Politie ondergraaft positie regering

De regering heeft getracht om de stakingen, die nog lang geen hoogtepunt hebben bereikt, met disproportioneel toepassing van geweld in de kiem te smoren. Deze geweldshandelingen van de regering naar vreedzame en ongewapende betogers, die nooit te kennen hebben gegeven om geweld te zullen gebruiken, zijn prematuur geweest en tegen de regels van de subsidiariteit en proportionaliteit. Het leek er veel op dat de regering popelde om de arrestaties te plegen. De regering heeft de vorige week al het plan opgevat om ‘harde maatregelen’ te treffen. Deze maatregelen zijn als het ware aangekondigd door een promo-film van de regering, ook in het Sarnami. In de promo-film wordt aangegeven dat de laatste acties (agressieve) aspecten hadden die niet bekend zijn in Suriname. Daarbij werd met name gewezen op het verbranden van een foto van de president van Suriname. In het buitenland zien we vaak dat protesterende personen vlaggen en foto’s verbranden. In het wereldnieuws hebben we vaak gezien dat in het Midden Oosten vlaggen van de USA en Israël zijn verbrand. We hebben bijna overal in de wereld gezien dat foto’s van leiders tegen wie wordt geprotesteerd, worden verbrand. Soms zijn het leiders van het land. De toon van de informatiefilm van de regering en de wijze waarop het op een middag vorige week werd gelanceerd, wezen erop dat de regering, ongeacht hoe vredig de stakingen ook zouden verlopen, intimiderend zou optreden. Er is een zeer opmerkelijke tendens bij adviseurs van de regering die als dom kan worden getypeerd. Zo heeft men persoonlijk een haat ontwikkeld tegen BvL-voorzitter Valies en ook tegen trekker Hofwijks van ‘We Zijn Moe. Dezelfde afkeer zien we ontwikkelen tegen de C-47-voorzitter. Het is een zeer onverantwoorde en onverstandige strategie om een persoonlijke afkeer tentoon te stellen tegenover gekozen en onbetwiste leiders van maatschappelijke groepen. De leiders van de protesterende groepen hebben aangegeven dat ze een vermoeden hadden dat de regering elke halve aanleiding zou aangrijpen om maatregelen te treffen. We hebben eerder hier aangegeven dat actievoerenden erop moeten letten dat ze de openbare orde en rust niet verstoren. We hebben ook aangegeven dat de groep voorzichtigheid moet betrachten met het bezetten van gebouwen en objecten van de overheid. Die dreiging was er op de voorlaatste dag van de vergadering toen men overging tot het benaderen van het gebouw van de belastingen en van Onderwijs. De regering had in zijn oproep in de dagen na de voorlaatste stakingsdag, waarop men een break van enkele dagen nam in het kader van Pasen, duidelijk moeten aangeven dat de protesterende menigte niet moest overgaan tot het bezetten van overheidsobjecten. De regering had ook op voorhand moeten aangeven wat de consequenties zouden zijn als men overheidsobjecten zou bezetten of wekwillige werknemers of ambtenaren zou dwingen om aan de acties mee te doen. Dat heeft de regering niet gedaan en eigenlijk de situatie zodanig begeleid dat men aanhoudingen kon verrichten. Van de laatste stakingen is overigens bekend dat men voorstander is van vreedzame acties. De oproepen van de leiders van de actie zijn ook als zodanig. De regering is uitgekomen met een verklaringen na de ‘schermutselingen’ waarbij enkele leiders en een persoon uit de menigte werd aangehouden. De regering betreurt de schermutselingen, maar verzuimt om aan te geven waarom men is overgegaan tot het arresteren van de personen. Omdat er geen acceptabele aanleiding is gepresenteerd, gaat de gemeenschap ervan uit dat de acties, geïnitieerd vanuit Juspol, de bedoeling hebben gehad om de menigte te provoceren en te intimideren. De bedoeling moet uiteindelijk zijn dat burgers bang worden en thuis blijven. Dat effect hebben de maatregelen van de regering kennelijk niet gehad. Er is de laatste tijd een verwijt gemaakt aan de oppositie om met meer mankracht de acties te ondersteunen. Er werd gisteren gevraagd naar de achterban van de oppositiepartijen. Door de voorzitter van de grootste oppositiepartij is op gegeven moment aangegeven dat er een werkafspraak is gemaakt met de vakbonden. De afspraak is geweest dat de vakbonden het voortouw nemen en de massa op de been brengen en dat de oppositie niet dominant ondersteunt. Gisteren is bekend gemaakt dat het besluit is genomen dat de politieke partijen in tweede versnelling gaan en de acties met meer massa ondersteunen. De politiek gaat zich dan inmengen in de vakbondsstrijd. Het is mondiaal bekend dat politieke partijen die protesteren vaak als inzet hebben om op den duur het land mede te besturen. Dat is politieke partijen eigen. De vraag wordt heel vaak gesteld wat er zal gebeuren als de regering niet meer verder kan. Het antwoord is simpel: op democratische wijze wordt een andere verkiezing gehouden. Een veel gehoord bezwaar hiertegen is dat verkiezingen duur zijn en dat de regering dat geld liever voor sociale of productiedoelen zou kunnen gebruiken. Dit argument gaat niet op bij de protesterende menigte. Die geeft juist aan dat al het beschikbare geld wordt verkwist. Goede bestedingen zijn niet aan de orde. Het brute optreden in opdracht van de Juspol-minister heeft als olie op vuur gewerkt en als een rode lap op een stier. De maatregelen van de politie lijken de zaak te hebben laten escaleren en dat hadden adviseurs van de regering kunnen voorspellen.

error: Kopiëren mag niet!