Reactie op overlijdensrituelen bij de Sanatani’s

Een korte reactie op het artikel verschenen in Dagblad Suriname van 14 januari 2016. Met dit stuk hoop ik duidelijkheid te verschaffen over de vele vragen betreffende het desbetreffende artikel.
Vele malen is in dit artikel de Puraan´s aangehaald om te bevestigen dat de overlijdensrituelen een noodzaak zijn, anders worden de geesten van de overledenen boos en volgens de pandits kunnen er ongelukken gebeuren.
Met dit soort bangmakerijen heeft men van de mensen altijd gedaan gekregen wat de pandit eigenlijk verlangt, namelijk op naam van de overledene veel giften te ontvangen in de vorm van geld, goud en zelfs vee. Er wordt gepredikt dat als men deze rituelen niet uitvoert de familie dan in onheil zal belanden. In het bovengenoemde stuk staat trouwens ook dat bij Hindoes die op de dag van de crematie de overlijdensrituelen afronden, er geen rare dingen gebeuren.
Wat mij verbaasd heeft, is dat nergens in dit artikel de Veda`s, de Geeta en de Upanishad´s zijn genoemd, terwijl deze drie geschriften het uitgangspunt vormen van de Sanatan Dharm. De vraag die gesteld moet worden is, voor wie zijn de overlijdensrituelen en de vele offers bestemd? Is het voor het lichaam dat reeds gecremeerd is, of is het voor de Atma (ziel), die het lichaam allang verlaten heeft?
Van het lichaam blijft er na de crematie op enkele kleine botten na, niks meer over en deze worden de volgende dag met alle respect aan de rivier of zee toevertrouwd. De Atma is eeuwig, onsterfelijk en wordt nooit geboren, het is deel van het goddelijke (lees Bhagvad Geeta). De Atma kan niet beïnvloed worden door rituelen en offers, zoals allerlei gerechten en aardse bezittingen.
Hier zijn alleen de handelingen (karma die men heeft verricht) ook van vorige levens van invloed om de Atma hoger of lager te transformeren. Andere handelingen in de vorm van een gift of gebed kunnen geen invloed hebben op de Atma. Dit is de leer van de Karma, daarom heeft de geleerde Bal Gangadhaar Tilak de Bhagvad Geeta, Karma Yoga Shastra genoemd (Het Geschrift van de Handelingen). Een logische vraag is, dat wanneer alleen op de 10de, de 12de dag, na 6 maanden en vervolgens na 1(een) jaar( barsi ) de Atma voedsel krijgt maar al die andere dagen niet, dan zou die in de tussenliggende tijd en ook na de barsi de Atma zichzelve toch kunnen voeden? Want in de tussenliggende tijd van de rituelen en ook na de barsi geeft men geen offers aan de Atma.
En de belangrijke vraag is of dat alles wat wij offeren tijdens de rituele handelingen daadwerkelijk terecht komt bij de Atma, want de Upanishad zegt dat voordat de Atma het lichaam verlaat, Hij precies weet in welk lichaam Hij weer zal huizen. Het hoeft niet speciaal een menselijk lichaam te zijn het kan alle andere lichamen aannemen, van een olifant tot een mier (lees Upanishad). Terwijl wij roti, daal, groenten en rijst offeren aan de Atma, zit die misschien in het lichaam van een paard of een leeuw, die een ander voedselpatroon hebben en niet bediend willen worden met wat wij offeren. Nog een voorbeeld: stel dat van een echtpaar de man ergens ver in het binnenland is gaan werken en hij heeft toevallig geen eten meegenomen. De vrouw zet tegen de lunchtijd een portie eten en spreekt de mantra´s uit welke de Pandits bij Sraadh Krija uitspreken. Door deze handeling wordt de maag van de man die ver in het binnenland is niet gevuld.
Als men niet in staat is, op een afstand van enkele meters door mantra gedaan te krijgen dat met rijst en andere voedsel de maag gevuld wordt, dan is het toch een grote onzin om aan te nemen dat het geofferde voedsel de Atma zijn honger heeft gestild? Immers wij weten niet waar en in welk ander lichaam de desbetreffende Atma zich heeft gehuisvest. Daarom zou het overlijdensritueel moeten zijn ter afsluiting van het leed (rouwperiode), op de dag van de crematie of begrafenis.
Uit bovenstaande is duidelijk dat voor de Atma geen behoefte is voor Sraadh Kriya.
J. Biseswar

error: Kopiëren mag niet!