Sarafina

Met zijn recente uitspraken met betrekking tot namens and faces en corruptie heeft de president eigenlijk de burgerij inclusief de media uitgenodigd om hem bij te staan bij het aanvechten van corruptie. Dat betekent dat de vrije pers haar grenzen zal opzoeken en zal ‘dieken’ in zaken die niet pluis lijken. Dat is een noodzakelijke voorwaarde voor het aanpakken van willekeur en corruptie. De media en de beleidsmakers die corruptie aanpakken, hebben nooit ruzie, ze gaan hand in hand. Conflicten gaan er pas komen als de aanpak alleen op papier is of selectief. Corruptieaanpak kent geen vrienden en vijanden. Het betekent simpelweg dat de gelijke regels voor iedereen zullen worden aangepast, ongeacht wie het mag zijn. Het betekent dat over de gehele linie zaken worden onderzocht en berecht, ook de absolute toppers in de politiek. Met dit laatste woord heeft het huidige regime wel moeite gehad en daarom hebben wij gesteld dat vooralsnog alles met een korreltje zout kan worden genomen. Dat met een niets ontziende aanpak van corruptie ook de oppositie niet gediend is, blijkt uit een verklaring van een oppositielid in de media. Men wil wel de rol van oppositie spelen, maar gaat niet tot het uiterste. Veel wordt verbloemd en afgezwakt. Als voorbeeld halen we aan de opmerking dat een oppositielid de president/regering wel het voordeel van de twijfel geeft. Als reden geeft hij aan dat de president ouder is geworden en ook wijzer is geworden. Met deze opmerkingen pacificeert het oppositielid de kritische opmerkingen die hij eerder had gemaakt die wel zinvol leken. Het oppositielid nodigde de president uit om een lijst te produceren van alle hout- en goudconcessies die vanaf 2010 zijn uitgegeven. Wij stellen dat deze openbaarheid moet komen, maar het zou vollediger zijn als de periode 2005-2010 ook werd meegenomen. Het oppositielid heeft gelijk met zijn opmerking betreffende zelfreflectie gericht aan het staatshoofd. De vraag blijft evenwel waarom de president, na 5 jaren lang het woord corruptie niet in de mond te hebben genomen, nu opeens wel komt met enkele plechtige beloftes. Opmerkelijk is dat het oppositielid vrij concreet is geweest in zijn opmerkingen over belangenverstrengeling. Zo daagde hij de president uit om te komen uitleggen wie de eigenaren zijn van de bedrijven Sarafina, Triangle Gold Mining en Alakondre Mining. Aan deze uitdaging is heel gemakkelijk het hoofd te bieden: de informatie kan door de aandeelhouders gewoon worden gepubliceerd, het hoeft niet geheim te zijn. De president en de vp kunnen zover wij weten niet betrokken zijn bij een bedrijf, dat begrijpen wij uit de grondwet. Het oppositielid zegt dat als gepubliceerd wordt wie de eigenaren van deze 3 bedrijven zijn, hij geloof zal hebben dat de daad bij het woord zal worden gevoegd. Volgens artikel 94 van de grondwet mogen de president en de vicepresident naast hun ambt geen andere politiek-bestuurlijke overheidsambten uitoefenen, bekleden zij geen functies in het bedrijfsleven of in de vakbeweging en oefenen zij evenmin andere beroepen uit. De president en de vp mogen rechtstreeks noch zijdelings deelhebber zijn in, noch borg zijn voor enige onderneming, ten grondslag hebbende een overeenkomst, om winst of voordeel, aangegaan met de Staat of met enig deel daarvan. Zij mogen, behalve openbare schuldbrieven, geen schuldvorderingen ten laste van de Staat bezitten, aldus artikel 95. De president en de vp mogen rechtstreeks noch zijdelings deelhebber zijn in enige concessie of onderneming van welke aard dan ook, in Suriname gevestigd of aldaar haar bedrijf uitoefenende (artikel 96). Deze bepalingen uit de grondwet geven duidelijk aan dat direct noch indirect via omwegen de president en de vp aandeelhouder van een bedrijf mogen zijn of concessiehouder. Ook mogen ze geen werk toeschuiven naar bedrijven waarmee ze directe of indirecte banden hebben. In de vorige periode hadden wij een vp die bekend was als een man uit het bedrijfsleven en een bedrijfseigenaar. Heeft hij toen afstand gedaan van zijn zakelijke bemoeienissen? Ook van de huidige vp is beweerd dat hij (mijnbouw)concessies zou hebben op naam van een bedrijf dat genoemd is naar zijn initialen. Op dit stuk is er geen uitsluitsel gegeven door de regering, terwijl het e.e.a. duidt op overtreding van de grondwet. We verwachten dus dat de regering zeker antwoord geeft aan het oppositielid. Hadden we de Wet Openbaarheid van Bestuur, dan hadden de media gewoon naar het ministerie van NH kunnen stappen en vragen naar de ongecensureerde informatie. Kennelijk hebben de politici niet door wat een volwaardige WOB allemaal inhoudt. Deze wet houdt in dat in beginsel alle overheidsinformatie, inclusief financiële, openbaar is, tenzij de belangen van staatsveiligheid zich daartegen verzetten. In het concrete geval zou NH wel inzage mogen geven in de stukken, waaruit blijkt welke concessies deze drie bedrijven hebben en wie er allemaal achter zit. Vooralsnog is er geen cultuur van transparantie, zelfs eenvoudige informatie waarop het parlement recht heeft, wordt de DNA en de samenleving onthouden. Tussen deze houding en een WOB is er nog een kloof die onoverbrugbaar lijkt.

error: Kopiëren mag niet!