nederland of USA zitten. Dat maakt een perfecte presentatie duurder, maar er zijn cultuurtoppers uit Nederland aanwezig, doch we missen die uit de Javaanse cultuuraspecten. Er zijn wellicht geen jonge cultuurtoppers uit de groep. De prominente zangers en muzikanten uit deze groep neigen bijvoorbeeld naar andere meer dominante culturen en stellen geen belang in het voortzetten van het in het Caribisch gebied unieke (Surinaams-)Javaanse cultuur. Wat ook voor verbetering vatbaar is, is het feit dat Surinaamse muzikale grootheden uit de verschillende segmenten niet worden geëerd. Zo moesten zeker een paar namen worden genoemd en moesten hun portretten ook worden geprojecteerd om deze mannen zichtbaar te maken. We denken dan wat betreft de Hindoestanen dan aan grensoverschrijdende Caribische artiesten, die vorm hebben helpen geven aan Caribische muziek zoals Ramdew Chaitoe, Kries Ramkhelawan, Rampersad Ramkhelawan, Harry Sewbalak en Dropati. Eerstgenoemde is een Caribische legende en was in de Caribbean zo populair dat internationale artiesten als het echtpaar ‘Babla and Kanchan’ zijn liedjes nazongen. Hij kwam in aanmerking voor een gouden plaat in de jaren ’70. Veel kinderen in de Caribbean zijn vernoemd naar laatstgenoemde legendarische zangeres. We blijven in Suriname steken bij Dobru, die overigens alle credit verdient dat hij krijgt. Maar wij hebben meer. Wij hebben een Edgar Cairo, een Astrid Roemer, een Albert Helman (Lou Lichtveld) en nog zoveel meer. Stuk voor stuk persoonlijkheden die zich uitzonderlijk laten portretteren. Ook in de stadscreoolse groepen zijn er artiesten en bands die het totale Surinaamse muziek, ook de Hindoestaanse baithak gana, hebben beïnvloed. We blijven zo een beetje steken bij Lieve Hugo, die overigens ook alle credit die hij krijgt dubbel en dwars waard is. Wat ook een minpunt is in het algemeen is dat onze officiële combo’s als die van het leger en de politie het niet durven om bijvoorbeeld ook nationalistische liederen uit het Sarnami en het Javaans, en die bestaan er wel degelijk in ruime mate, eens op te voeren. We blijven steken bij de oude Creoolse teksten, die overigens alle credit verdienen die zij krijgen. Specifiek wat Suriname Night betreft, moet er op de achtergrond meer uitleg worden gegeven van de oorsprong en functie van bepaalde teksten en moeten artiesten in staat zijn om hetgeen ze zingen in de meest toegankelijke of officiële taal uit te leggen/te vertalen. De Suriname Night moet steeds herhaald worden en een min of meer vaste patroon krijgen met ruimte voor de artistieke improvisatie, in elk geval rond 25 november en de dagen waarop bevrijding of aankomst van bepaalde bevolkingsgroepen wordt gevierd. De Suriname Night gaf een goed gevoel en heeft grensoverschrijdende potentie.

error: Kopiëren mag niet!