Strafrechtspleging andere wending met DNA-onderzoek

De strafrechtspleging en de opsporing van strafbare feiten neemt een andere wending in Suriname wanneer DNA-onderzoeken geïnstitutionaliseerd worden in het strafrechtssysteem. Voor behandeling was gisteren mede op agenda gebracht de ontwerpwet houdende regels tot de instelling van een DNA-databank en daaraan gekoppeld de wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering. Uit de wettelijke maatregelen is duidelijk dat men DNA-onderzoek wil inzetten om de kwaliteit van de strafrechtspleging te verhogen. Wat de wetboeken betreft, gaat het om uitbreiding van de dwangmiddelen om DNA-materiaal af te staan en is uitsluitend bedoeld voor verdachten. Het DNA-onderzoek zal alleen mogelijk zijn, net als de overige dwangmiddelen, bij delicten waarop voorlopige hechtenis mogelijk is. De bedoeling is dat nu DNA-onderzoek gesteld zal zijn op wettelijke gronden en dat er tegelijk een DNA-databank ontstaat. Deze databank moet adequaat worden beheerd en in principe hoort daar een ‘wet bescherming persoonsgegevens’. Suriname is 10 jaar laat met de invoering van wetgeving met betrekking tot DNA-onderzoek. Suriname kent geen traditie van het gebruiken van DNA-materiaal bij strafzaken. In strafzaken is DNA-onderzoek belangrijk bij forensisch onderzoek. Forensisch DNA-onderzoek omvat het vergelijken van DNA-profie¬len van personen met DNA-profielen van sporen. Ook het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken en het vaststellen van verwantschap valt onder forensisch DNA-onderzoek in Nederland. DNA-onderzoek is mogelijk van sporen (afkomstig van onbekende personen), zoals haar of huiddelen. Voorts vindt er vrijwillig (en geen gedwongen) DNA-onderzoek bij verdachten of andere personen plaats die daarvoor schriftelijke toestemming hebben verleend. Maar verplicht DNA-onderzoek in opdracht van een officier van justitie of een rechter-commissaris is in dit land allang mogelijk bij verdachten van delicten, waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan en waarbij DNA-onderzoek kan bijdragen aan de oplossing van het delict. Ook is DNA-onderzoek verplicht in opdracht van een officier van justitie bij veroordeelden van delicten waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan. Hoe worden de DNA-gegevens uiteindelijk gebruikt? De DNA-profielen die voortkomen uit DNA-onderzoek aan sporen, verdachten en veroordeelden worden in de DNA-databank opgenomen en worden vervolgens vergeleken met de DNA-profielen, die al in de DNA-databank aanwezig zijn. Personen die vrijwillig meewerken, mogen zelf kiezen welk celmateriaal zij willen afstaan. Bij personen die vrijwillig meewerken, mogen gecertificeerde opsporingsambtenaren of penitentiair medewerkers wangslijm en uitgetrokken haren afnemen. In alle andere gevallen doet een arts of verpleegkundige de afname in Nederland. Afname van celmateriaal voor DNA-onderzoek bij verdachten en veroordeelden blijft achterwege als het DNA-profiel van betrokkene al is opgenomen in de DNA-databank. Voor een DNA-onderzoek is een opdracht van een officier van justitie of een rechter-commissaris vereist. DNA-profielen van sporen, verdachten, veroordeelden, overleden slachtoffers en personen die vermist worden als gevolg van (het vermoeden van een) misdrijf worden opgenomen in de DNA-databank en worden vergeleken met andere in de databank aanwezige DNA-profielen. Naast de specifieke DNA-wet- en -regelgeving is een ‘wet bescherming persoonsgegevens’ de belangrijkste wet die van toepassing is op het beheer van de DNA-databank. DNA-profielen en ook het celmateriaal waaruit DNA-profielen worden vervaardigd, beschouwt men in Nederland ook als persoonsgegevens. De DNA-databank is een databank waarin persoonsgegevens worden verwerkt en waarop een wet bescherming persoonsgegevens van toepassing is. Niet alle regels in de wet bescherming persoonsgegevens kunnen worden toegepast. Voorts is er in dit land een ‘College bescherming persoonsgegevens’ belast met het toezicht op de naleving van de ‘wet bescherming persoonsgegevens’. Op grond van een wet bescherming persoonsgegevens moeten betrokken personen recht hebben op inzage van hun gegevens en correctie bij onjuistheid daarvan. De wetgeving moet beslissen dat gegevens uit de DNA-databank alleen aan personen uit de strafrechtsketen verstrekt mogen worden. De vraag rijst uiteraard in hoeverre DNA-materiaal kan worden afgenomen van mensen met een bepaalde geloofsovertuiging die op een zekere wijze omgaan met bloed- en bloedproducten. De strafrechtpraktijk kan ertoe leiden dat overwegend leden van een bepaalde maatschappelijke groep onderworpen worden aan DNA-onderzoek en eventueel oververtegenwoordiging in de DNA-databank. Dit moet niet leiden tot gevoelens van discriminatie en stigmatisering van die groepen. Het risico is dat verdergaande aversie ontstaat bij deze groepen tegen de politie. In landen waar DNA-databanken bestaan, vindt men dat de Staat te ver gaat in het controleren van de eigen burgers. Uitgebreide databanken kunnen als resultaat hebben dat de burgerij het gevoel krijgt dat men onterecht al bij voorbaat tot een soort verdachte is aangemerkt. Uiteraard brengt het aanleggen, onderhouden en beschermen van een DNA-databank kosten met zich mee. De vraag rijst of deze kosten opwegen tegen de voordelen die men krijgt als men DNA-onderzoek succesvol gebruikt in strafzaken. Een zaak waarmee ook rekening moet worden gehouden, is het serieuze corruptieprobleem in Suriname dat zijn toegang heeft gevonden in alle geledingen van de samenleving, inclusief de opsporing en vervolging. De vraag rijst of ambtenaren geen misbruik zullen maken van DNA-gegevens en DNA-profielen die ter beschikking zijn. In een land waar er veel eenoudergezinnen zijn en veel vaders hun verantwoordelijkheid niet nemen wat betreft de zorg van hun kind, is de vraag of gegevens uit de DNA-databank eventueel in een civiel rechtsgeding kunnen worden gebruikt om het biologisch vaderschap vast te stellen. DNA-materiaal en –onderzoek kan helpen bij het vaststellen van schuldigen, maar ook bij het vaststellen van onschuldigen. De wetgeving is op zijn minst een decennium laat in Suriname. Het is zaak dat het wetsontwerp gebalanceerd wordt behandeld en dat complete wetgeving met ook aspecten ter zake bescherming van persoonsgegevens wordt aangenomen.

error: Kopiëren mag niet!