Schubben

Weinig mensen zullen moeite hebben met het onderscheid tussen boven en onder of tussen voor en achter, maar een klein percentage heeft dat wèl met links en rechts. Voorzover bekend speelt het onderscheid bij dieren geen rol. Voor hun voorbestaan of voortplanting lijkt rechts of links niet van belang, al zijn er uitzonderingen. Zo zwemt er in de grote meren van centraal Afrika – Victoria, Tanganyika en Malawi – een merkwaardige vis: de ‘schubbenschraper’. Hij is van het geslacht van de cichliden ofwel ‘bekbroeders’ (wanneer er gevaar dreigt zwemmen hun jongen in de bek van hun vader of moeder en zwemmen er weer uit zodra het gevaar geweken is). Deze schubbenschraper eet de schubben van andere vissen. Die schraapt hij van hun zijkant met een vreemde, ofwel naar links ofwel naar rechts gebogen bek. De linksbekkigen schrapen de rechterflank en de rechtsbekkigen de linkerflank. Zouden zij links en rechts niet uit elkaar kunnen houden dan zouden ze jammerlijk verhongeren.
Een curieuze links-rechts metamorfose doet zich voor bij platvissen zoals schol en tong. Zij beginnen hun leven als een normaal symmetrisch visje met ogen aan beide kanten, maar na korte tijd verschuift het linker oog naar de andere kant. De vis heeft dan twee ogen op de rechter kant van zijn lijf. De vis wordt plat, asymmetrisch en blijft horizontaal op de bodem liggen. Zou zijn linkeroog niet ‘verhuizen’ dan zou het nutteloos worden. Waarom liggen platvissen altijd op dezelfde kant? Mogelijk omdat hun allereerste voorouder dat al deed en zij die gewoonte domweg erfden. Of misschien wel om aan de rechtsbekkige schubbenschraper te ontkomen.
Ofschoon symmetrie in de dierenwereld dus op een enkele uitzondering na regel is en links of rechts dieren in het dagelijks leven koud laat, speelt het onderscheid op alle biologische niveaus een rol, om nog niet te spreken van het belang van links- of rechtsdraaiendheid in de wereld van de elementaire deeltjes. Van de windingsrichting van slakkenhuizen en klimplanten, van links- en rechtsbekkige schubbenschrapers, tot links- of rechtshandig schrijvende inktkoelies of rechts- of linksbenige voetballers. De vraag is ook op welke wijze de asymmetrieën op moleculair niveau de asymmetrieën op macro niveau bepalen en of links- of rechtsdraaiende bouwstenen ook diersoorten zonder waarneembare symmetrie – zeesterren, zee-egels, kwallen, zeeanemonen – vormgeven.
Suikers en aminozuren zijn belangrijke bouwstenen van ons lichaam. Ze zijn asymmetrisch, maar consequent van één bepaald type: linksdraaiend zoals aminozuren of rechtsdraaiend zoals suikers. Ook DNA, opgebouwd uit spiralen, draait rechtsom. Het heeft ongetwijfeld alles te maken met de draairichting van de atomen, electronen, quarks en nog exotischer deeltjes waaruit ook het DNA is samengesteld.
In de mensenwereld zijn tweedelingen – links en rechts, boven en onder, sterk en zwak, lang en kort, dik en dun – gemeengoed. Mensen zouden moeilijk zonder kunnen, ook al omdat zij zelf tweezijdig symmetrisch zijn en dus een linker- en een rechterkant hebben. Daarbij wordt in het menselijke zenuwstelsel de rechterkant van het lichaam vreemd genoeg gecontroleerd door de linker hersenhelft en de linkerkant door de rechter hersenhelft. Het geldt voor benen, voeten, armen, handen en al het andere. Het excuus van sommigen dat zij ‘twee linkerhanden’ hebben moet dan ook met een korrel zout genomen worden: het duidt vaak eerder op luiheid dan op onhandigheid. Het brein is, kortom, gelateraliseerd zoals dokters zeggen. De linker hersenhelft heeft te maken met rekenen, spraak, lezen en schrijven, terwijl de rechter hersenhelft sterk betrokken is bij ruimtelijk inzicht en het herkennen van visuele beelden zoals gezichten.
Het kleine percentage mensen dat moeite heeft met het verschil tussen links en rechts – uitgezonderd dat in politieke zin – kan met dat ongemak in het algemeen zonder veel problemen leven. De kandidaat voor het rijexamen kan zich voornemen steeds als instructeur vraagt linksaf te slaan even een blik te werpen op het horloge om de linker pols. Hij kan dat het beste enigszins achteloos doen om niet de indruk te wekken alleen linksaf te willen slaan als hij weet hoe laat het is. Hetzelfde geldt mutatis mutandis de schipper waar het gaat om bakboord of stuurboord.
De relatie van dat alles met het culturele links-rechts onderscheid is niet eenduidig. In de meeste culturen is rechts de gunstige kant, de kant van het ‘Recht’, en links de ongunstige en dat is logisch waar veruit het merendeel van de mensen rechtshandig is. Rechts is de norm ook van degenen die niet ‘van de verkeerde kant’ zijn. In de Arabische wereld is links nog meer dan bij ons de sterke, mannelijke kant en links de zwakke, vrouwelijke. Maar bij de Chinezen is het precies andersom: daar zit de eregast links van zijn gastheer en je boft als een Chinees je links laat liggen. Chinezen lezen en schrijven daarentegen weer van rechts naar links.
Evenmin is bekend of het ongunstige imago van ‘links’ iets met de politieke tweedeling links – rechts te maken heeft. Als dat wèl zo is zullen de conservatieven daar wel achter zitten. Plausibeler is dat van oudsher socialistische parlementariërs toevallig in de bankjes links van het spreekgestoelte zaten en conservatieve rechts. Ofschoon het onderscheid door de in Nederland unaniem linkse pers onveranderlijk gehanteerd wordt is het in de praktijk een loze affaire geworden: de partij van Wilders wordt rechts genoemd omdat zij tegen massa-immigratie in het overvolle Nederland is ofschoon zij tegelijk het meest sociale programma van alle heeft. ‘De kogel kwam van rechts’ is het steevaste statement van de pers na een aanslag op een of andere politicus. Bleek die bij nader inzien juist van links te zijn gekomen dan hoort men er verder niets meer over.
Links of rechts in het verkeer heeft een praktischer achtergrond. Omdat de meeste mensen rechts zijn bestaat in de meeste landen rechts verkeer. Links verkeer ontstond in de tijd van de paardenkoetsen in Engeland. De meestal rechtshandige koetsier ‘op de bok’ raakte met zijn zweep regelmatig voetgangers op het trottoir en door de koets te verhuizen naar de linkerkant van weg zodat de koetsier in het midden van de rijbaan terecht kwam werd dat probleem verholpen. Na het verdwijnen van het paard uit de straten van Londen aan het begin van de twintigste eeuw bleef daar het linkse verkeer bestaan evenals in de door Engeland overheerste gebieden.
Anton van den Broek

error: Kopiëren mag niet!