Surinaamse politieke cultuur

De gezamenlijke oppositiepartijen bestaan uit 4 partijen met parlementaire vertegenwoordigers: VHP, NPS, PL en ABOP. DA’91 en SPA (arbeiderspartij) hebben geen parlementaire vertegenwoordigers. In de groep van oppositionele partijen is de participatie van de ABOP en de PL zeer opmerkelijk en geen factor die massa aantrekt. De ABOP heeft een volle termijn het totale beleid van de NDP + regering ondersteund. Er is persoonlijk kritiek geleverd op bijvoorbeeld de VHP-voorzitter. Minister Van Dijk-Silos heeft tenminste 1 keer op de radio kenbaar gemaakt hoe de laatste Abop-minister op Juspol duidelijk zou hebben gezegd dat ze ambtenaren van een bepaalde bevolkingsgroep niet in aanmerking zou laten komen voor een bevordering. Deze zelfde minister zit nu uren achter elkaar af te geven op een ongewijzigd politiek systeem dat hij met hand en tand heeft verdedigd. Deze ex-minister was de grootste vijand van de VHP.
De PL (Paul Somohardjo) heeft enkele jaren onvoorwaardelijk het NDP-beleid verdedigd, waarvan het grootste voorbeeld is de aanname van de Amnestiewet. De gezamenlijke oppositiepartijen zijn heel moeilijk als een geheel aan te merken, het is en plastisch en geforceerde eenheid die niet appelleert aan de massa, alleen aan de structuren.
Het minste schuld hebben de VHP en de NPS, maar van die kan ook gezegd worden dat zij het zaad van de misère hebben geplant. Ondanks een goed politiek en economisch klimaat is men niet gekomen tot de massale creatie van banen en het binnenhalen van investeerders in de duurzame sectoren door onderlinge verschillen tussen producenten-en consumentenpartijen…”. Letterlijk overgenomen uit redactioneel commentaar van DBS editie 16 mei 2017.
Leendert Doerga

error: Kopiëren mag niet!