Randjietsingh: “CHS moet zetelroof voorkomen!”

Het is de taak van het Centraal Hoofdstembureau (CHS) om zetelroof te voorkomen door op tijd voor opvolging bij open gevallen plekken te zorgen. Gezien het feit dat Raymond Sapoen wel volgens de juiste regels door de Pertjajah Luhur (PL) is teruggeroepen, moet Barkat Mohab-Ali tot het parlement worden toegelaten. Nu dat niet gebeurt, is de Vooruitstrevende Hervormings Partij (VHP) genoodzaakt om juridische maatregelen te treffen. Dit stelt VHP ondervoorzitter Radjkoemar Randjietsingh aan Dagblad Suriname. De politicus vindt dat de terugroepwet van 2005 duidelijk de intentie heeft gehad om te voorkomen dat gekozen parlementariërs een scheve koers varen. Randjietsingh zegt dat het hoofdbestuur van de partij inmiddels al een besluit heeft genomen en dat haar advocaat geraadpleegd zal worden over het indienen van deze rechtszaak. Advocaat Gerold Sewcharan, die ook raadsman is in de overige twee rechtszaken van de PL, zal de oranje partij in de rechtszaal vertegenwoordigen.
Het verschil tussen de twee andere zaken ligt volgens Randjietsingh in het feit dat het CHS als verkiezingsorgaan wettelijk verplicht is haar werk op de juiste wijze te doen. Aangezien zij weigert dat te doen is er een rechtsgeschil ontstaan. De VHP vindt dat door die weigering het partijbelang wordt geschaad. Het is volgens de VHP-ondervoorzitter dan de rechter die de partij kan vragen om een oordeel te vellen. Randjietsingh vindt niet dat deze zaak afhankelijk is van de uitspraak in de zaak van overlopers tegen de PL. “Uiteindelijk zal de rechter dat moeten uitmaken, maar wij willen niet in een verwijtbare positie zijn dat wij niet opkomen voor onze belangen”, stelt de politicus. Sewcharan moet volgens hem beslissen hoe hij de drie zaken zal kunnen balanceren, omdat de timing van indiening heel belangrijk is.
Terugroepwet is een vrij simpele wet
Randjietsingh, die in 2005 meegewerkt heeft aan de aanname van de terugroepwet, zegt dat deze wet een vrij simpele wet is, aangezien deze ook gekoppeld is aan de grondwet. Zo geeft artikel 52 van de grondwet aan dat de terugroeprecht een waarborg is voor de democratie . Wanneer een politieke organisatie een visie heeft die uitgedragen wordt door personen, worden deze door organen van die partij voorgedragen om deel te nemen aan de verkiezingen. Randjietsingh benadrukt dat het volk dan gevraagd wordt om op die persoon te stemmen, omdat de kandidaat beloofd heeft de opvattingen en visies van de partij uit te dragen. “Het kan niet zo zijn dat als je eenmaal die beloftes hebt gedaan, waarbij de partij hard haar werk gedaan heeft jou binnen te krijgen, dat je plotseling een ander mening op gaat houden.
Randjietsingh vindt dat het volk vertrouwen in deze mensen heeft gehad door de oproep van de partij te volgen en wel voor deze mensen te stemmen. Nu zij een andere opvatting delen, kan wel aangenomen worden dat het volk is bedrogen. Randjiestingh zegt dat de wet duidelijk aangeeft dat overgelopen leden niet weg mogen gaan met hun zetels, omdat deze de partij toebehoren. Als persoon kan een politicus in Suriname zichzelf niet zonder een partij kandidaatstellen. De terugroepwet is volgens hem ook van kracht in gevallen waarbij de partij een lid kan laten vervangen, wanneer die vindt dat het gekozen lid de idealen van de partij niet goed uitdraagt. Verwijzend naar het vonnis van kortgedingrechter Alida Johanns waar aangegeven is dat de terugroeping slechts te vroeg was geschied, concludeert hij wel dat de terugroeping nu goed is geschied. De politicus geeft aan het oneens te zijn met de stelling dat de PL in het eerste geval de twee overlopers te vroeg had teruggeroepen. De wet zegt volgens Randjietsingh dat het gaat om gekozen volksvertegenwoordigers en niet om toegelaten volksvertegenwoordigers. Belangrijk is wel dat de rechter gezegd heeft dat de terugroepwet wel van toepassing is.
FR

error: Kopiëren mag niet!