Ruzie koppel voor de rechter; verdachte riskeert 7 maanden cel

Furgil B. riskeert een gevangenisstraf van 7 maanden met aftrek. In deze zaak achtte de officier van justitie zware mishandeling en bedreiging met brandstichting wettig en overtuigend bewezen en eiste tegen de verdachte een gevangenisstraf van 7 maanden met aftrek. De verdachte moest zich woensdag voor kantonrechter Maureen Dayala verantwoorden. Op 4 februari heeft de verdachte zijn concubine, met wie hij 11 jaren samenwoont, mishandeld met als gevolg dat zij een neusbeenfractuur heeft opgelopen. In het belang van het onderzoek had het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door Mirella Van Dijk, de vrouw als getuige opgeroepen. Het slachtoffer is in dienst van het ministerie van Defensie. Volgens verklaring van de 38-jarige vrouw is zij vaker mishandeld in de 11 jaren dat zij samen met de verdachte is. Hij heeft haar zelf voor de kazerne in uniform mishandeld. Haar collega’s zijn er getuige van geweest. De verdachte blijft erbij zijn partner niet te hebben mishandeld. Op die bewuste nacht had hij inderdaad ruzie met zijn partner over geld. Volgens verklaring van de verdachte vroeg zijn vrouw hem of hij geld had ontvangen. Hij ontkende dit. Later ging hij naar de winkel en kocht voor SRD 50 een opwaardeerkaart om daarmee te gokken. Volgens de vrouw is de verdachte een gokverslaafde. Hij is haast elke dag bezig met het dobbelen. Hierover is de ruzie in feite ontstaan. De verdachte had dat beltegoed op de telefoon van zijn vrouw opgewaardeerd en was doende te gokken. Zij rukte de telefoon uit handen van de verdachte en er ontstond hierover een woordenwisseling tussen beide, waarbij de vrouw naar het geslachtsdeel van de man zou hebben gegrepen. Volgens de verdachte had zij ook daaraan getrokken. Vanwege de pijn die hij op dat moment had, heeft hij gezwaaid met zijn handen die per ongeluk haar neus raakte. Later bleek dat zij een fractuur had opgelopen en dat zij daardoor begon te bloeden.
De ouders van de 38-jarige hoorden hun dochter om hulp roepen. De vader trapte de slaapkamerdeur open en trof zijn dochter bebloed aan in de kamer. De verdachte had voor de komst van de politie de plaats verlaten. De ouders hadden hun dochter per eigen gelegenheid gebracht naar de Spoedeisende Hulp. De verdachte is later ook naar het ziekenhuis geweest om zijn vrouw op te zoeken. De vrouw ontkent aan het geslachtsdeel van de man te hebben getrokken. Hun 9-jarig dochter is naar zeggen van de vrouw getraumatiseerd. Zij is bang voor haar vader. Toen de schoonmoeder van de verdachte hem voorhield om het voertuig, dat aan haar dochter toebehoort, achter te laten, heeft hij in bijzijn van een jongere zus van de vrouw gedreigd de wagen in brand te zullen steken.
In deze zaak heeft de politie ook een buurtonderzoek verricht. De verdachte staat in de buurt bekend als een agressieve man. De buren hebben dit koppel vaker horen ruziën. Bovendien nam de vervolging de verdachte kwalijk dat de vrouw vaker aangifte tegen hem heeft gedaan. Weliswaar heeft zij al die keren de aangiftes ingetrokken, denkende dat hij zou veranderen. Zij rekende daarom de verdachte niet tot een first offender.
Advocaat John Kraag was het niet eens met zijn tegenpleiter en verzocht de rechter om voorbij te willen gaan aan de disproportionele eis. Hij was de mening toegedaan dat de verdachte nog nimmer is veroordeeld. Hij is nog een first offender. Ten aanzien van de zware mishandeling betoogde de raadsman dat de verdachte nimmer met opzet heeft gehandeld. Hij zegt dat hij niet met die intentie de vrouw heeft geslagen om haar zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Ten aanzien van de bedreiging merkte de advocaat op dat de ouders c.q. de moeder van het slachtoffer met verklaringen zullen komen die bezwarend zullen zijn tegen zijn cliënt. De advocaat verzocht de rechter om zijn cliënt niet voor die feiten te willen veroordelen. Ten aanzien van de mishandeling, met als gevolg het zwaar lichamelijk letsel, kan het bewijs wel geleverd worden. Hij verzocht de rechter om de eis niet over te nemen en de verdachte een gepaste sanctie op te leggen, zodat hij heel binnenkort naar huis mag. Verder kon de raadsman de logica van de bedreiging met betrekking tot de brandstichting niet begrijpen. De verdachte had geen onderdak. Hij sliep in het voertuig en hij zou dat voertuig in brand steken. Hierop reageerde de vervolging dat zij geen twijfel geeft aan de verklaringen van die twee getuigen, omdat het voertuig aan het slachtoffer toebehoort.
Op 10 april velt de rechter uitspraak in deze zaak. De verdachte blijft aangehouden.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!