NJP moet erosie tegengaan

Het Nationaal Jeugdparlement had gisteren zijn verkiezingen in alle districten. Suriname heeft een Nationaal Jeugdinstituut waarvan onderdeel zijn het NJP en jeugdambassadeurs. Er is de laatste tijd wat kritiek geweest op het functioneren van vooral de NJP’ers. De instelling van het NJP op zich was een mijlpaal waarmee wij een statement maakten zeker in de Caribbean. De understanding was in het begin duidelijk dat het NJP met rust zou worden gelaten door de partijpolitiek. Dat lukte in het begin aardig, maar onze politieke partijen die niet investeren in het opleiden van jong politiek kader, keken begerig toen ze in de media NJP’ers zagen met een vlotte babbel. In Suriname is dat namelijk als het ware de hoofdvereiste om in de politiek mee te doen. Als men veel praat en weinig zegt en om de hete brij kan draaien, is het geen probleem. In elke geval kwam rond 2010 de discussie of NJP’ers ook aan partijpolitiek mochten meedoen. Politieke partijen wilden namelijk oogsten waar ze nimmer hadden gezaaid. De volwassenen kwamen er niet uit en de keus werd op den duur gelaten aan de NJP’ers. Een deel van de NJP’ers vond dat zulks wel mocht. De laatste twee verkiezingen van het NJP hebben geleerd dat de politieke partijen van oordeel zijn dat iedereen moet meedoen aan de partijpolitiek. De NJP’ers zijn niet met rust gelaten en de grote politieke partijen hebben er geen bezwaar tegen dat politiek besmette jongeren met een eenzijdige kijk het NJP bevolken. Het NJP heeft in de afgelopen periode flink ingeboet aan kwaliteit en vooral geloofwaardigheid. Dat komt door ruzies voor en na de verkiezingen die gevoed zijn door de partijpolitiek. Een nieuwe tendens waren de groepen en bundelingen langs politieke lijnen tijdens de campagnes. De indruk bestaat dat deze bundelingen georganiseerd zijn door de politiek. Dat het in politieke zin wel zin heeft om het NJP te politiseren, begrijpen wij wel. De jeugd heeft een grote mobilisatiekracht en dat bewijzen de vele stakingen tegen slecht beleid in de vele landen. Door het NJP te ‘coupen’ kunnen negatieve sentimenten tegen de regering, wie die regering ook mag zijn, vroeg de kiem in worden gesmoord. De verdeeldheid onder de jongeren bleek ook laatst bij de laatste staking van de leraren. In elk geval kan gesteld worden dat de activiteit van het NJP enorm is gedaald. Het NJP lijkt de kluts kwijt te zijn en het parlement van de jongeren is verdeeld, waardoor men moeite heeft om zonder ruzie te maken gezamenlijk besluiten te nemen. Van het NJP wordt wel verwacht dat het haar mening grondig formuleert op basis van bijvoorbeeld van de SDG’s, de wetgeving, verdragen en officiële regeringsstukken. Van het NJP wordt verlangd dat hij in dialoog is met de achterban over onderwerpen die haar regardeert. De ontevredenheid over het NJP is er niet omdat zaken in de uitvoering op het bord van de regering niet plaatsvinden. Van het NJP wordt niet verwacht dat hij op de stoel van de regering gaat zitten. NJP’ers zeggen heel vaak dat ze maar een inspraakorgaan zijn, maar die rol is al goed genoeg en omvat veel. De vraag rijst of men als inspraakorgaan zijn werk naar behoren heeft kunnen doen. Het antwoord is dat in de afgelopen twee periodes dat steeds minder is gebeurd. De indruk bestaat ook dat NJP’ers elkaar niet luchten en zodanig wantrouwen dat ze niet eens behoorlijk kunnen vergaderen. Het NJP is er zodat jeugdigen optimaal de gelegenheid krijgen hun mening te geven en gehoord worden in aangelegenheden die hen betreffen. Het NJP heeft zich onvoldoende laten horen. Het NJP dient als consultatie- c.q. inspraakorgaan van de jeugd, waardoor de regering bij het formuleren van het jeugdbeleid input krijgt van de jeugd. Tevens is dit orgaan ook een bewakingsmechanisme van de jeugd ten aanzien van het jeugdbeleid van de regering. Het NJP heeft een zittingsperiode van 3 jaar. Een taak van het NJI/NJP is om de regering te voorzien van informatie en inzichten over jongerenaangelegenheden. Dat is een zware taak. Ook moet het NJP het jeugdbeleid controleren en bewaken. Dat omvat het beleid van een aantal ministeries. Ook dit is een zware taak en onvoldoende van de grond gekomen de afgelopen jaren. Om te weten en vast te leggen wat er in de jongeren omgaat, moet zij jaarlijks het Nationaal Jeugd Congres organiseren en de resultaten verwerken in een nota voor de regering. De jeugdparlementariërs zijn onderverdeeld in 5 vaste commissies. Door deze vaste commissie moet het werk van het NJP tot uiting komen. In de eerste plaats is er de commissie ‘Voorlichting en Media’. Deze commissie is er om met de gemeenschap en de jongeren te delen wat het NJP aan adviezen en awareness-activiteiten ontplooit. De tweede commissie is Sociaal Welzijn en Maatschappelijke Zaken’. Dit is de zwaarste commissie en omvat de kern van het werk van het NJP. Deze commissie moet onderverdeeld worden in enkele subcommissies die betrekking moeten hebben op onderwijs, arbeid, gezondheidszorg en huisvesting. Een punt waarover het NJP geen sterk standpunt heeft ingenomen is dat van het hoge afvalpercentage van jongens uit het onderwijs en het ontbreken van maatregelen vanuit de regering om dit afvallen tegen te gaan. ‘Sport en Recreatie’ is een andere commissie die minder zwaarwichtig is dan de voorgaande commissie. De commissie Nationale en Internationale Betrekkingen regelt de netwerking op het formele niveau en hier komen ook de verschillende verdragen aan de orde. Belangrijk is de commissie
‘Onderwijs en Ontwikkeling’ die de tweede zware commissie is. Deze commissies zijn heel zwak uit de bus gekomen. De hoop is dat het NJP weer het oude niveau bereikt, maar dat is vanwege de laatste berichtgeving niet de verwachting.

error: Kopiëren mag niet!