Politici moeten tevredenheidsgevoel meten

Suriname is een land met een serieus corruptieprobleem. Hoe gelukkig de Surinamer zelf is, is niet echt nationaal gemeten. Politici die straks zullen meedingen naar de stemmen van de burgerij, moeten hiervan op de hoogte zijn en weten wat de bron van een eventueel gevoel van onbehagen is. Het draait niet alleen om het invulling geven van de eigen persoonlijke ambities. Op de corruptiepercetieindex (cpi) van de internationale waakhond maakt Suriname geen noemenswaardige vorderingen. Internationaal is er steeds getracht om druk uit te oefenen op Suriname om de efficientie en de eerlijkheid terug te brengen in landsbestuur. Presidenten hebben zich daar tegen verzet bijvoorbeeld wanneer men die hervormingen via ontwikkelingshulp wilde realiseren. Men introduceerde in de jaren ’90 de term ‘good governance’, vertaald als goed bestuur. Deze uitdrukking werd overgenomen door de Surinaamse regering. Surinaamse regeringen hebben nooit vorderingen geboekt op het stuk van corruptiebestrijding kennelijk omdat het diep ingebed ligt in het politieke systeem van de politieke partijen. Uiteindelijk werden er pogingen vanuit de financierders ondernomen om de overheid buiten spel te zetten en het kapitaal hier uit te zetten via ngo’s, waarop de president uit NF-gelederen boos werd. Met de zogenaamde ‘twinning’ gaat deze zaak voort. Suriname heeft in 1996 het Anti-Amerikaans Verdrag tegen Corruptie geratificeerd en onder de voormalige minister van Justitie en Politie uit de NF-periode werden kennelijk zonder politieke afstemming binnen de coalitie, pogingen ondernomen om de verdragsverplichtingen uit te voeren. Onder andere werd een anticorruptiewet aangeboden aan DNA dat in eerste instantie werd gesaneerd en daarna werd verguisd door de coalitie. Echte anticorruptieprogramma’s zijn er nooit geweest in Suriname en ook nu is dat niet het geval, integendeel. De president van Suriname heeft zich, in tegenstelling tot zijn voorganger, zich in het begin sterk uitgelaten tegen de corruptie. Nu neemt hij het woord niet eens in de mond, zijn uitspraken waren een politieke vergissing. Over de NF-periode doet de toenmalige vrouwelijke ambassadeur een boekje open voor de Buza-ambtenaren in haar land in een uitgelekte ‘cable’ in het kader van Wikileaks. Een hoofdrol was daarin weggelegd voor de president en politici betrokken in grondzaken. Corruptie is het grootste probleem van deze regering. In recente metingen is naar voren gekomen dat de Surinaamse bevolking de Surinaamse overheid inclusief de rechterlijke macht zien als te zijn corrupt. Bij het classificeren van de grootste problemen ziet men echter corruptie niet als een probleem, waarschijnlijk omdat de burgerij ervan uitgaat dat dit niet op te lossen is. De metingen die door Transparency International worden gedaan zijn tot nu toe niet serieus betwist of weersproken. De laatste jaren is er internationaal een beweging die steeds meer wil kijken naar de daadwerkelijke situatie (hoe burgers zich voelen) en minder naar cijfers als bbp, gemiddeld inkomen en werkloosheid. Gedurende 10 jaren heeft de internationale organisatie Gallup data verzameld over het gevoel dat wereldburgers hebben over hun leven en hun land met zijn instituten. Internationaal is er verdeeldheid omtrent de bruikbaarheid van zulke welzijnsgevoeldata. De OECD, het UNDP en de Wereldbank echter gebruiken deze informatie wel in hun onderzoek. Voorstanders van deze data geven het geval van Egypte, die recent een politieke revolutie meemaakte, als voorbeeld. Simpel uitgaande van de bbp-cijfers zou men een escalatie niet vermoeden. De Arabische Lente kwam zo in Egypte terwijl het land consistent een behoorlijke groei zag jaarlijks van het bbp. Ook in Suriname moet het tevredenheidsgevoel van de burger regelmatig worden gemeten. De bronnen van ontevredenheid moeten bekend zijn. Gallup zou dat sinds 2005 bijhouden voor elk land in de wereld. Gallup let daarbij op o.a veiligheid, toegang tot voeding, kwaliteit van instituten, banen en een wil om naar een ander land te verhuizen. In het door Gallup uitgebrachte rapport voor 2014 (Global States of Mind Report 2014) zijn op het gebied van veiligheid, vermogen om eten te kopen, wijdverspreid voorkomen van corruptie binnen de overheid, voltijdse banen, mogelijkheden om te klimmen naar een beter leven, een wil om te verhuizen naar een ander land en het functioneren van het nationale leiderschap slechts de 10 beste en 10 slechtste landen beoordeeld door de burgers van de landen zelf genoemd. Suriname komt er niet in voor, Nederland wel een keer, maar dan in de goede rij. Suriname behoort wel tot de 160 landen die door Gallup worden bijgehouden middels surveys. In 2013 brachten experts en instituten zoals het Duurzaam Ontwikkelingsnetwerk van de VN en de Columbia University (USA) het ‘World Happiness Report’ uit met een rangschikking van 156 landen. Suriname stond daarin op de 40ste plaats. In de top 5 komt naast Denemarken, Noorwegen, Zwitserland en Zweden ook voor Nederland. In Trinidad, Venezuela en Brazilië was de burger gelukkiger dan in Suriname, maar niet in Jamaica (75), Indonesië (76), Filippijnen (92), China (93), Dominicaans Republiek (95), India (111) en Haïti (126). De meest ongelukkige burgers leven in Sub-Saharaanse landen.
Het is enkele keren duidelijk beweerd door ontwikkelingsdeskundigen dat corruptie het grootste probleem is van Suriname. Het houdt alle sectoren achter die maken dat Suriname niet versneld een hoog ontwikkeld land kan worden. Zelfs ondervoede kinderen worden niet bespaard door politici in hun hebzucht, dat blijkt uit de corruptie die gepaard gaat met de naschoolse opvang. Suriname is een land met relatief gelukkige burgers, maar het kan met onze zegeningen vele malen beter. Het wordt interessant om te zien welke partij zich richt op de tevredenheid van de burger waarbij men (zelf verzamelde) data gebruikt.

error: Kopiëren mag niet!