Overzicht ‘Wet Algemeen Pensioen 2014’ (deel 1)

Het Surinaams pensioenstelsel bestaat uit verplichte en vrijwillige pensioen- of verzekeringsregelingen en de van overheidswege vastgestelde algemene oudedagsvoorziening (AOV). Voor de ambtenaren is er een ambtenarenpensioen (verplichte wettelijke regeling), terwijl voor personen werkzaam in de particuliere sector er geen verplichte ouderdomspensioen- of verzekeringsregeling is. Uit gegevens van de Centrale Bank van Suriname blijkt, dat 90% van de werknemers in de particuliere sector geen pensioen opbouwt. Maar 30 bedrijven in Suriname hebben een regeling voor een ouderdomspensioen of een pensioenverzekering ten behoeve van hun werknemers getroffen.
Met de inwerkingtreding van de ‘Wet Algemeen Pensioen 2014’ is een verplichte algemene pensioenregeling ingevoerd met het doel iedereen te voorzien van een basispensioen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. Elke werkgever is hiermee verplicht om de werknemer van een pensioenregeling te voorzien. De wet geeft de minimumstandaard aan. De invoering van deze wet zal ook gepaard gaan met de nodige voorlichting op dit stuk. De werknemer moet vertrouwd raken met het idee dat hij zelf verantwoordelijk is voor de opbouw van pensioenrechten en dat er ter bescherming van hem, minimumstandaarden zijn vastgesteld.
Premie
De maandelijkse premie bedraagt drie (3) procent van de ‘bijdragegrondslag’ per maand. Bij de inwerkingtreding van deze wet bedraagt de minimale bijdragegrondslag SRD 500 per maand en de maximale ‘bijdragegrondslag’ SRD 5.000 per maand. De ‘bijdragegrondslag’ wordt doorgaans berekend over het brutoloon. De premie zal, ingaande 1 januari 2016, jaarlijks met een half procent worden verhoogd tot en met een maximum van 28 procent. De hoogte van de premie wordt in procenten uitgedrukt, waarvan de werkgever en de werknemer beiden een deel betalen. Het is de werkgever die verplicht is de premie in te houden en af te dragen aan het ‘Uitvoeringsorgaan’. Het ‘Uitvoeringsorgaan’ moet in staat zijn om uit de premieopbrengsten de pensioenuitkeringen te betalen. Vandaar dat op basis van actuariële berekeningen het premiepercentage jaarlijks met een half procent wordt verhoogd.
Premie bij dienstbetrekking
In geval van een dienstbetrekking is de premieverdeling als volgt: De werknemer betaalt 50 % van de premie en de werkgever betaalt 50% van de premie. Het werknemersaandeel mag niet hoger mag zijn dan het werkgeversaandeel.
Premie bij zelfstandige
Een zelfstandige is verplicht een pensioenregeling aan te gaan en dit schriftelijk te melden aan het ‘Uitvoeringsorgaan’. De bij of krachtens de wet gestelde verplichtingen voor de werkgever zijn ook van toepassing op de zelfstandige. Een zelfstandige betaalt de gehele premie uiteraard zelf.
Wat verstaat de wet onder loon:
Loon is wel: elke geldelijke vergoeding die een deelnemer (aan de verzekering) voor zijn arbeid, dienst of bedrijfsactiviteit ontvangt.
Loon is niet: a. overwerk gelden ; b. vergoedingen voor het tijdelijk verrichten van werkzaamheden buiten zijn gewone arbeid; c. vakantie-uitkeringen; d. winstuitkeringen; e. voorwaardelijke uitkeringen; f. vergoedingen van noodzakelijke kosten gemaakt door de deelnemer in verband met de dienstbetrekking; g. uitkeringen aan gezinshoofden; h. eindejaarsuitkeringen.
Dienstjaren
Onder ‘dienstjaren’ wordt verstaan het aantal jaren dat een deelnemer(aan de verzekering) premiebijdrage heeft gestort.
De hoogte van het pensioen
Algemeen pensioen
Het algemeen pensioen wordt berekend over: a. de dienstjaren die vóór of tot en met de pensioenleeftijd zijn opgebouwd en; b. vermenigvuldigd met twee procent en; c. vermenigvuldigd met het gemiddelde loon over de laatste zestig maanden, waarover premie is betaald, voorafgaand aan de datum van de pensioenleeftijd of beëindiging van de premiebetaling.
Indien een zelfstandig verzekerde heeft voldaan aan de betaling van de verschuldigde premie, wordt aan hem dezelfde opbouw van het pensioenrecht toegekend als bedoeld in dat van het bovenstaande.
Invaliditeitspensioen
De hoogte van het invaliditeitspensioen wordt berekend naar het aantal dienstjaren, dat een werknemer tot zijn pensioenleeftijd zou hebben kunnen vervullen, indien hij niet wegens arbeidsongeschiktheid tengevolge van zijn opgetreden invaliditeit, zou zijn ontslagen.
Partnerpensioen
4. De hoogte van het partnerpensioen van een deelnemer (aan de verzekering)die vóór de pensioenleeftijd overlijd is 70% van het algemeen pensioen en wordt berekend naar het aantal dienstjaren dat een deelnemer heeft vervuld . Het partnerpensioen wordt voor een periode van maximaal tien jaren uitgekeerd.
De hoogte van het partnerpensioen van een overleden gepensioneerde deelnemer is 70% van het algemeen pensioen waarop een overleden deelnemer recht had. Het partnerpensioen als genoemd in punt 5 wordt uitgekeerd tot het moment van overlijden van de overlevende partner.
Wezenpensioen
De hoogte van het wezenpensioen wordt berekend overeenkomstig de eerdergenoemde twee punten en bedraagt in totaal niet meer dan 70% van het algemeen pensioen van de overledene. Het wezenpensioen wordt tot de meerderjarige leeftijd uitgekeerd.
Wordt vervolgt…

error: Kopiëren mag niet!