Polanen: ‘Grondwet praat niet over vervroegde verkiezingen’

Sam Polanen
Sam Polanen
Het verzoek van Pertjajah Luhur-voorzitter Paul Somohardjo om de verkiezingen van mei 2020 vervroegd te laten plaatsvinden, is een kwestie waarop de regering uitsluitsel zal moeten geven. Tot deze conclusie komt staatsrechtdeskundige en hoogleraar Sam Polanen. “De grondwet praat helemaal niet over vervroegde verkiezingen”, zegt Polanen om een reactie gevraagd aan Dagblad Suriname. Somohardjo zal aan de regering en De Nationale Assemblee (DNA) brieven richten, waarin aandacht zal worden gevraagd om de mogelijkheid te bekijken de verkiezingen van mei 2020 te vervroegen naar maart 2020. Als argument wordt de heilige maand ramadan aangehaald, die in mei 2020 zal vallen. Somohardjo vindt het niet correct dat belijders van het Islamgeloof in het kader van de verkiezingscampagnes dan op het podium zullen staan en anderen bespreken. Polanen, die ook voorzitter is van de presidentiële Staatscommissie Grondwetsherziening 2011, voert aan dat conform artikel 56 grondwet alleen de zittingsperiode van de leden van De Nationale Assemblee (DNA) kan worden verlengd in bijzondere omstandigheden. De leden van het parlement, in deze het hoogste college van staat, worden gekozen voor een zittingsperiode van 5 jaren. Deze 5-jarige zittingsperiode mag alleen bij wet worden verlengd in geval van oorlog of andere buitengewone omstandigheden, die het houden van een verkiezing kunnen verhinderen. Hoewel deze buitengewone omstandigheden niet zijn omschreven, moeten deze volgens Polanen door middel van interpretatie worden uitgevonden.
2015: Somohardjo wilde aantreden nieuw parlement met 2 weken verschuiven
Het is niet de eerste keer dat Somohardjo voornemens heeft geuit om te sleutelen aan belangrijke tijdsbepalingen met betrekking tot verkiezingen. Uit de archieven blijkt dat dit ook gebeurde na de verkiezingen van 2015 toen Somohardjo als oudste lid in jaren de eerste vergadering van De Nationale Assemblee op 30 juni 2015 als fungerend voorzitter moest leiden. De PL-voorman stelde echter na zijn beëdiging door de president voor om deze vergadering met ruim 2 weken te laten verschuiven naar 15 juli 2015. Grondwettelijk kon dat niet, omdat Suriname in alle tijden een functionerende DNA behoort te hebben. Uiteindelijk werd hij door het staatshoofd ontslagen en werd Ronald Hooghart in de plaats benoemd. Polanen zei toen in een reactie aan de krant dat de president op grond van zijn taak als beschermer van de grondwet het besluit genomen had om Somohardjo te ontslaan als fungerend voorzitter. Volgens de staatsrechtdeskundige is de bevoegdheid om Somohardjo te ontslaan echter nergens in de wet opgenomen, maar de president kan dat vanuit zijn bevoegdheid als staatshoofd. De zittingsperiode van het huidig parlement eindigt op 30 juni 2020. Dat is ook de datum waarop een nieuw parlement moet aantreden.
Motie van wantrouwen en ontwikkeling vervroeging verkiezing 2000
Als voorbeeld geeft Somohardjo de situatie aan van 2000, toen de regering Jules Wijdenbosh aanzat en ze in overeenstemming met het parlement ertoe was overgegaan om dit hoogste college van staat te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven. De verkiezingen van 2000 werden in werkelijkheid vervroegd, omdat De Nationale Assemblee in juni 1999 middels een motie van wantrouwen de weg vrijmaakte om president Wijdenbosch af te zetten. Uit de archieven blijkt dat deze motie met 27 stemmen voor en 14 stemmen tegen werd aangenomen. De oppositiepartijen slaagden er na de aanvaarding van de motie van wantrouwen niet in met een gewone meerderheid een stemming in het parlement af te dwingen over de verkiezing van een nieuwe president en vicepresident. Zij wilden een interim-regering installeren. De Nationale Assemblee besliste pas medio juli 1999 uiteindelijk met algemene stemmen haar zittingstermijn van 5 jaar in te korten om zo de weg voor vervroegde verkiezingen vrij te maken. Het lag aan de president een verkiezingsdatum vast te stellen. Deze motie van wantrouwen kon worden aangenomen doordat de BVD van toenmalige parlementsvoorzitter Marijke Djwalapersad en de leden Saeed Achmatallie Jainullah, Amernath Baboeram Panday, Asha Singh-Koendjbiharie en Lachmiperkas Tewarie besloten de oppositie te steunen. De 5 leden van deze partij maakten in 1996 nog deel uit van Nieuw Front (VHP), maar ze splitsten zich af om de NDP-regering van Wijdenbosch en ex-legerleider Desi Bouterse mogelijk te maken.
FR

error: Kopiëren mag niet!