Onnodige uitgaven ministers moeten tot verleden behoren

De afgelopen dagen ben ik opgelucht dat deze nieuwe regering serieus van plan is de corruptie op alle fronten aan te pakken. De minister van Financiën heeft duidelijke taal gesproken en op zijn collega’s een beroep gedaan om onnodige uitgaven te beperken. Het optreden van de nieuwe minister van Natuurlijke Hulpbronnen geeft ons hoop dat zaken die eerder met de mantel der liefde werden bedekt, nu serieus aangepakt zullen worden. De vorige president (periode 2010-2015) had ons beloofd dat hij een kruistocht zou ondernemen tegen corruptie, maar van zijn voorgenomen kruistocht hebben wij de afgelopen vijf jaar niet veel gemerkt, integendeel is in die periode de corruptie met eenparige versnelde beweging toegenomen. Men zegt vaak: “liever te laat dan nooit”. Als samenleving moeten wij de autoriteiten op de hoogte houden, zonder persoonlijk iemand aan te vallen, dat zaken die niet correct zijn, zo snel mogelijk gecorrigeerd worden.
Ruim twee weken terug heb ik in de krant gelezen dat de ex-minister van Binnenlandse zaken, de heer drs. S. Moestadja, nog steeds een veiligheidsman, een chauffeur en een dienstauto ter beschikking heeft. De journalist van Dagblad Suriname confrontreerde de ex-minister Moestadja met de vraag of hij (de ex-bewindsman) werkelijk een dienstauto, een veiligheidsman en een chauffeur ter beschikking heeft. De ex-minister heeft niet ontkend dat hij over die faciliteiten beschikt, maar geeft aan dat hij in onderhandeling is met het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De ex-minister bevestigt onrechtmatig gebruik te maken van staatsfaciliteiten waarop hij geen aanspraak maakt en toch coûte que coûte die faciliteiten wil behouden. Wat een mentaliteit van een ex-minister.
Volgens de wet/traditie/gebruik mogen ministers die afgetreden zijn, ruim zes maanden gebruik maken van alle faciliteiten die zij ter beschikking hadden, behouden. De heer Soewarto Moestadja is midden 2014 door president Bouterse bedankt als minister en mocht tot december 2014 zijn privileges behouden. Daarna moest de ex-minister van Binnenlandse Zaken, net als alle andere ministers, voor zijn eigen faciliteiten zorgen. De Pertjajah Luhur, onder leiding van Salam Somohardjo, had de Surinaamse kiezers beloofd dat hij jonge, dynamische kandidaten op de V-7 –lijst gaat plaatsen, wat ook gebeurd is. De heer Soewarto Moestadja had gerekend op een plaats op de V-7 lijst in Paramaribo, maar vanwege zijn leeftijd (66 jaar) en fysieke conditie werd op zijn plaats de heer Noersalim, Mohamed Faizel geplaatst.
Toen het eenmaal bekend was dat de heer S. Moestadja geen plek had op de V-7 lijst is hij overstuur geraakt en is dezelfde avond weer in het ziekenhuis opgenomen. Als vriend heb ik hem opgebeld en hem beterschap toegewenst. Wij zaten in de verkiezingsroes en hij heeft ook bezoek gehad van de President van de Republiek Surinamer. Wij hebben later begrepen dat hij heeft laten doorschemeren dat hij zich niet veilig voelt voor de heer Salam Somohardjo. Op basis van zijn “onveilig gevoel” werd hij ( S.Moestadja) wederom gefaciliteerd met twee dienstauto’s, een chauffeur en een veiligheidsman. Dankzij het kordaat optreden van vice-president Robert Ameerali is die ene personenauto terug genomen; de andere faciliteiten heeft hij nog behouden en de belastingbetalers moeten daarvoor opdraaien.
Ik ben bijzonder blij dat een aantal ministers de boodschap van de president goed begrepen heeft en dat zij bereid zijn een kruistocht tegen corruptie te ondersteunen. De minister van Justitie en Politie en de minister van Natuurlijke Hulpbronnen hebben alvast het voortouw genomen. Op de minister van Binnenlandse Zaken de heer Noersalim, M.F. wil ik een beroep doen om ook op zijn ministerie schoonschip te houden. Beleidsadviseurs die een keer per week op het ministerie langslopen en SRD 5000 per maand toucheren, moeten naar huis gestuurd worden. Mensen die onrechtmatig dure auto’s (D-max) rijden en nergens een functie hebben op het ministerie en zelfs vreemde nationaliteiten bezitten, moeten productief ingezet worden en de D-max’s moeten wederom in de boezem van Binnenlandse Zaken gebracht worden. Een “kleine man” die enkele doksen gestolen heeft, moet de bak ingaan, terwijl anderen voor het niets doen per maand astronomische bedragen ontvangen vanwege hun relaties met de vorige minister van Binnenlandse Zaken (periode 2010-2014). Wij moeten daadwerkelijk op alle fronten de corruptie aanpakken en het overheidsapparaat gezond maken. Op de ex-minister van Binnenlandse Zaken, de heer Soewarto Moestadja, doe ik als vriend een beroep om de onrechtmatige faciliteiten (auto, chauffeur en veiligheidsman) terug te geven aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Ik kan de heer S. Moestadja 100% de verzekering geven dat de heer Salam Somohardjo geen vlieg kwaad zal doen. In de Bijbel, in de Koran, in de Bhagvat Gita en ook in het Javanisme staat geschreven: “Wat je in bruikleen gehad hebt, moet je aan de eigenaar (in dit geval het Ministerie van Binnenlandse Zaken) teruggeven”, en geen verhalen komen vertellen dat je in onderhandeling bent met het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Hardeo Ramadhin

error: Kopiëren mag niet!