Simons: ‘Behouden huidige bosbedekking vergt ander soort ontwikkelingsstrategie’

Reynold Simons, directeur Planbureau
Reynold Simons, directeur Planbureau
De tweede dag van de High Forestation Low Deforestation (HFLD) Climate Conference 2019 begon met de sterke realiteit van Suriname: de keuze tussen mijnbouw of behoud van ons bos.
Bosbedekking als een centrale keus in ons ontwikkelingsstrategie vergt veel meer dan alleen maar het praten over de noodzaak van ‘het behoud van 93% bos’. “Terwijl wij het hebben over het bos, gaat het om de ontwikkeling van Suriname en het pad dat wij bewandelen”, stelt Reynold Simons, directeur Stichting Planbureau Suriname.
Suriname is het werelds meest beboste land procentueel. 15.2 miljoen hectaren (93%) aan land is groen. De geschatte opslag van CO2 in Suriname lag in de buurt van 12 gigaton in 2017.
Het land ondersteunt de wereld klimaatsveranderingsdoelen. Suriname ziet echter weinig fondsen die hem bewegen richting een meer milieuvriendelijke economie. De condities gesteld voor het in aanmerking komen voor fondsen zijn volgens Simons oneerlijk. Het land neemt allang CO2 op met zijn bos. Dit product wordt aan de wereld al aangeboden. “Het is oneerlijk, dat terwijl jij produceert en je product levert, de financiering gelimiteerd blijft”, meent Simons.
Suriname heeft niet alleen een noodzaak in het ontwikkelen van zijn natuurlijke hulpbronnen, maar ook de nodige infrastructuur en energie. Het land is jaren afhankelijk geweest van de mijnbouw. In de afgelopen 30 jaren is de mijnbouw ook significant toegenomen. Het inkomen van het land uit de mijnbouw in de afgelopen 20-25 jaren was ruim $189 miljoen per jaar. In tegenstelling is de totale investering die het land heeft verkregen om zich aan klimaatverandering aan te passen volgens Simons maar een fractie van de investering van de mijnbouw in Suriname.
Voor wat de toekomst betreft, komen de meestbelovende groeiperspectieven voor Suriname uit de mijnbouwsector.
“Suriname is op een pad van ontwikkeling. Er zijn mensen die komen en miljarden dollars willen investeren. Wij kunnen de mensen geen ‘neen’ aanzeggen en niet kiezen voor het pad van ontwikkeling. Je kunt daarom niet aan de andere kant ‘mogelijke’ fondsen hebben en condities die plannen voor de komende 15 jaren, eigenlijk een onmogelijke klus. Er zijn concurrerende wegen van ontwikkeling. De investeringen dienen met die realiteit te leven”, meent Simons.
Suriname heeft een greenstonebelt (goudader) van ruim 2.8 miljoen hectaren of ruim 20% van haar totale bosgebied. Er worden ruim 54.000 mijnlocaties in dit gebied geprojecteerd. Het land heeft alleen in het Bakhuysgebied ruim 280 miljoen metrische ton aan bauxiet en een energiepotentie dat ruim 800 km2 aan land zal vergen om energie op te wekken. Als Suriname ervoor kiest om op het pad van de mijnbouw voort te gaan (met de twee voornoemde opties), zal het ruim 50% van haar bosbedekking moeten afstaan.
Simons schetste de gevoelige economische situatie van Suriname. Een situatie, onderhevig aan invloeden van buitenaf, die mogelijk is vanwege de kleinschaligheid van de economie. Daarnaast sprak hij in de context van gevoeligheid ook over de stijgende zeespiegel. Het land wordt ook geconfronteerd met sterke rukwinden.
Het behouden van de huidige bosbedekking vergt een heel ander soort ontwikkelingsstrategie van Suriname. Een strategie die vooral anders is dan die welke in de afgelopen 100 jaren is gehanteerd. Het behoud van het bos betekent volgens de directeur een halt toeroepen aan ontbossing en het herbebossen.
Hiervoor heeft Suriname internationale ondersteuning en collaboratie nodig. De kosten van deze transitie dienen volgens Simons ook in acht genomen te worden. De totale ontbossing in het land tussen 2000-2017 was 72.260,83 hectaren. Ontbossing gaat snel. Suriname moet op korte termijn grote besluiten nemen. In het nemen van de besluiten zijn financiering en alternatieve plannen belangrijk. Simons benadrukt dat economische opties niet altijd blijven wachten.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!