Open brief aan de voorzitter van de Nationale Assemblee

Geachte parlementsvoorzitter,
Alsnog proficiat in verband met uw recente herverkiezing tot voorzitter van het Surinaamse parlement. U staat wederom voor de taak leiding te geven aan de politieke debatten die gedurende de zittingsperiode 2015-2020 zullen plaatsvinden. De vaardigheden daarvoor heeft u nu in de vingers. Twijfel aan uw vermogen tot het leiden van de komende vergaderingen is daarom onnodig. Ik maak graag van deze gelegenheid gebruik het volgende onder uw aandacht te brengen. Gedurende de achterliggende zittingsperiode heeft u zich naar eigen zeggen ingezet voor de institutionele versterking van het Surinaamse parlement. Zonder meer heeft u de communicatie vanuit het parlement met de gemeenschap enigszins vorm kunnen geven. In materieel opzicht, waaronder meer ICT-technologie, heeft het parlement onder uw leiding ook de nodige verbetering ondergaan. Er zijn onder uw leiding ook nog wat werkgerichte trainingen verzorgd voor leden en andere werkers van De Nationsale Assemblee. U heeft uw best gedaan, daarvoor mijn complimenten. Dat vaker twijfels gerezen zijn over uw objectieve leiding als voorzitter, moet door u maar voor lief worden genomen.
Staat u mij toe, dat ik met betrekking tot het gezichtspunt van de doorgevoerde ‘institutionele versterking van het parlement ‘ met u van mening verschil. Alle interventies en voorzieningen uwerzijds om de werkkracht van het parlement te versterken, hebben naar mijn bescheiden mening de ondersteunende processen van het parlement gediend. Uw inspanningen zijn van transactionele waarde geweest, en daarmee heeft u ook een goede daad gesteld. Maar er is veel meer aan de hand. Er bestaan namelijk ook transformationele processen. De Nationale Assemblee is een staatsrechtelijk (constitutioneel) orgaan. De assemblee is ook een organisatie in institutionele, instrumentele en functionele zin. Hier is vooral het eerste interessant. Immers, sprekend over het parlement in institutionele zin richten wij onze aandacht geheel en al op het principe van ‘de politiek als institutie’. En zoals u bekend hebben instituties betrekking op algemeen aanvaarde beginselen die richtinggevend zijn voor een samenleving. Het is u bekend dat de politiek in Suriname in institutionele zin, ook gedurende de zittinperiode 2010-2015, ernstig is beschadigd. Het volk hecht nauwelijks meer enige waarde aan de politiek en aan politieke partijen. Deze ontwikkeling is tragisch omdat de politiek als begrip neutraal is en op zich geen kwaad doet. Wat ons land, en daarmede ook de politiek, wel ernstige schade heeft berokkend, zijn de daden, gedragingen en uitspraken geweest van personen aan de politieke zijde van het staatsleven. Zij die invulling moesten geven aan dit objectieve begrip, de politiek, zijn in meerderheid ons grootste probleem geweest. Het ligt niet binnen uw invoedsbereik, geachte voorzitter, om deze trieste werkelijkheid een positieve wending te geven. De bronnen van waaruit de Surinaamse politiek kapot gemaakt is en wordt, zijn namelijk de politieke partijen, en wel door toedoen van hun bestuurders en hun entourage daarin. Politieke organisaties zijn verworden tot onbetrouwbare instellingen. Rond politieke ambtsdragers zullen steeds weer de vertrouwelingen van de machthebber zichtbaar blijven. Telkens wanneer een regeringsleider na diens aantreden stelt dat alle burgers de gelegenheid geboden zal worden hun capaciteiten in dienst te stellen van de natie, wordt naderhand duidelijk dat gedoeld werd op de kleinere kringen van bekenden en gelijkgestemden. Veel lokale deskundigheid wordt genegeerd door politiek machtigen, die geen vertrouwen stellen in bekwame, doch onbekende Surinaamse burgers. Maar meestal doet de slag tegen de kade het schip wel keren, zoals dat nu het geval is.
Politiekvoering moet veranderen
Het parlement van Suriname is nog steeds een orgaan met veel zwakteverschijnselen. De beschamende overloopattitude laat ik hier verder maar met rust. Regeringsgezinde assembleeleden nemen de regering volgens onze traditie steeds in bescherming, ook tegen kritiek vanuit de oppositie en de gemeenschap. Opvallend is dat tijdens de debatten noch binnen de kring der regeringsgezinden noch binnen de oppositie ooit verschil van opvatting plaasvindt, hetgeen het tweekampenmodel in het parlement in stand houdt. Leden van dezelfde politieke partij zullen elkaar tijdens de openbare debatten nimmer bestrijden in hun mening. Wat onder ‘constructieve oppositie’ verstaan moet worden is een raadsel. Waarschijnlijk is dat de tegenhanger van de bekende ‘destructieve oppositievoering’. Moties vanuit de oppositie zijn gedoemd te worden verworpen, ook al zijn die onderbouwd en met redenen omkleed. Het parlement negeert haar eigen grondwettelijk recht van enquete. Daardoor wordt een der krachtigste instrumenten voor de beleving van de democratie schromelijk miskend. De periode 2010-2015 heeft ons het onverklaarbare begrip van de ‘quorumsanctie’ opgeleverd. Een tafereel dat het imago en de institutionele betekenis van het parlement ernstig heeft beschadigd. Ook wordt De Nationale Assemblee in institutionele zin een zeer slechte dienst bewezen, wanneer leden daarvan zich opwerpen als de woordvoerder van de regeringsleider of van ministers. Reeds in deze nieuwe zittingsperiode heeft dit verschijnsel zich weer voorgedaan. Het beeld dat de samenleving thans heeft van volksvertegenwoordigers en bewindslieden, is dat zij hun persoonlijke voordelen daaruit als hun primaire doelstelling zien, en niet een beter leven voor alle burgers van het land. Als ooit corruptie in ons land substantieel wordt teruggedrongen door strafbaarstelling daarvan, zullen velen als gevolg van hun politieke praktijk als de lachende derden de vruchten van hun wandaden jegens duizenden armen blijven plukken. Waar zeer recentelijk gekozen volksvertegenwoordigers, onder het noemen van de Naam van de Allerhoogste, beloofd of gezworen hebben niets anders dan het goede te doen voor land en volk, maken leden van het college nu reeds publiekelijk karikaturen van elkaar. Ook geven nu hoge politiefunctionarissen het slechtste voorbeeld aan onze jongeren en vergiftigen ‘voorbeeldfiguren’ gestadig onze maatschappij. De institutionele versterking van het Surinaamse parlement moet mijns inziens nog beginnen. Ik hoop dat u tijdens uw tweede zittingsperiode erin slaagt dit ontwikkelingsproces op gang te brengen, aangezien politiek in ons land nog ver staat van de fase van volwassenheid. Ik wens u veel succes toe in uw ambtsvervulling.
Stanley Westerborg
Organisatieanalist
Ex-docent Staatsinrichting

error: Kopiëren mag niet!