Overlijden baby’s AZP door Escherichia

Het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) heeft in het auditorium een persconferentie belegd over hetgeen zich heeft voorgedaan rondom de dood van 6 baby’s in de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van het ziekenhuis. Algemeen directeur Claudia Marica-Redan gaf aan dat de formele melding van de aanwezigheid van de bacterie op de afdeling de directie bereikt had op 10 januari. Gelijk na de melding zou het ziekenhuis de nodige maatregelingen hebben getroffen door enkele baby’s gelijk over te plaatsen naar andere ziekenhuizen, te weten het Diakonessenhuis (3 baby’s) en het Sint Vincentius Ziekenhuis (1). Het ging in dit kader om baby’s die helemaal buiten gevaar verkeerden. Verder werden de geïnfecteerde baby’s gescheiden van de niet-geïnfecteerde en werden de ouders geïnformeerd. Daarna werd een grondige schoonmaakbeurt ingezet. Dat wordt vervolgens bij elke uitbraak gedaan. Er werd contact gemaakt met de Paho via het ministerie van Volksgezondheid, waarmee voorlopige onderzoeksresultaten reeds zijn gedeeld. Er zal een team van de Paho zondag arriveren, die maandag gelijk van start zal gaan door een onderzoek in te stellen hoe de besmetting ondanks gehandhaafde protocollen toch kon plaatsvinden. Volgens medisch directeur Lindy Lieuw Kie Fa zijn er bepaalde kwaliteitssystemen die gehanteerd worden. De afdeling is namelijk ISO-gecertificeerd, wat betekent dat zij een kwaliteitsmanagementsysteem in place hebben, waarbij de nodige protocollen en procedures gehandhaafd worden juist om de kwetsbare kinderen op de afdeling te beschermen.
Geen nieuwe gevallen bijgekomen
Er zijn tot nog toe geen nieuwe gevallen bijgekomen. Er zijn nu 11 baby’s op de afdeling, die nauwlettend in de gaten worden gehouden. Op de andere units is er geen sprake van infectie. Er waren 13 kindjes van de afdeling die besmet zijn geraakt , waarvan 6 zijn overleden en van de 7 die er nog zijn is 1 kindje nog ziek , maar stabiel, en bij 2 is er een mogelijkheid in de komende dagen naar huis te gaan.
Soort bacterie
Arts/microbioloog Ed IJzerman gaf aan dat de uitbraak is veroorzaakt door de Escherichia bacterie, die in verband staat met E-coli. Het is een zogenaamde enterale bacterie, maar het verschil met E-coli is dat het in het spijsverteringskanaal voorkomt van dieren, maar buiten het lichaam kan hij ook uitstekend vermeerderen. “Het is geen bekende verwekker van ziekenhuisinfecties, maar het is ook niet zeldzaam.” Er is een calamiteitenteam geformeerd, waaruit een onderzoeksteam is geformuleerd. Dit team is gestart met een uitgebreid onderzoek naar hoe dit eigenlijk kon gebeuren en waar het is gestart. Het team heeft zich geconcentreerd op verschillende sporen. De uitkomst van dit onderzoek hoopt het team samen met de Paho in de loop van de komende week te hebben. Daarnaast is er een omgevingsonderzoek gestart, waarbij de hele ruimte is bemonsterd en er naar specifieke plekken zijn gekeken die de mogelijke primaire plekken kunnen zijn van de bron van de infectie. Verder is er onderzoek gedaan naar de medicatie en de materialen gebruikt om de baby’s te verzorgen. “Voorlopige resultaten wijzen uit dat de medicatie toegediend aan de kinderen, deze bacterie bleek te bevatten. De bacterie is mogelijk in de bacterieruimte terecht gekomen via een andere plaats, maar dat is nog in onderzoek. Dus de medicatiebereiding is de primaire bron geweest van de besmetting van de kinderen”, zegt IJzerman. Besloten is dat de kritische medicatie per 1 februari overgenomen wordt door de apotheek en de bereiding van de overige medicatie zal onder toezicht van de apotheek geschieden, die erop zal toezien dat er handhaving is van de medicatieprocedures. De groep belast met de bereiding wordt tevens weer geschoold rond het bereiden van de medicatie. Doordat het onderzoek nog niet achter de rug is, kan er nog niet met klem gezegd worden dat de uitbraak volledig onder controle is.
Ziekenhuis biedt begeleiding aan ouders
Op 4 januari is de eerste baby overleden aan de bacterie. Vrijwel gelijk in de opeenvolgende dagen lieten meerdere baby’s het leven, te weten op 7 januari (1), 11 januari (3) en de laatste op 13 januari (1). Het ziekenhuis heeft zich vervolgens bereid gesteld de ouders van de overleden kindjes de nodige begeleiding aan te bieden. Er zijn gesprekken opgestart en maatschappelijk werkers ingezet. Er is vervolgens aangegeven dat zodra er behoefte is aan meer dan alleen begeleiding dit aangegeven kan worden. Het ziekenhuis onderhoudt constant contact met de ouders. Volgens de directeur hebben de ouders vooralsnog niet gedreigd juridische stappen te nemen tegen het ziekenhuis.
NK