Remmende ontwikkelingen

De psychose van de faalangst en van de afgunst, de burgerlijke onverschilligheid, de miskenning van goede overheidsprestaties, infantiliteit, manipulatie, geldingsdrang, blinde aanbidding van politiek machtigen, wij zouden zo verder kunnen gaan met ziekelijke ontwikkelingen en aandoeningen in ons land. Neem nu de zo besproken taalarmoede onder de burgers, vooral onder de jongeren. Gebrekkige vocabulaire, korte zinnen volgens de vroegere telegramstijl, slechte formuleringen, zwakke argumentatie, kritiek op de dagelijkse gebeurtenissen zonder diepgang. Jongeren die in de sms-stijl met elkaar communiceren en die in geen tijden meer een leesboek in handen hebben genomen. Taalarmoede ook in de journalistiek en onder personen in de actieve politiek. Politici wel te verstaan die aan de ene kant steeds reageren op wat fout gaat of is gegaan, doch anderzijds geen bijdrage leveren aan de leerfunctie die ook aan politiekvoering gekoppeld is. Hebben studerenden wat aan het niveau waarop politiek in Suriname wordt gevoerd? Waarom spreken deze jongelingen zich daarover nooit uit? Voor universiteitsstudenten is de politiek toch ook een belangrijke segment van hun leeromgeving? Maar helaas: politici zorgen zelf voor ontwaarding van het begrip “politiek” door steeds weer te stellen dat politiek “bedreven “ wordt met dit of met dat. In hun beleving is politiek te associëren met gemeen, vuil en vies. Roepen politieke partijen in haar extern optreden niet steeds meer het beeld op van sociale instellingen of van groeperingen die aan muziek, zang en dans, het feest, de recreatie of de bazaar een politieke tint geven? Het niveau van trekkers van deze bewegingen legt een rem op de ontwikkeling van de politiekvoering naar een hoger niveau waardoor ook het beschouwingsniveau tijdens politieke debatten maar benedenmaats blijft. Voor studenten zijn ook politieke organisaties helaas geen verrijking van hun leeromgeving. Ook ziekelijke verschijnselen raken op den duur ingesleten. Zie maar de recente tirade van een partijvoorzitter over zijn gemiste plekje te plantage Mariënburg waarvoor volksbrede aandacht werd gevraagd. Met grabbelton, treintje rijden, bolhappen en zaklopen zullen onze kinderen de dag van morgen en daarna vullen. Zoals eerder gesteld laat ook de taalbeheersing door onze volwassen burgers te wensen over. Primair dan de Nederlandse taal als de nog altijd geldende taal op alle niveaus in het formele onderwijs, in veel werkkringen en in tal van andere sociale relaties. De tijd van het lezen van boeken en geestelijke ontwikkeling is voorbij. Verkoopzaken voor boeken en muziekinstrumenten moeten bij daglicht met de lamp gezocht worden, terwijl gokgelegenheden en massagesalons straks op alle straathoeken staan. Zo wil de decadentie dat nu eenmaal. Het woord concertmuziek is de jongeren van nu onbekend. Zo wil de ziekelijke aandoening van onze maatschappij dat. Berovingen, verkrachtingen en vrouwenmishandeling zijn vetrouwde verschijnselen geworden. Redenering en gedachtevorming worden steeds meer verdrongen door beeldmateriaal. Kijk maar naar het aanschouwelijk materiaal op sociale websites. Ons denken en redeneren, worden steeds meer gedomineerd door beeldbewustzijn. Let maar op de invloed van verkeersborden op ons rijgedrag. Gelukkig nog in positieve zin. Vergeet ook de talloze reclameborden niet die ons als koopzuchtigen beïnvloeden. Betrek daarbij ook al het aanschouwelijke op de smartphone en andere communicatie apparatuur. Vaak weinig verheffend. Over de spreekwoordelijke drang naar steeds meer, gedreven door hebzucht en egoisme zou deze krant gevuld kunnen worden. Wat de een heeft, moet de ander ook bezitten. De tomeloze hebzucht jaagt velen in de kosten. Politici die uitgedost ter vergadering verschijnen terwijl niet de kleding doch intelligentie en ontwikkelingsniveau de ware politicus kenmerken. Welk deel van ons arbeidsloon wordt maandelijks besteed aan het kopen van belkaarten? Is het niet meer dan een ziekelijk verschijnsel dat burgers hun dagelijks leven ontregelen als gevolg van verkeerde besteding van het inkomen? De psychose van de spilzucht speelt velen onder ons parten. “Ìk wil nu wat anders” is een bekende uitspraak. Ook al is het oude nog in goed bruikbare staat, nieuw blijft toch altijd beter. Personen met gezinsverplichtingen die zichzelf onnodig in de schulden jagen, gedreven door de gedachte dat wie het oude niet vervangt, in de ogen van anderen de achterblijver is. Vakbondswensen tot meer salaris voor ambtenaren zullen van de zijde van het parlement geen kritiek ondervinden. Het eigen belang van de volksvertegenwoordigers verzet zich immers tegen kritiek op loonsverhoging aangezien looncorrectie voor landsdienaren onmiddellijk positieve gevolgen heeft zowel voor leden van het parlement als voor regeringspersonen. Want ook bewindslieden varen er dan wel bij. De glimlach om een nederlaag is een eindoverwinning, luidt een aloude gezegde. Ook in de politiek. Let immers op: straks is het verkiezingstijd. Straks kennen wij de winnaar en de verliezer. De zegevierder zal traditioneel ontaarden in machtsmisbruiker, terwijl de verliezer de traditionele obstructievoerder zal wezen. Dit klinkt fatalistisch, maar is onze leermeester in deze niet onze eigen ervaring met politici? De verkiezingsafgang berokkent namelijk vijf lange jaren ondraaglijk geestelijk leed. Voor ons als volwassen burgers is het te betreuren dat zoveel natuurlijke ontwikkelingsbronnen door onkunde en ondeugdelijk bestuur van regeringen onbenut blijven, terwijl afgestudeerden hooguit, en met een beetje geluk, ergens aan de slag kunnen. Hiermede eindigt voor velen ook het ontwikkelingspad als gevolg van het ontbreken van dynamiek in ons land waarin de toekomst wordt gemaakt door het nemen van solide besluiten met een lange werkingsduur. Het kenmerk van onze statische maatschappij waarin markante ontwikkelingen uitblijven, met het onderwijsbeleid steeds weer wordt geexperimenteerd, het agrarisch en grondbestemmings-beleid nergens op lijkt. Zo is het nu, zo is het altijd geweest.
Stanley Westerborg

error: Kopiëren mag niet!