Ondeugdelijke slagingsnormen voor het mulo-eindexamen

Uit de praktijk blijkt dat de huidige slagingsnormen voor het eindexamen mulo erg zwaar zijn;  zelfs zwaarder dan de eindexamennormen voor het havo en vwo.  Het aantal vakken waarin een onvoldoend cijfer is toegestaan, is op het mulo  2 uit een vakkenpakket van 9.  Met andere woorden voor 7 vakken dient een voldoende behaald te worden, dat komt neer op 77,8 %.  Ter vergelijking de norm op de andere schooltypen:
-         vwo: 5 uit 7 vakken voldoende ->  71,4 %;
-         havo: 4 uit 6 vakken voldoende-> 66,7 %;
-         Lager onderwijs: tenminste 55 %.
Opgemerkt wordt dat het mulo  nog steeds behoort tot het lager onderwijs en toch een hogere slagingsnorm heeft. Maar ook op het mulo  zelf correleren de slagingsnormen niet met de overgangsnormen en nog minder met de slagingsnormen voor het vwo-havo-Natin (VHN) toelatingsexamen. Zo kan een leerling met 5 onvoldoendes nog over gaan van de 3e naar de 4e klas, maar wordt in de 4e klas met maar 3 onvoldoendes afgewezen voor het  mulo  eindexamen, maar slaagt wel voor het toelatingsexamen VHN ! De slagingsnormen van het mulo  verhinderen dus de doorstroming van de leerlingen van het mulo  naar het Natin, terwijl het toelatingsexamen wel is gehaald.
De zware mulo-slagingsnormen belonen verder leerlingen die harder gaan werken niet.
Voorbeeld: een leerling gaat met de rapport-cijfers 5-5-5-5-5-7-7-7-7 over van de 3e naar de 4e klas. In de 4e klas doet de leerling zijn uiterste best  en haalt de eindcijfers 10-10-10-10-10-10-5-5-5. Hij slaagt vervolgens voor alle pakketten van het VHN toelatingsexamen, maar slaagt niet voor het mulo  eindexamen.
De zware slagingsnormen zijn de doorslaggevende factor voor het lage slagingspercentage op het mulo, dat vaker lager is dan het schoolresultaat. De overige remmende factoren zijn m.i.  identiek voor alle 4 leerjaren van het mulo.
Voor de duidelijkheid het verschil tussen schoolresultaat en slagingspercentage.
Schoolresultaat is het percentage van alle overgegane en geslaagde leerlingen op de school.   Slagingspercentage is het percentage van geslaagde leerlingen in het 4e leerjaar.
Het landelijk gemiddelde schoolresultaat in 2011 op het mulo is boven de 70%. Naar Surinaamse omstandigheden is dit gemiddelde redelijk, terwijl het slagingspercentage niet veel afwijkt van dat van de afgelopen 5 jaren.
Tijdens mijn loopbaan als leerkracht glo, sats, mulo en laatstelijk als mulo-directeur alsook in andere hoedanigheden heb ik mij altijd beijverd voor verbeteringen in het onderwijsproces.  Zo heb ik in 1993 de ondeugdelijkheden van de vorige mulo-overgangsnormen uitgewerkt en ter hand gesteld van de toenmalige minister van Onderwijs met afschrift aan een groot deel der mulo-directeuren in openbare dienst. Hiermee werd een proces ingezet dat uiteindelijk leidde tot vervanging van die overgangsnormen met de nu vigerende overgangsnormen voor het mulo.
Naar aanleiding van de hier aangehaalde argumenten doe ik andermaal  een dringend beroep op vooral de bevoegde onderwijsautoriteiten om de thans vigerende slagingsnormen voor het eindexamen mulo, te doen wijzigen. Het e.e.a. uiteraard na gedegen bestudering door het mulo -directeurenberaad, de mulo-leerkrachten, de oudercommissies en de studentenverenigingen van alle mulo -scholen.
Een alternatief model voor de te wijzigen slagingsnormen luidt als volgt:
Het totale examenafnameproces blijft ongewijzigd, behalve het herexamen. Het aantal berekende onvoldoenden aldus te wijzigen:  cijfer 5 = 1 onvoldoende; cijfer 4= 2 onvoldoenden; cijfer 3= 3 onvoldoenden; cijfer 2=4 onvoldoenden; cijfer 1= 5 onvoldoenden.
Een kandidaat is geslaagd voor het eindexamen mulo, als aan de volgende eisen is voldaan:  de som der 9 eindcijfers is ≥ (tenminste) 51 punten en het aantal berekende onvoldoenden is ≤ (ten hoogste) 4.
Een kandidaat komt in aanmerking voor het herexamen als aan de  volgende eisen voldaan wordt:
De som der 9 eindcijfers is  ≥ (tenminste) 50 punten en het aantal berekende onvoldoenden is ≤ (ten hoogste)5. De herexamen-kandidaat doet slechts een keer examen, in een vak naar eigen keuze en wel in de laatste week van de maand september.
In alle andere gevallen is de kandidaat afgewezen.
Met het wijzigen van de mulo -slagingsnormen  zal zeker het slagingspercentage omhoog gaan en een van de factoren die frustrerend werkt op het onderwijsproces zal worden weggemaakt.
B.Seetal
Voor reacties kunt u mailen naar:[email protected]

error: Kopiëren mag niet!