Stanley Henkeman: “Is het wishful thinking dat er vrede zal zijn in het land?”

Stanley Henkeman
Stanley Henkeman
“Is het wishful thinking dat er vrede zal zijn in het land?” Met deze retorische vraag, startte Stanley Henkeman, directeur van het Zuid-Afrikaanse Intitute fot Justice an Reconciliation (IJR) zijn lezing, onlangs in het Lalla Rookh-gebouw. De lezing werd georganiseerd door het Comité Slachtoffers en Nabestaanden van politiek geweld. Het doel was om beter inzicht te krijgen in het beginsel van dialoog om een oplossing te vinden voor de effecten van de 8 december gebeurtenissen en de binnenlandse oorlog. Zuid-Afrika heeft ook nog een lange weg te gaan voor wat betreft reconciliation (verzoening), maar men praat daar al openhartig over de problemen die zich daar voordoen.
Henkeman sprak meer in het kader van mensenrechten, gelinkt met Transitional Justice (overgangsgerechtigheid). Volgens de directeur heeft dit allemaal te maken met de toekomst. “Hoe wij met ons verleden omgaan, geeft een indicatie van wat voor samenleving je in de toekomst krijgt. Als je niet praat over het verleden, zal het je in de toekomst achtervolgen en de komende generatie zal ons dat kwalijk nemen”, vertelt Henkeman.
Transitional justice is anders dan strafrecht. Het gaat om het beschrijven van de samenleving die in de toekomst gewenst is. Transitional justice neemt naar een dieper en breder kijk op gerechtigheid. “Als je een strafbaar feit begaat, moet je gestraft worden. Maar what about de mensen die criminele daden verrichten in de naam van revolutie?”, vroeg Henkeman retorisch. Volgens hem voldoet overgangsgerechtigheid juist beter aan de noden van een slachtoffer of nabestaande.
Hiervoor somde hij vijf belangrijke aspecten op. Bij overgangsgerechtigheid is het ten eerste van belang dat mensen aansprakelijk worden gesteld. Ten tweede is belangrijk het beginsel van waarheidsvinding. Mensen moeten alles vertellen. Dit is in ieder geval op alle mogelijke verdachten van toepassing. Ten derde komt aan de orde verzoening. Relaties in het verleden ondergaan verandering. Verzoening moet in ieder geval op de toekomst gericht zijn. Het moet ook lokaal worden geïnitieerd en lokaal worden gestuurd. Voorbeelden van interventies die fataal zijn geworden, zijn in Iraq en Syrië te merken.
Ten vierde is van belang institutionele hervorming. Een land kan niet dezelfde instituten behouden die tot deze problemen hadden geleid. Ten slotte komt aan de orde de schadeloosstelling. Een van de grote fouten die volgens Henkeman wordt gemaakt, is dat er van de slachtoffers wordt gevraagd om de daders te vergeven. “Zij moeten juist de ondersteuning krijgen om op hun benen te kunnen staan en hun leven te starten. Je kunt mensen niet gewoon vragen om te vergeven in nationaal belang. Natuurlijk omdat degene die meestal vraagt niet heeft moeten lijden”, meent Henkeman.
Ook het onderwerp van amnestie werd door Henkeman aan de orde gesteld. Echter is volgens hem van belang dat de daders altijd de waarheid vertellen. De dader moet ook bewijzen dat zijn daad door politieke motieven werd geleid. Alles wat men gedaan heeft, moest proportioneel zijn aan het doel. “Mensen zijn vermoord en huizen zijn verbrand. Een ‘sorry’ alleen zal niet helpen. Transitional justice moet ertoe leiden dat cyclus van wraak wordt doorbroken”, aldus Henkeman. Uiteindelijk zal deze methode volgens Henkeman moeten leiden tot rust en vrede onder Surinamers.

error: Kopiëren mag niet!