Onderwijs 2017 in gevaar

De onderwijzers hebben een loonsverhoging ontvangen, als eerste onder de ambtenaren, en toch zijn ze in staking. Door een functionaris van het kabinet van de president is aangegeven dat er fouten zijn gemaakt bij het uitbetalen van de leraren. De fouten zullen ongeveer 6 maanden in beslag nemen om gecorrigeerd te worden. In elk geval is erkend dat er fouten zijn gemaakt en dat dus mensen niet hebben ontvangen wat ze hadden moeten ontvangen. De staking van de onderwijzers draait nu om de verkeerde betalingen onder meer. Nu de overheid erkend heeft dat er fouten zijn gemaakt, mag aangenomen worden dat er minder aanleiding is om daarover te staken. Overeind blijven het tempo van de ‘herwaardering’ (loonsverhoging) en de verandering van de status van de leraren. Er zou een staatsbesluit zijn uitgegeven dat zou maken dat de leraren van status moeten zijn veranderd. Tot nu toe heeft het regeringsbesluit niet gewerkt, de status van geen enkele leerkracht is nog veranderd. Het is onduidelijk wanneer deze status zal zijn veranderd in de toekomst. Daarover kan noch de regering noch de vakbond ons goed informeren. De grote vraag rijst dus waar de leerkrachten echt voor staken. Het is wel duidelijk dat de BvL/ALS ruzie heeft met de regering. Issues waarover de leerkrachten nog moeten staken, die bestaan er in principe niet. Als het gaat om de herwaardering, moet de BvL aangeven hoeveel geld nog uitbetaald moet worden aan de leraren. Door de regering is wel eens aan de leraren voorgehouden hoe en in welke fases men de loonsverhogingen wil doorvoeren. Daarbij is uitgelegd dat gefaseerd overgegaan zal worden tot het verhogen van de lonen. Ook is voorgehouden dat er 4 categorieën en tussencategorieën zijn wat betreft de beloning. De BvL heeft geen alternatieve beloningsschaal voorgehouden aan de regering, noch aan de samenleving. De indruk bestaat dus niet dat de BvL tegen de nieuwe loonreeks is. We hebben al eerder aangegeven dat het opeisen van verhogingen ineens moeilijk gaat, omdat op de kleine markt in Suriname het opeens loslaten van geld effecten zal hebben. Nu de BvL weer staakt, komt het onderwijs voor 2017 wel in gevaar. De staking is aangekondigd voor onbepaalde tijd. Kinderen die met moeite de school bijbeenden, zullen waarschijnlijk door deze stakingen mislukken, dus blijven zitten of afhaken. Opmerkelijk is nu dat de politiek zich volledig gemengd heeft in de strijd tegen de regering die gevoerd wordt door de BvL/ALS. De oppositiepartijen willen ‘ombuiging’ van het beleid zonder concreet aan te geven wat met de ombuiging moet worden bedoeld. Van belang is om voor ogen te houden dat de huidige regering van de vorige regering een uitgedijd ambtenarenapparaat heeft overgenomen. Ook heeft men overgenomen een hoge loonpost via de Fiso-doorvoering in 2 fasen. Met de Fiso-regeling zijn oneigenlijke doelen gediend en is het hoger kader bekaaid ervan af gekomen. Door de CLO is de waarde van het hoger kader pas recent benadrukt, het werd tijd dat de CLO het belang van het hoger kader zou aankaarten. De politiek is bezig een ouderwetse massameeting te organiseren op 20 mei 2017, een zaterdag waardoor de mensen die op de overheidskantoren werken en een deel van de werkende mensen in de private sector, gemakkelijker aan de massameeting kunnen meedoen. Het is wel mogelijk dat de gezamenlijke politieke partijen een grote menigte op de been brengen, dat zal al het geval zijn als men alleen de structuren vanaf de kernbesturen alleen al bij elkaar roept. De roep naar ‘ombuiging’ van de oppositie is twijfelachtig en niet concreet. Bovenal heeft de oppositie zich nooit uitgelaten wat zij zouden doen met de eis van de BvL. De oppositiepartijen moeten nu wel kunnen beloven wat ze aan de BvL aan loonsverhoging zullen geven wanneer zij aan de macht zijn. Omdat ze oppositie zich hierover niet heeft uitgelaten, is het niet helemaal duidelijk wat de oppositie precies vindt van de beloning van de leraren. Het is daarom oom onduidelijk hoe de protestmanifestatie van de leraren zich verhoudt tot het vertoon van massa door de oppositiepartijen op 20 mei. Opvallend en dubieus van de oppositiepartijen is dat men zich heel diplomatisch heeft opgesteld tegen de regering en heel veilig zich heeft gepositioneerd binnen de grenzen van het toelaatbare. Er zijn veel geruchten over corruptie in de samenleving, waarin exponenten betrokken zijn, ook zijn er verklaringen voor sommige besluiten die de regering niet durft te nemen en investeringen die maar niet van de grond komen. De namen worden in de wandelgangen genoemd, maar de oppositiepartijen houden hierover hun mond. De verve waarmee corruptie werd aangekaart in het begin van de periode 2000-2005 is helemaal vervaagd. Dat betekent dat de oppositie heel strategisch te werk gaat, met als voornaamste oogmerk om in de volgende regering te belanden. De indruk bestaat niet dat het gaat om beleidsmatige zaken en belangen van (groepen in) de samenleving. Vooralsnog heeft de politieke manifestatie van 20 mei geen ander dan een puur politiek doel op zijn Surinaams, dus los van de noden van de samenleving. Dat kan een toevallig bijproduct zijn.

error: Kopiëren mag niet!