Staatsolie in kijkers

‘Mismanagement en malversaties bij Staatsolie’. Zo luidt de eerste verrichting van de Antcorruption Society (ACS). Naar aanleiding hiervan is er een smaad/lasterwaarschuwing al de deur uit gegaan namens Staatsolie. De ACS is opgericht door de mondiaal erkende wetenschapper van Surinaamse komaf, professor Hubert Rampersad. Alle welvarende landen zien er heil in om beter te worden middels de diensten van deze wetenschapper met een Surinaamse achtergrond, alleen Suriname en Surinamers achten zich te groot voor de prof. Het eerste artikel gaat over ‘onze nationale trots’ of … gaat het om een valse trots omdat we niet geinformeerd willen zijn over dot bedrijf? Hebben we niet eens recht om om maar op 1 bedrijf trots te zijn. De prof is voorzichtig in zijn artikel omdat hij oppast voor de dure advocaten van Staatsolie, maar hij is niet minder informatief. Een kort ovrzicht van de feiten volgens Rampersad. Directeur Waaldijk van Staatsolie tekende in juni 2011 een contract van US$ 424 miljoen met het Italiaanse Saipem voor de raffinaderij-uitbreiding. In april 2014 zou de raffinaderij in productie gaan, maar dat is nog steeds niet het geval. Volgens een artikel waar de Rampersad aan refereert zou door verlate opstart op maandbasis 10 miljoen US dollars meerkosten bijkomen. De prof memoreert dat Saipem een corrupt bedrijf zou zijn. Over het bovenstaande en een claim van USD 50 mln die een buitenlandse bedrijf legt op het bedrijf, hebben een aantal oppositieleden in DNA een brief geschreven en vragen gesteld aan de president vorige maand. De prof stuit over een aantal zaken. Dat ondanks de bekende dubieuze reputatie van Saipem de deal is doorgedrukt door Waaldijk. De naam van Saipem wordt door de Wall Street Journal genoemd voor corruptie in Brazilie en Nigeria. Voor de zaken in laatste land zouden er hoge boetes en beslagleggingen hebben plaatsgevonden. Rampersad hekelt ook het feit dat Staatsolie zelf de directie wilde voeren, terwijl men zich op de core business moest focussen. Waarom wilde Staatsolie zelf de rafinaderij bouwen en Saipem als onderaannemer kiezen vraagt Rampersad zich af. Zijn verklaring is dat al zo het mogelijk wordt om de USD 424 miljoen naar willekeur uit te besteden en commissie (steekpenningen) per onderaannemer op te strijken. Onder andere deze twee zaken komen volgens de prof neer op puur mismanagement en malversaties ‘van de eerste orde’. Hij stelt dat elders de complete directie beboet en ontslagen zou worden. Rampersad valt ook over de claim van ‘de zeer corrupte’ Ballast Nedam op Staatsolie van USD 50 miljoen. Volgens hem is het frappant dat Ballast de vorige werkgever was van de huidige algemeen directeur van Staatsolie. Rampersad hekelt ook het feit dat het ethanol- en suikerproject voor onbepaalde tijd zijn gestopt, terwijl er tientallen miljoenen US dollars hieraan zijn besteed. De prof noemt ook in zijn artikel het feit dat 9 Surinamers samen USD 722.3 miljoen hebben staan op banken in Zwitserland. Het betreffende artikel stelt echter dat maar 1 van de rekeninghouders de Surinaamse nationaliteit dragen. Acht cliënten hebben hun bankrekeningen tussen 2000 en 2005 geopend. Suriname staat volgens de uitgelekte documenten op de 52ste plaats tussen de landen met de grootste bedragen in dollars. Dat is weer een hoge notering in ee foute classificatie. ‘De persoon die Staatsolie kan runnen moet een tot de nieren eerlijk persoon zijn. Integer in persoon , dus als individu en integer in puliek. Een persoon met hoge etische normen en waarden. Een persoon die een goede naam voorop stelt. Bovenal een Godvrezend mens’, is de reactie van de Ping-voorzitter op het artikel over Staatsolie. Hier lijkt het er veel op dat de partijvoorzitter het over zichzelf heeft. Interessant is de opmerkig op de website van de ACS dat minister Andy Rusland kennelijk iemand van ACS en hoogstwaarschijnlijk Rampersad zelf op 30 oktober “in een dronken bui” in een cafe in Paramaribo gezegd zou hebben dat “deze anticorruption movement” “gelul” is. Rusland was er op Financien om de financiele reconstructie door te voeren en het financiele huishouden structureel en fundamenteel gezond te maken. Wat heeft hij ervan gebakken? Totaal niets en hij heeft nooit verantwoording afgelegd hoe het is afgelopen met de financiele reconstructie. Er is een brief geschreven naar de ACS-oprichter en de hoofdaanklacht is dat de vlag de lading niet dekt. Er zouden dus geen concrete feiten zijn om tot de conclusie van mismanagment en malversaties te komen. Enigszins heeft de klager wel gelijk, alhoewel wel gezegd moet worden dat er redelijke gronden zijn voor twijfels. Er zijn meer concrete feiten nodig zoals de namen van mensen die achter dienstverlenende bedrijven en bemiddelaars en inkopers staan. De ACS werpt een bal op, maar de gemeenschap zal niet uit de school klappen. Er is een angst voor rancune in Suriname en er is geen enkel kredietwaardig instituut waar je terecht zou kunnen om verhaal te halen. Klokkenluiders worden heel onvriendelijke en zelfs vijandelijk behandeld door de Staat. De ACS is een goed initiatief, maar zonder goede journalistieke rechercheurs zal het bij steeds bij een goed bedoelde maar oppervlakkige ‘aanzet’ blijven. In deze onvolwaardige democratie en rechtstaat is de burger niet in de gelegenheid om een aanzet verder te verrijken met informatie. De meeste mensen willen niet maar machtsmiddelen grijpen om genoegdoening te krijgen, men zal liever verhuizen. En dat gaat juist een brug te ver voor vele Surinamers in het Suriname van 2015.

error: Kopiëren mag niet!