Suriname heeft meer voordeel in aangaan verbindingen met economieën eerste wereld

Hoewel er fundamentele verschillen bestaan tussen Suriname en sommige Afrikaanse landen, mag dat geen enkel land weerhouden om internationale betrekkingen aan te gaan. Wel moet gekeken worden naar de moeite die een staat neemt om betrekkingen aan te knopen met een land dat ver af ligt van de thuisbasis. Men kan het idee dan in herbeschouwing nemen, vooral wanneer blijkt dat het desbetreffende land niet echt over een sterke economie beschikt. Oud-ambassadeur Sonny Hira geeft aan dat het beter zou zijn als alle moeite en kosten gestopt worden door relaties aan te gaan met landen waar er concreet veel meer uit te halen valt. “Ik denk bijvoorbeeld aan het aanknopen van handelsbetrekkingen met Canada of met sommige delen van de Europese Unie. Tegen die achtergrond zou ik wel een zekere mate van voorkeur uitspreken voor het versterken van diplomatieke betrekkingen met staten die over sterke economieën beschikken. Zulks bekeken tegen de achtergrond dat twee staten waar de economie al met enige moeite op gang komt, twee zwakke broeders dus, elkaar nauwelijks de helpende hand kunnen bieden om uit de problemen te geraken. Tegen die achtergrond zou ik zeker ook wel willen zeggen: ‘Suriname, kijk toch beter uit en kies politieke partners die je aanzienlijk meer kunnen helpen’. Het is voor ons land Suriname dus zeker te verkiezen om met eerste wereldeconomieën in zee te gaan. Ieder staatshoofd heeft het recht echter te bepalen waar hij met zijn land naar toe wil “, zegt Hira. “Maar we gaan er natuurlijk steeds van uit dat onze beleidsmakers, met als speerpunt in de voorhoede onze president, steeds het beste voor heeft voor ons mooi land.”
Betrekkingen worden aangegaan met een bepaald doel
Suriname en Ivoorkust hebben op 12 juli 2017 een raamwerkovereenkomst van samenwerking met elkaar ondertekend. De ondertekeningplechtigheid vond plaats op het ministerie van Buitenlandse Zaken van Ivoorkust in Abidjan. Deze overeenkomst voorziet in mogelijkheden tot samenwerking op gebieden zoals landbouw, veeteelt, visserij, toerisme, onderwijs, handel en cultuur. Verder voorziet de overeenkomst in de instelling van een gemengde commissie die nodige invulling zal geven aan de samenwerking en door de ministers van Buitenlandse Zaken van beide landen zal worden voorgezeten. Het aangaan van diplomatieke betrekkingen is een aangelegenheid die dateert sinds de periode van het Romeinse rijk waarbij gezanten van staten werden uitgewisseld met een bepaald doel. Toen was dit doel gericht op het vergemakkelijken van de wederzijdse handelsbetrekkingen. Ook op het gebied van militaire aangelegenheden werd er overlegd met behulp van vertegenwoordigers. ‘Dit is door de geschiedenis heen blijven voortbestaan’, zegt Hira. In de 20ste eeuw, en wel in april 1968, werd in Wenen na jarenlange onderhandelingen tussen soevereine staten een internationaal Verdrag inzake Diplomatiek Verkeer ondertekend. In 1963 werd het Verdrag van Wenen inzake Consulair Verkeer getekend. Deze twee internationale verdragen waren uiteindelijk de basis waarop betrekkingen tussen onafhankelijke staten zijn geregeld. “Staten kunnen besluiten diplomatieke betrekkingen met elkaar aan te gaan aan de hand van een aantal factoren en of redenen. Zo kunnen er afspraken gemaakt worden rond internationale politiek, handel en economie, personenverkeer, immigratie, onderwijs en cultuur. Er zijn met andere woorden genoeg vlakken waarop een eventuele samenwerking of diplomatieke betrekking tussen twee staten gebaseerd kunnen zijn. Het aangaan van betrekkingen heeft in ieder geval als voornaamste doel om bepaalde voordelen te halen uit deze relatie”, verklaarde de oud-ambassadeur.
Procedures in acht nemen
Er zijn bepaalde procedures die in acht genomen moeten worden, die staan aangegeven in het internationaal recht alsook de twee eerder genoemde verdragen. Een belangrijke voorwaarde is dat de staten sowieso soeverein moeten zijn. “Je moet de wil tot het aangaan van die betrekking per diplomatieke nota kenbaar maken aan de andere staat. Wanneer de wil om een betrekking aan te gaan kenbaar is gemaakt, wordt de datum bekendgemaakt en de voorwaarden die zullen gelden bij die betrekkingen.” Vanwege het feit dat wij in die moderne en geavanceerde 21ste eeuw verkeren, waarbij communicatie heel snel en soepel verloopt en er met een druk op de knop tot aan het andere eind van de wereld met elkaar gecommuniceerd kan worden, zijn afstanden en het aangaan van verbindingen geen belangrijke factor meer. Wat zeker van belang is, volgens Hira, zijn de politieke doelen en structuren die landen gemeen hebben met elkaar en men moet dan nagaan of er op grond daarvan een samenwerking overeengekomen kan worden. “Momenteel hebben we diplomatieke betrekkingen met China, India en Indonesië. Dat is een relatie die vooral gefundeerd zijn op de culturele banden. Doordat vanuit deze landen contractarbeiders zijn gehaald is de culturele achtergrond met deze landen sterk , vanwege de nakomelingen die Suriname aan heeft overgehouden. Ook met Zuid Afrika is dat het geval. De afstand tussen Afrika en Suriname is nu betrekkelijk kort. Het is dus niet ondenkbaar dat het staatshoofd van ons land besluit om vriendschappelijke betrekkingen aan te knopen met een van de landen als hij de overtuiging draagt dat dit tot voordelen voor Suriname kan leiden. Dat is overigens ook het doel van de VN, dat staten op grond van vriendschappelijke betrekkingen de internationale vrede bevorderen”, aldus Hira.

error: Kopiëren mag niet!