Sancties VS en EU tegen Rusland …een kans of een gemiste kans

Het is al een enige poos onrustig in Oost-Europa. Sinds de pro Russische president Viktor Janoekovytsj is verdreven, hebben pro westerse politici het land in handen, Oekraïne was een voormalige staat van de Sovjet Unie. De president van de SU gaf in 1954 de Krim aan Oekraïne.
Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie werd Oekraïne een onafhankelijke staat met nog steeds een sterke Russische invloed. De laatste jaren hebben steeds meer voormalige Sovjet landen toenadering gezocht bij het westen waarbij landen zoals Estland, Letland en Litouwen lid zijn geworden van de NAVO (de toenmalige vijand van de Sovjet Unie)
De laatste jaren is Rusland economisch en militair weer aan het groeien en breidt Rusland zijn invloed weer uit op de voormalige Sovjet staten. Rusland is met die landen bezig een Euraziatische unie op te richten en wil graag de voormalige Sovjetlanden erin hebben.
Bij de Russen op de Krim was het gevoel er altijd dat zij bij Rusland horen. Door de onrust die er is ontstaan heeft Rusland de Krim ingelijfd en steunt volgens het westen de pro Russische separatisten in Oekraïne. De EU en de Verenigde Staten van Amerika die allang blij zijn dat Oekraïne in hun invloedsfeer komt, hebben Rusland om bovengenoemde redenen wat pijnlijke sancties opgelegd. Rusland op zijn beurt is met tegensancties gekomen en weert dus haast alle agrarische producten uit landen die sancties aan Rusland hebben opgelegd. Hierdoor is de Russische markt die voor 20 % afhankelijk was van de import uit de EU voor een jaar gesloten voor agrarische producten die weliswaar 5.3.miljard Euro vertegenwoordigt.
Rusland heeft dus behoefte aan die producten (waarop zij zelf sancties hebben gelegd). Een aantal landen heeft al ingespeeld op deze situatie in Rusland. Zo heeft Brazilië aangegeven dat de sancties die Rusland heeft ingesteld tegen de EU en VSA in hun voordeel zullen zijn. De krant Folha de São Paulo meldde dat het aantal Braziliaanse vleesverwerkingsbedrijven dat aan Rusland mag leveren is uitgebreid van 30 naar 90. Ecuador kan zijn export van vis en schaal- en schelpdieren uitbreiden, alsmede van groenten, fruit en bloemen. Het land is een van de belangrijkste bloemenproducenten in Latijns-Amerika.
Chili heeft ook vlees, vooral varkensvlees, zalm en fruit in de aanbieding en ook Argentinië heeft belangstelling om de export van fruit, bijvoorbeeld appels en sinaasappels, naar Rusland te verhogen.Nederlandse groente- en fruittelers exporteren jaarlijks voor 600 miljoen Euro naar Rusland. België exporteert jaarlijks voor ruim 50 miljoen euro aan varkensvlees naar Rusland. Volgens de federatie (welke federatie?) zullen 500 tot 5000 arbeidsplaatsen overbodig worden (waar?). Tomaten en paprika’s hadden voor Nederland een exportwaarde van 120 miljoen euro. Spanje exporteerde 37000 ton Spaanse tomaten en 33000 ton mandarijn en sinaasappels naar Rusland. Zo kunnen we doorgaan.
Wat doet Suriname?
Dit zou een kans kunnen zijn voor de Surinaamse agrariërs om zich eindelijk te bundelen om zo een graantje te kunnen meepikken van de vele miljarden dollars die nu richting de Latijns Amerikaanse landen gaan. Bij deze mis ik een integrale aanpak van de Surinaamse overheid c.q. het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Landbouw veeteelt en visserij. Of ben ik misschien een beetje te voorbarig? Of zijn we bang dat het westen ons met tegenmaatregelen gaat bestoken? Hoe snel zouden wij onze agrarische productie kunnen verhogen om ook te kunnen exporteren naar Rusland, is het haalbaar, wordt er een studie gemaakt? Vragen die mij bezighouden, of wordt het een gemiste kans voor Suriname omdat we hier onderling te vaak met elkaar overhoop liggen? Of kunnen wij niet met elkaar samen werken. Wel terwijl wij slapen gaat de wereld in rap tempo verder……hopelijk dat we als Surinamers niet te laat wakker worden
We hebben als potentieel landbouwland voldoende mogelijkheden om daadwerkelijk een voedselschuur te worden. Zo hebben we heel dicht bij huis een markt (de Caricom), we hebben Brazilië en Venezuela.
Van uit de overheid zou er meer informatie moeten komen m.b.t. de landbouwmogelijkheden; het Ministerie van Onderwijs zou landbouwscholen op VOJ-, VOS-, en HBO-niveau moeten opzetten.
Het belangrijkste wat op korte termijn gedaan kan worden is gericht naar de landbouwers. Die moeten zich bundelen en gezamenlijk nagaan hoe producten samen in te kopen om de kostprijs omlaag te drukken en dan gezamenlijk exporteren. Ik heb vooral geloof in onze hardwerkende landbouwers en ik roep ze op om al hun onderling persoonlijke “hebi’s” aan een kant te zetten en te gaan voor die gouden toekomst welke op hen staat te wachten.

Raynell Enfield
Voormalig Caricom Jeugdambassadeur
Email: [email protected]

error: Kopiëren mag niet!