Sewdien en Doelam toegelaten als advocaten

De advocaten Seema Doelam en Eshni Sewdien (foto: Kevin Ngadimin)
De advocaten Seema Doelam en Eshni Sewdien (foto: Kevin Ngadimin)
Het Hof van Justitie heeft gisteren tijdens een buitengewone openbare zitting twee advocaten beëdigd. Het gaat om de advocaten Eshni Sewdien en Seema Doelam. Met de beëdiging van deze twee is de teller van het aantal advocatenkomen te staan op 192. Opmerkelijk is dat de advocatuur in Suriname flink aan het verjongen is. In de afgelopen periode zijn een aantal jonge juristen toegelaten tot dit beroep. Sewdien en Doelam, die beiden stage hebben gelopen op het advocatenkantoor Lim A Po zeggen aan Dagblad Suriname dat zij zich zowel in het strafrecht als het civielrecht zullen specialiseren.
Doelam geeft aan dat zij opgelucht is dat zij eindelijk rechtstreeks belangen van recht zoekenden bij de rechter kan behartigen. Zij heeft vanaf haar afstudering als bachelor in de rechtswetenschappen stage gelopen op een advocatenkantoor. Thans heeft zij een stageperiode van zeven jaar op haar naam staan. Sewdien is in 2003 toegetreden tot het advocatenkantoor en is kort na haar afstuderen in 2013 direct begonnen met haar stageperiode. Beide dames zien het als een uitdaging dat het beroep van advocaat de laatste tijd veel aandacht krijgt. Zolang een advocaat zich blijft scholen en de juiste kwaliteiten aanbiedt denkt zij niet dat de concurrentie binnen het beroep voor problemen zal zorgen. De advocaten gaan ervan uit dat elke cliënt behandeld moet worden, zoals de advocaat dat zelf ook zou doen.
Betaling is de laatste tijd een prioriteit voor advocaten, voordat zij officieel een aanvang maken met een rechtszaak. Volgens de twee nieuwbakken advocaten hebben zij steeds geleerd dat er wel degelijk rekening gehouden moet worden met de cliënt. In de meeste gevallen worden bedragen ook aan het eind van de rechtszaak gedeclareerd.
Volgens waarnemend Hofpresident Iwan Rasoelbaks blijft het aantal aanvragen steeds stijgen, omdat er een grote interesse is in de advocatuur. Het Hof blijft echter het principe hanteren van ‘first in, first out’. Hiermee tracht zij eventuele ontevredenheid bij de groep te voorkomen. De advocatuur is thans ook een vrij en nobel beroep, maar hij vraagt ook dat vooral de Orde van Advocaten een uniformiteit hanteert ten aanzien van de bedragen die advocaten vragen om rechtsbijstand te verlenen. Rasoelbaks vroeg de nieuwbakken advocaten om geen zaken aan te nemen die geen rechtmatige vorderingen hebben. De advocatuur moet volgens hun op een hogere hoogte gehouden worden.
FR

error: Kopiëren mag niet!