Nurmohamed: ‘Niemand komt voor de verkiezingen aan ambtenaren’

SER moet geen geld verwachten

Het is volgens het staatshoofd in het dienstjaar 2018 onafwendbaar het ambtenarenapparaat in Suriname een rationeel onderzoek te doen ondergaan, waarbij moet worden nagegaan of dit apparaat qua efficiëntie, effectiviteit en omvang voldoet aan de kwaliteitseisen als essentiële werkarm van de overheid. Bijkans 60.000 personen (bron: jaarplan 2017) vormen samen het ambtenarenapparaat. Hiertoe zal onder andere aan de Sociaal Economische Raad (SER) gevraagd worden een bijdrage te leveren in dit kader.
De SER had echter sinds zijn instelling in 2017 niet eens een secretaris en een eigen gebouw. Ook was er in 2017 geen geld om deskundigen in te huren en de operaties te draaien. Maarten Schalkwijk, die ook lid is van dit instituut, zei: “Het lijkt erop dat de overheid de SER niet serieus neemt”. Er zijn leden die het gevoel krijgen dat financiële middelen worden onthouden, zodat de SER zijn werk niet kan doen. Voor 2017 had de SER geen cent ontvangen, terwijl de begroting wel is goedgekeurd. Dit getuigde niet van respect voor dit adviescollege. Schalkwijk gaf in 2017 al aan dat de SER meer dan voldoende werk te wachten staat. Er zijn een heleboel vraagstukken binnen de samenleving, de crisis aangaande, die oplossingen vergen. Het onderwerp van de koopkracht bij de inkomenstrekkers heeft steeds de aandacht van de SER. De zorgsector roept al geruime tijd om aandacht, zeker vanwege de braindrain die geconstateerd wordt. Het onderwerp van productie dient serieus bekeken te worden, om de verdiencapaciteit van het land te verhogen. De SER laat zich wel voorlichten door deskundigen. Het werken wordt echter moeilijk als er geen middelen zijn.
Parlementariër Riad Nurmohamed denkt niet dat de SER in 2018 geld moet verwachten. Dit ondanks de raad er recht op heeft. “De regering heeft het al moeilijk om salarissen en subsidies uit te betalen. Er is geen geld”, stelt de politicus. Hij heeft er wel geloof in dat de SER goed werk kan verrichten, als hij werkmiddelen heeft. Over het onderwerp van het ambtenarenapparaat denkt hij ook goede adviezen te mogen verwachten. Echter merkt Nurmohamed op dat dit onderwerp vaker aan de orde is geweest. “Ik moet dan als een politicus denken. Het is een politieke/populistische uitspraak. In 2020 heb je de verkiezingen. Niemand komt voor de verkiezing aan ambtenaren. Geen enkele regering of politieke partij heeft uitgerekend hoe zij in de toekomst om zal gaan met het apparaat”, stelt Nurmohamed.
De SER heeft tot taak het bevorderen van een goede afstemming van bij het sociaaleconomisch beleid met betrokken belangen van overheid en maatschappelijke groepen, gericht op sociale rust en economische stabiliteit. Ook heeft de SER tot taak het bevorderen van een goede maatschappelijke werkzaamheid en een duurzame ontwikkeling van het sociaaleconomisch leven van daarbij betrokken maatschappelijke groepen gericht op sociale rechtvaardigheid en economische groei.
De SER voert de taken uit middels overleg en het verstrekken van adviezen. Ingevolge de Wet SER worden de middelen tot dekking van de bij begroting toegestane uitgaven voor de helft gefinancierd middels het heffen van opcenten via de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Suriname en de andere helft ten laste van de begroting van Financiën. Voordat het heffen van opcenten krachtens de Handelsregisterwet kan plaatsvinden, dienst deze wet eerst gewijzigd te worden. Het proces voor wijziging van de Handelsregisterwet moet door het ministerie van Handel en Industrie worden ingezet. Er is voor het dienstjaar 2018 op de begrotingen van Financiën een bedrag van SRD 1.864.000 geraamd. Het is niet gespecificeerd waar dit geld precies voor gebruikt wordt.
De SER wordt momenteel geleid door ex-minister Imro Fong Poen. De raad werd op 7 april 2016 weer in werking gesteld en heeft inmiddels een gevraagd advies uitgebracht aan de regering over “De beloning van werknemers in de particuliere sector en compensatie voor de sociale kosten van de heersende crisis, het Stabilisatie en Herstelplan 2016-2018”, alsmede een ongevraagd advies over “brandstofsubsidie, van object- naar subjectsubsidie, een unieke kans om het openbaar vervoer duurzaam te herstructureren”.
De SER maakte sinds 2016 gebruik van de faciliteiten van het Institute for Graduate Studies & Research van de universiteit. In beginsel financierde de universiteit de SER. Het lag in de verwachting dat de SER nog in 2017 over zijn eigen huisvesting en secretariaat zou beschikken. In de eerste helft van 2017 heeft de raad zijn jaarverslag over 2016 ingediend, alsmede een concept staatsbesluit waarbij de taken van de Planraad vooralsnog worden toegewezen aan de SER. Dit werd opgenomen in het door DNA goedgekeurde Stabilisatie- en Herstelplan 2016-2018 (SHP), maar er moet nog uitvoering aan worden gegeven.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!