Pleidooi voor beter investeringsklimaat verstomd

De president heeft in zijn jaarrede een opsomming gemaakt van rangschikkingen waar Suriname het goed zou doen wat betreft de beleving van de burgerrechten en de vrijheden. De rangschikking die ook bekeken moet worden, is dat van de ‘ease of doing business’. In de media is enkele dagen terug aangekondigd dat de Wereldbank weer bezig is te peilen in Suriname hoe het gesteld is met de aantrekkelijkheid om zaken te doen (en investeringen te plegen) in Suriname. Hier hebben we jaren achter elkaar gekeken naar de rangschikking en de subscores die uiteindelijk de eindscore bepalen. Suriname moet een heleboel investeringswetten in orde maken die het zakendoen vriendelijker moeten maken en investeerders meer garanties en bescherming moeten bieden. We merken echter dat de ministeries van HIT en Financiën niet in staat zijn om de wetgeving te veranderen, zodat het klimaat om te investeren beter wordt in Suriname. Suriname hecht waarde aan de ease of doing business rangschikking. Het is zonder meer een indicatie van hoe investeringsvriendelijk het klimaat daadwerkelijk is. De rangschikking is ook een vergelijking tussen de verschillende landen. Investeerders laten zich door deze rangschikking leiden wanneer ze keuzes moeten maken uit de landen waar ze hun kapitaal gaan uitzetten. Uit de verschillende rangschikkingen blijkt dat Suriname een investeringsonvriendelijk land is. Echter merken wij dat bedrijfslevensorganisaties heel slecht tot niet pleiten voor een beter investeringsklimaat. Er is een heel slecht begrip bij de bedrijfslevensorganisaties over de veranderingen die in het investeringsklimaat moeten komen en uit welke componenten die moeten bestaan. De kamer van koophandel en fabrieken heeft tijdens de vorige voorzitter, die vp werd, voor het eerst consistent gewezen op de slechte rangschikking die praktisch ook neerkwam op een slecht investeringsklimaat. De voormalige minister van HI werd daarmee geconfronteerd. Toen de KKF-voorzitter vp werd, heeft hij nagelaten om de investeringswetgeving bijvoorbeeld in orde te maken. Heden ten dage is het pleidooi voor een beter investeringsklimaat in zijn geheel verstomd en wordt de nadruk gelegd op zaken die niet van invloed zijn op het scheppen van een beter klimaat voor bonafide bedrijven. Er is sprake van een verkeerde nadruk en dat maakt dat Suriname heel slecht progressie boekt op de ease of doing business rangschikking. Er zijn 10 punten die volgens de Wereldbank bepalend zijn voor het vaststellen van de aantrekkelijkheid van het investeringsklimaat voor investeerders. Ten eerste wordt gekeken naar ‘starting a business’: het aantal procedures, de tijd, kosten en vereiste minimumkapitaal om een bedrijf te starten. Ten tweede wordt gekeken naar ‘dealing with construction permits’: de procedures, tijd en kosten om een businesspand op te zetten. Ten derde let de Wereldbank op ‘getting electricity’: de procedures, tijd en kosten vereist om in een nieuw opgezet bedrijf permanente stroomtoevoer te verkrijgen. Vervolgens let de Wereldbank op ‘registering property’: dit is het aantal procedures, tijd en kosten nodig om onroerend goed geregistreerd te krijgen. Ten vijfde wordt voor de aantrekkelijkheid beoordeeld het gemak waarmee kapitaal (krediet) te verkrijgen is. Daarbij wordt gekeken naar de rechten van debiteuren en crediteuren en de kwaliteit van de kredietinformatie-index. Vervolgens wordt gekeken naar de bescherming van de investeerder. Hier wordt gelet op de aansprakelijkheid van bestuurders en aandeelhouders. Als zevende indicator geldt ‘paying taxes’: de soorten belastingen die betaald moeten worden, aantal uren besteed aan het terugwinnen van onverschuldigde betalingen aan de fiscus en de hoogte van het belastingpercentage. Als achtste wordt gekeken naar het gemak waarmee goederen kunnen worden geïmporteerd en geëxporteerd (trading across borders). Voor de ease of doing business is verder van belang de indicator ‘het afdwingen van contracten’, waarbij bepalend zijn het aantal procedures, de tijd en de kosten die gepaard geen bij het afdwingen van een betaling. Als tiende en laatste indicator wordt bestudeerd het afwikkelen van insolventie van bedrijven, met name het afwikkelen van faillissement. Dit zijn de 10 punten waarnaar internationaal gekeken wordt wanneer bedrijven hun keuzes maken wat betreft de investeringen. Deze 10 punten bepalen ook de rangschikking van de landen in de ease of doing business. Nagenoeg alle 10 punten hebben te maken met de kwaliteit van de wetgeving en de wijze waarop de wetgeving werkt. Een voorbeeld zou kunnen zijn het Afrikaanse Rwanda, een land dat door goede wetgeving erin slaagde om grote sprongen voorwaarts te maken. Echter bleek later dat de werking van de wetgeving achter liep op de kwaliteit van de wetgeving. De naleving van de wetgeving hangt namelijk af van de kwaliteit van instituten en meer in het bijzonder de mensen die invulling moeten geven aan de instituten. Als die functionarissen niet toegewijd en niet capabel zijn, zal de wetgeving geen effect hebben. Maar het begint allemaal met wetgeving. In de jaarrede is niet gebleken dat de investeringswetgeving in Suriname in orde zal worden gemaakt. Dit alles maakt het moeilijker voor Suriname om uit de economische crisis te geraken. Er is veel huiswerk weggelegd voor HIT en Financiën.

error: Kopiëren mag niet!