Als jonge politicus zoek je steeds positieve zaken uit het verleden op, om in het heden daaruit te leren. Jammer genoeg heeft de politieke geschiedenis van Suriname weinig momenten waarbij je een toekomst aan vast kan pinnen. Goudkoorts, olievondst , West Suriname, revolutie, onafhankelijkheid, aardoliewinning, Decembermoorden, verkiezingen 2015. Allemaal meetmomenten voor Suriname met een uiteindelijke nasmaak. Elk van deze bijzondere momenten hebben slechts een ‘kortstondige glorie’ gekend en achteraf blijken ze allemaal duurzame economische rampen voor de Staat Suriname te zijn geworden.
Nu kun je niet al je tien vingers gaan bewegen en schuldigen aanwijzen, want dat zou mosterd na de maaltijd zijn. Financieel economisch zitten wij thans in een dal van diepe duisternis. Allen die zich door de jaren heen opwierpen als te zijn “deskundigen”, blijken uiteindelijk al te vaak gewetenloze zakkenvullers te zijn geweest. Toch beweren de huidige “machthebbers”, anders wil ik ze niet noemen, dat we uit dit alles komen. De retorische vraag is: “uit wat moeten wij komen? “ Gespierde podiumtaal van president Bouterse : “ pe ye kome, ope, ye kome, fu du san? “. Iedereen heeft enorm gelachen, het sloeg als een bom in. Nu ervaren wij met z’n allen dat podiumtaal en de taal van de werkelijkheid twee uitersten zijn. Al onze geldvoorraden raken op: leugen, laster en bedrog houden de totale coalitie evenwel nog in het zadel!
Ik heb als politicus vaak erop gewezen dat wij moeten produceren in dit vruchtbaar land. Niemand heeft willen beseffen dat dit een kans van slagen moet krijgen. Wat hebben de regeringen Bouterse – Ameerali – Adhin gedaan? Ons allemaal lui gemaakt en al het spaargeld verspild middels hun welbekende verdeel- en heerspolitiek. Nu is alle overheidszorg ook aan het wankelen en is de staat Suriname een moderne bedelaars-staat geworden? Van het volk wordt nu verwacht dat zij begrip moet tonen voor het verspillend beleid van een groep matties en hun gezinnen? Jawel, u thuis die ‘nog vijf’ wilde en nu alleen maar bleek van paars kan kijken en zeggen: “Wat zullen we doen baja !!! Het hemd is nader dan de rok!”
Alle nutsbedrijven moeten nu overdrijven om het hoofd boven water te houden. Straks lopen wij nog poedelnaakt in Suriname, terwijl wij goedgelovig zijn en geen nudistenstaat zijn. De monetaire autoriteit speelt samen zaalvoetbal politiek met de cambiohouders in Suriname. Dat wil zeggen dat als iemand op een blauwe dag zin heeft alles te droppen naar beneden dan gebeurt dat ook zo. Geen wonder dat bij elke dropping of uplifting van de koers, er vooraf een hoop geld vermist wordt bij de Centrale Bank van Suriname. Beter gezegd men ‘drukt’ geld om een kunstmatige stabiliteit te kweken. Helaas, een volk dat instabiel is, niet uitkomt per maand en grotendeels onder de armoedegrens leeft, begrijpt niets en wil ook niets begrijpen van de radeloosheid van de totale regeermacht in Suriname.
Brandjes blussen in alle sectoren, verruwing van de samenleving, corruptie en seks-uitspattingen zijn tekens dat een volk in armoede leeft.
Deze gedwongen armoedespiraal waar binnen de kabinetten Bouterse ons heeft gebracht, wekt agressief gedrag op bij een ieder. Dit uit frustratie hoe elke dag rond te komen en hoe verder. Het overheidscommunicatie beleid wordt bewust gericht op het monddood maken van andersdenkenden. Dit onder de laffe en belachelijke noemer van: “gewijzigde beleidsinzichten”. Het bestuur in Suriname heeft geen inzicht om te leiden, alleen om te misleiden en redeloos te besturen!
Slotsom: alle zgn. rapporten van de deskundigen zeggen ons niets. De realiteit zelf spreekt boekdelen. Een volk dat geen kennis draagt van wat er in rapporten en jaarverslagen staan, kan je van alles wijs maken, maar wat geen enkel regering kan wegwerken, is de realiteit van elke dag. Het gaat volgens hun goed! Maar de harde realiteit is: niemand komt uit met zijn inkomen !. Suriname heeft nu geen middenklasse meer. Je bent of arm of rijk. Je bent radeloos en denkt redeloos. Dit alles is een verworvenheid van kabinetten Bouterse – Ameerali – Adhin.
Khoesial Y.
Politicus
