Parlement eist uitleg president over gronduitgifte Waterkant

dblogoIn De Nationale Assemblee (DNA) hebben twaalf leden gisteren besloten om een interpellatievoorstel in te dienen. Hierin nodigt het college president Desi Bouterse uit om op de meest korte termijn het parlement uitleg te komen geven over het besluit om het recht van grondhuur te verlenen aan NV Cactus van ondernemer en NDP-topper Guno Ewald Chin A Sen. Het gaat hierbij om een perceelland groot 1,1356 ha, gelegen tussen café Broki schuins aan de overkant van de Keizerstraat en de oude veerbrug tegenover de Heiligenweg.
De overheid heeft in alle stilte een aanzienlijk deel van de Waterkant in oktober 2013 in grondhuur ‘geschonken’ aan deze naamloze vennootschap. Het bedrijf heeft het voornemen op die plek een kolossaal winkelcentrum, een hotel en een parkeerplaats, neer te zetten. De grondhuur is voor de duur van 40 jaren. Cactus heeft volgens de indieners een maatschappelijk kapitaal van SRD 5.000, waarvan slechts SRD 1.000 is gestort. Volgens informatie zal de Staat inkomen in deze investering met 15 miljoen dollars, die uit de Petrocaribe deal zal worden getrokken. Deze deal vertoont gelijkenissen met de staatsinvestering voor een particulier in de cassaveverwerkingsfabriek te Para, die nooit enige cent heeft opgebracht. Deze cassavefabriek werd onder andere beheerd door de echtgenote van minister Winston Lackin van Buitenlandse Zaken. Volgens het interpellatievoorstel van de assembleeleden is er geen haalbaarheidsstudie van de voorgenomen investering overgelegd aan de Staat. Alle twaalf assembleeleden zijn op grond van de opsommingen ervan overtuigd dat deze investering één van de meest naar corruptie stinkende deals in Suriname is, vooral gezien het feit dat het ter bevoordeling is van een partijloyalist.
Volgens verkregen informatie staat in het plan dat aan landaanwinst zal worden gedaan en wordt de Surinamerivier enkele meters vanaf de oever mogelijk gedempt. Het winkelcentrum annex hotel zal dan op dit bewerkte deel worden gebouwd. De indieners beroepen zich daarom ook op artikel 650 van het Burgerlijk Wetboek. Het artikel luidt als volgt: ‘De aanslijkingen en aanwassen, welke natuurlijk, langzamerhand en ongemerkt, aan de landen, bij een lopend water gelegen, aangroeien, worden aanspoelingen genoemd. De aanspoeling komt ten voordele van de eigenaars van de oever, zonder onderscheid of in de titel van eigendom al of niet melding wordt gemaakt van de grootheid der landen; behoudens de algemene wetten op zichtbare voet- en jaagpaden’. Onder verschillende assembleeleden is verbazing ontstaan hoe de regering zo een besluit heeft kunnen nemen, terwijl helemaal geen rekening is gehouden met het verkeer in de drukke binnenstad. Naast de nodige last voor autobestuurders en ondernemers zullen de eindhaltes voor bussen mogelijk ook verplaatst moeten worden. De regering heeft volgens de indieners nagelaten de gemeenschap hierover te informeren.
De assembleeleden die hebben geïnterpelleerd zijn: Radjkoemar Randjietsingh, Chan Santokhi, Paul Somhardjo, Arthur Tjin-A-Tsoi, Shelindra Girjasing, Mahinder Rathipal, Ruth Wijdenbosch, Martha Djojoseparto, Soetimin Marsidih, Hendrik Sakimin, Guno Castelen en Asiskumar Gajadien.
FR

error: Kopiëren mag niet!