Rotzooien met de politie een gewoonte gevoed door waandenkers

Ik zou het niet wagen zo boud bovenstaande titel van dit artikel te stellen, ware het niet dat ik uit veel in de tijden en meer in het bijzonder het laatst verspreidde artikel in DBS, over de afwijkende, denegrerende en strafwaardige gedragingen ene districts commisaris geheten “Lakhsminarain DOEBAY” die bij staande houden voor begane strafbare feiten tot de overtuiging ben gebracht, hoe hoog en laag zich de vrijheid veroorloven te rotzooien met de Politie in de rechtmatige uitoefening hunner bedieningen met de kennelijk weet van dat zij telkenmale pijnloos vrijuit kunnen en/of zullen gaan.
Even boud stel ik ” Het kan ze een keertje verkeerd lopen”.
De samenleving en meer in het bijzonder deze en alle andere functionarissen dienen bewust te zijn, zo niet te worden bewust gemaakt, van de taken van de politie en de middelen die zij ter beschikking hebben tot handhaving van die taken.
De politie is een Grondwettelijk orgaan wier taken overduidelijk zijn omschreven in de GW.1987 # 116 gew. 1992 # 38 art .178. en de arts. 4.5.6 Politie Handvest GB 14/4/71, No 70.
De Grondwet omschrijft de taken onder artikel 178 1.a en b in de ruimste zin des woords. Onder het figerend artikel 178 GW. 1.b is gesteld ” de opsporing van alle strafbare feiten ( bij heterdaad en /of door informatie verkregen ) en het toezichthouden op de naleving van alle wettelijke voorschriften, op overtreding waarvan (op) straf is gesteld.
Let wel de Wetgever heeft geen uitzondering gemaakt voor wie dan ook en ook niet voor deze mijnheer, de zich geweldig voordoende districtscommisaris.
De politie oefent haar taak uit onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag ( niet slaafs of op commando ) in overeenstemming met de geldende rechtsregelen over het geheel Grondgebied op een ieder, jong, oud, laag en hoog mooi of lelijk ongeacht klasse, religie of sekse.
Deze geweldige mijnheer heeft geen gevolg gegeven aan een ambtelijk geven bevel door een in zijn rechtmatig bedieningen zijnde wetshandhaver, naar ik aanneem een in uniform gekleed politie ambtenaar met algemene opsporingsbevoegdheid bekleed bij constatering van het begaan van een en / of meerdere overtredingen danwel feiten waarop straf is bedreigd.
Naar verluidt was deze, bestuurder van een vierwielig motorrijtuig op een voor het openbaarverkeer opengestelde rijweg, door de wetsdienaar gesommeerd te stoppen door het geven van de aan hem wel bekende tekens na waarnemingen inzake begane overtredingen (lees Dagblad) conform art.6.2.3 jo art.7.1.2 Rijwet.1916/17 SB # 65 van de arts.2. Rijwet rijden op zodanige wijze subs.arts.25.26 en 27 Rijbesluit 1957 d.d 23/11/57 SB 57 # 03 overschrijden van de bij de wet gestelde maximum snelheid aangegeven door middel van een verkeersbord.
Mijnheer dc – des duivels – waande zich een godheid en geeft geen gevolg aan een wettelijk bevel (politie voorschrift) , handelt niet overeenkomstig het politie gebod , rijdt weg en onttrekt zich aan het politie onderzoek op zijn onbetamelijk gedrag. Hij geeft dus geen gevolg aan de sommering, gaat een andere richting op en pleegt een andere strafbaar feit. (wederspannigheid art. 232 SWBsr.)
Door zich te onttrekken aan dit politie onderzoek met een slappe verklaring dat de politiefunctionaris hem de groet moest brengen, dat hij de politie moet bevelen en al dat soort rotte klanken ( lariekoek natuurlijk) laat deze man zich kennen als te leven boven wet en order, een voorbeeld dat past in zijn stramien.
Hij dient te beseffen dat hij niet alleen strafbaar wordt aangesproken voor de door die politie ambtenaar waargenomen strafbare feiten de overtredingen maar ook kan / zal worden / moeten ten laste gelegd de artikelen 231 – 236 Sur. Wetboek Sr.( vide Politie Handvest 1971 GB 70 arts.11.1a.b, 2,12.; Instructie ambtenaren van Politie GB 1972 No 82 art. 15 jo SWBsr. art. 232. Deze geweldenaar weet niet waartoe die politieambtenaar in staat was. Laat mij duidelijk stellen: ” A SLOF ” , hij heeft geluk gehad.
“Wie weet wat hij allemaal op dat moment in zijn motorrijruig vervoerde !”.
Voor iedere politie ambtenaar man of vrouw zijn de Grondwet, het Poltilie Handvest alle uitvoeringsregelingen en alle in de Staat figerende regelgevingen duidelijk.
Deze dc en allen die denken zoals hij dat doet, moeten zich houden aan alle wetten des Land en deze wijsneus moet artikel 9 van het Politie Handvest uit het hart leren en respect en waardering geven aan alle politieambtenaren in zijn / hun gewesten ( lees voor de dc’s districten) want het kan hem/ haar verkeren.
In het verleden zouden alle politieposten in kennis zijn gesteld van deze daad en de pleger. Het is nu meer dan tijd dat allen zich richten op de naleving van alle wettelijke voorschriften, de wegenverkeerswetten inkluis.
Men moet beseffen dat afwijkende verkeersgedragingen als strafbaar zijn gekwalificeerd, dat het de taak van de politie is om daartegen op te treden goed of kwaadschiks..Onze politie moet meer dan proactief bezig zijn.
Bromfietsen met opgevoerde motoren en zonder dempers moeten uit het wegverkeer. Links inhalen, zogenaamde voorrang forceren bij T- samenkomsten, voorrang afdwingen door taxibestuurders, zonder noodzaak rechts blijven rijden, voortdurend de maximum snelheden binnen de bebouwde kom overschrijden, moeten alle hard worden aangepakt indien de wens bestaat enige ordening in verkeer te brengen.
J.A. Beck
Gewezen docent Wegenverkeersrecht/Verkeerskunde Politie Opleidingen

error: Kopiëren mag niet!