Nog steeds geen transparant beleid overheidsmedia

Uit de laatste blokkade van de uitzending van een programma bij de ‘staatszender’ blijkt dat er nog steeds geen transparant mediabeleid is wat betreft de staatsmedia. Dat was er niet tijdens het NF en dat is er nu ook niet. De STVS was lange tijd het enige tv-station, waarbij men tegelijk staatsmedium en vrij televisiestation was. Intussen is het spectrum doorspekt met tientallen tv-stations waarvan enkelen opinieprogramma’s hebben en nieuwsonderdelen, maar voor het overgrote deel is alles gericht op entertainment. De STVS en ATV zijn geheel dan wel gedeeltelijk bezit van de staat c.q. de regering. De regering heeft haar standpunt en opinie in een aantal zaken die beleidsmatig en politiek van aard zijn. De regering is in het maatschappelijk verkeer vanwege haar grondwettelijke taak ook wel eens betrokken in geschillen of in patstellingen met maatschappelijke organisaties. Daaraan gekoppeld zijn soms mobilisatiecampagnes van burgers die massale protesten en geweld op gang kunnen brengen. Maar het kan ook gaan om grote beslagleggingen op staatseigendommen, bezetting van Surinaams grondgebied, groepen die als hoofactiviteit hebben de grondwet en de staatsorde af te wijzen of het beledigen van het staatshoofd of bevriende staatshoofden. Voor al deze gevallen moet er een beleid zijn bij de staatsmedia, waarbij het duidelijk is voor de kijkers en de bevolking in welke mate groepen die permanent of tijdelijk in conflict zijn met de staat, zelfstandig gebruik kunnen maken van zendtijd om tegen de regering, leden van de regering of zelfs de staat te ageren of tegen bevriende mogendheden en staatshoofden en protesten te mobiliseren.
We hebben hier vaker gesteld dat op de staatsradio heel vaak zaken worden aangehaald die tegen de grondwet zijn en dat ook nog eens structureel. Wat namens overheidsmediawerkers op staatsmedia wordt gezegd wordt geacht te zijn gezegd namens de regering. We hebben eerder gezegd dat er teveel agressie en intimidatie is vanuit de staatsradio – dus formeel de regering – naar de burgerij toe. De regering moet nu een overheidsmediabeleid vaststellen, waardoor het eventueel duidelijk wordt dat de staatsmedia niet te vergelijken zijn met de vrij media. Het moet duidelijk zijn hoe de staatsmedia staan tegenover de ‘vrije journalistiek’. Als die vrijheid bij de mediawerkers en programmamakers er niet is, dan moet dat voor alle partijen duidelijk zijn. Mediawerkers kunnen dan ook hun keuze maken of ze onder de beperkende omstandigheden kunnen en willen functioneren. In het beleid moet uitdrukkelijk een paragraaf worden opgenomen hoe de staatsmedia zich moeten opstellen tegenover de vrije media. De staatsmedia mogen zich totaal niet uitlaten over de vrij media waar burgers, ook die welke tijdelijk of permanent met de regering of regeringsleden, de staat of het staatshoofd in conflict zijn, vrij de ruimte moeten hebben om zich uit te laten. In het ruimere mediabeleid moet de vrijheid van meningsuiting worden benadrukt en moet er ook geen kritiek zijn van de regering via de staatsmedia, dat bij bepaalde media of bepaalde programma’s voornamelijk ruimte wordt gegeven aan een bepaalde groep of een bepaalde opinie. Het is in de periode na 1987 voor de tweede keer dat in een ogenschijnlijk ‘neutraal’ opinieprogramma bij de staatszender STVS, wordt ingegrepen. In de NF-periode (2005-2010) werd in een actualiteitenprogramma ingegrepen door de vp, toen partijen die tegen het ‘one-China’-beleid waren, aan het woord zouden komen. Het programma kwam abrupt tot een einde. Nu gebeurt dat weer in een geschil waar de regering zwaar mee in haar maag zit. Het is de kwestie BvL, die een chaotische zaak is geworden door kardinale fouten die raadsadviseurs in het begin hebben gemaakt. Die fouten wil men niet bekennen. In tijden van crisis moeten overheidsmediadirecteuren – omdat er geen staatsmediabeleid is – met de medewerkers en programmamakers overleg hebben om calamiteiten te voorkomen. Gasten melden zich aan een half uur van te voren. De vraag rijst als er meerdere gasten die dag op programma stonden, als de directrice nu beweert dat de BvL-voorzitter niet op programma stond? Opmerkelijk is dat daags tevoren raadsadviseurs alleen aan het woord waren gelaten, toen was er geen sprake van een behoefte aan ‘evenwichtige beeldvorming’. Bij de Surinaamse staatsmedia is er geen sprake van evenwichtige, maar een eenzijdige beeldvorming. Eerder had de directrice ook een voornemen om een aflevering van het Jeugdjournaal waarin Decembermoorden werd besproken, te blokkeren. Uiteindelijk werd het toch wel uitgezonden. De BvL-voorzitter heeft verklaard dat het stopzetten van het programma in opdracht was van het kabinet van de president, en niet op basis een beleid dat gesanctioneerd is door directrice. Zij beweert dat ‘5 voor 12’ het draaiboek door medewerkers is gewijzigd zonder haar goedkeuring. Duidelijk is uit het bericht van STVS dat men zich nog acht onderdeel te zijn van de vrije media en dat de zender wil/moet handelen conform de normale media-ethiek die geldt voor de vrije pers. De staatsmedia pretenderen onpartijdig en neutraal te zijn, terwijl maatschappelijk, al tientallen jaren, die ruimte er niet is. Het is tijd dat middels formeel vastgesteld beleid, de staatsmedia kleur bekennen. Daardoor kunnen de financiers (de burgers) ook hun verwachtingspatroon aanpassen en vaststellen of ze dat beleid acceptabel vinden.

error: Kopiëren mag niet!