Suriname beoordeeld op mensenrechten

De VN Mensenrechtenraad heeft de op donderdag aangenomen mensenrechtenaanbevelingen naar Suriname toe aangeduid als de ‘universal periodic review’. De raad doet aanbevelingen die door het lidstaat ook moeten worden geaccepteerd. Pas dan moeten er verwachtingen internationaal zijn voor uitvoering van de maatregelen. Suriname heeft, naar internationaal wordt gerapporteerd, 75% van de aanbevelingen aangenomen en zou al bezig zijn om het uit te voeren. Dat komt neer op 116 van de 148 aanbevelingen. Suriname kon echter concreet maar 1 punt opnoemen dat in uitvoering zou en dat is betreffende de seksuele oriëntatie en genderidentiteit in Suriname. Het land heeft een werkgroep geïnstalleerd, die brede consultaties moet houden met maatschappelijke groepen in de samenleving. De Surinaamse ambassadeur naar Frankrijk, Reggie Nelson, zou namens Suriname zaken hebben gedaan bij de mensenrechtenraad. De raad is wel van mening dat Suriname vorderingen heeft geboekt wat betreft gender issues en is van mening dat Suriname aandacht heeft voor kwetsbare groepen in de samenleving, ondanks het land zelf een kwetsbaar land is als ‘small island developing state’ (een Sids-land). Suriname is het eens met de ratificatie van een aantal mensenrechtenverdragen, waarmee de internationale instituten de implementatie van de uitvoering meten en aansturen. Suriname accepteerde zo de ratificatie van het antimartelingenverdrag en het verdrag of protocol betreffende de gedwongen verdwijningen. De ratificatie van een heleboel verdragen is door de mensenrechtenraad aanbevolen en deze moeten nationaal eerst goed doorgesproken worden. Opmerkelijk was de ondersteuning van Venezuela voor Suriname. Dit land gaf in de mensenrechtenraad aan dat Suriname vrije geneeskundige zorg verleent aan kinderen, hetgeen correct is. Het land gaf aan dat er in Suriname vrij voedsel en assistentie verschaft wordt aan mensen met een beperking. We weten niet of dit laatste helemaal waar is. Bahamas complimenteerde Suriname met zijn vorderingen ondanks de uitdagingen als klein land. Ook China was vol lof en benadrukte de harmonie in het land tussen de verschillende etnische groepen. Cuba memoreerde dat Suriname positief is ingesteld wanneer het gaat om de discriminatie tegen vrouwen. Ook India, Indonesië, de Malediven, Nicaragua, Nigeria, Pakistan, Paraguay, Zuid Korea, Haïti en Sierra Leone benadrukten vorderingen en aanbevelingen met betrekking tot de migrant workers (migrantenarbeiders) en hun families, huiselijk geweld, moederschapsbescherming en kinderbescherming, de afschaffing van de doodstraf, vrouwenrechten, mensenhandel, het opzetten van een Nationaal Mensenrechteninstituut, kinderarbeid, nationaal plan voor kinderen, de participatie van vrouwen in de politiek, het opschroeven van de leeftijd voor verplicht onderwijs van 16 naar 17 (?), kinderhuwelijken en wetgeving voor mensen met een beperking. Bij de UPR zijn de landen voorzichtig en diplomatisch geweest zoals het hoort in deze instituten. De vraag is wel of alles goed bekend is in de raad, vooral wat betreft de situatie de laatste maanden. Dat heeft wellicht te maken met de rapportageperiode die men heeft bekeken en die hoeft niet te gaan tot september 2016. Op het gebied van de gendergelijkheid is het een feit dat er nog een heleboel is te realiseren. Er is geen wetgeving om discriminatie tegen vrouwen op allerlei gebieden ergens te kunnen aankaarten, er is nu geen instituut/orgaan dat ernaar kan kijken. De economische malaise heeft onmiskenbaar een invloed op de werkgelegenheid van vrouwen en de eenoudergezinnen die veel vrouwen draaien. Opmerkelijk is de informatie dat verplicht onderwijs van kinderen verschoven is van 16 naar 17. Kinderen hebben wel vrije basiszorg, maar het onderwijs in het binnenland blijft slecht. Er zijn geen programma’s die kinderen uit kwetsbare milieus met middelen ondersteunt om op school te blijven. Veel tieners werken keihard in de middag in de bouw om hun school te financieren. Er zijn veel drop-outs onder de jongens en voor hun is er geen betekenisvolle opvang. Een andere realiteit is de kinderarbeid langs de wegen van kleine rennende kinderen, die steeds jonger worden en ook bedelen. Een ontwikkeling dat niet bekend is bij de mensenrechtenraad is dat de overheid de laatste tijd steeds de neiging heeft gehad om in rechtszaken en mensenrechten gerelateerde zaken in te grijpen en te interveniëren met ad hoc wetgeving. De inflatie die wereldnieuws haalde, heeft de pensioenen en bijstand aan gezinnen en kinderen ook aangetast. De regering heeft op het gebied van de mens met een beperking geen significante vorderingen geboekt, ondanks harde beloftes in het partijprogramma van de regeringspartij. Het is waar dat de Surinaamse vrouw meer is gaan participeren in de politiek en beter geschoold is, maar de werkloosheid onder de vrouwen is nog altijd hoger dan onder de mannen. Verder noemen wij de kindonvriendelijke procedures die nog gehandhaafd blijven en waar verdedigende advocaten een hand in hebben wanneer het gaat om zedenzaken, waarin kinderen betrokken zijn, op zich een mentale marteling voor deze kinderen.

error: Kopiëren mag niet!