Nieuwe klassenstrijd

De jongst aangestelde minister in het kabinet heeft inmiddels zijn eerste misslagen achter de rug. Het heeft bij onze minister van Justitie en Politie niet lang geduurd; geen verrassing want hij heeft een korte lont. De minister is zeer gepast langs geweest bij een begrafenis, waar een aantal onbeschaafde criminelen twee Chinese winkelier hebben vermoord door hun winkel waarin ze zich schuil hielden tegen geweld, in brand te steken. De winkeliers werden levend verbrand in hun winkel. De minister heeft de uitingen van pijn en verdriet in de zaal aanschouwd en heeft op gegeven moment zijn controle verloren. Toen is gebleken dat de minister wel een ervaren Biza-man kan zijn geweest, maar dat hij nog nader kennis moet maken met de uitersten van het werk bij Juspol. Voor de uitglijder bij de Chinese begrafenis, had de minister een andere fout begaan. Hij had de Mobiele Eenheid afgestuurd op een protesterende menigte die nog niet eens op straat was. Er is bij dat optreden zoveel fout gegaan, dat het onmogelijk te vatten is in een klein stuk. Er zijn niet voldoende getrainde mensen ingezet met zware vuurwapens tegen mensen die het schoolbord en het witte krijt en hun opleiding als wapen hanteren. Dat de Mobiele Eenheid de opdracht kreeg om tegen deze menigte op te treden, had de politie aan het denken moeten zetten. Maar het is duidelijk dat de politie en de Mobiele Eenheid nooit de intentie hebben gehad om aangepast op te treden. Het grootste bewijs dat foute mensen door de regering zijn ingezet, is het satansmasker dat ten minste een lid van de eenheid op had. Waarschijnlijk heeft dat lid van de ME zich een hele heer en stoer gevoeld tegenover de weerloze ongewapende burgers, op dezelfde wijze waarop grote sterke criminelen zich voelen tegen weerloze zwakke bejaarde burgers die ze de dood in jagen met overdadig geweld. Het is hetzelfde concept. Onze wapenbroeders zijn stoer, maar dat etaleren zij alleen tegenover de eigen ongewapende burgers. Onze gewapende ambtenaren moeten hun stoerheid eens gaan tonen tegen de roverbendes die burgers vermoorden voor luttele bedragen. Maar dat doen ze niet, ze rijden er gewoon langs en kijken de andere kant op. Onze wapendragers moeten hun stoerheid gaan tonen in het binnenland, waar grote delen van het land gekoloniseerd zijn door buitenlanders. Maar neen, daar rennen onze wapenbroeders achter elkaar om de hielen van de buitenlanders te likken en hand- en spandiensten te verlenen en de wapens op te nemen tegen eigen burgers. Onze wapenbroeders moeten zich storen aan de vele rovers en piraten die voor onze kust onze natuurlijke hulpbronnen en onze burgers beroven. Het moet hen verder ook storen dat een deel van ons land in het westen bezet is door een buurland. Inmiddels hebben we onder deze regering door passiviteit erkend dat het stuk land niet meer aan ons toebehoort. Onze gewapende machten zitten voor een deel vol met foute mensen en die hebben geen moeite om satansmaskers aan te trekken. Er is een sterk gerucht in de samenleving dat de politie samen heult met de roversbendes. Vandaar dat de minister van Justitie en Politie heeft aangegeven dat de politie de rovers niet aankan, althans vandaar dat hij heeft aangekondigd dat hij zijn collega-minister zal vragen om militairen in te zetten. Maar daarbij maakt de minister een grote fout, de minister gaat namelijk voorbij aan de staat waarin het Nationaal leger verkeert. Deze gewapende macht gaat gebukt onder louche praktijken vanaf de top tot de navolging in de lagere regionen. Een groep ontevreden militairen heeft enkele weken terug in de media een boekje open gedaan met wat voor soort corruptie de absolute top van het leger de hele tijd bezig is geweest. Wat we in principe nu hebben in het land is dat de meerderheid van de Surinamers in eigen land een minderheidsgroep is geworden. De dienst wordt uitgemaakt door een maffia die zich heeft genesteld in de politieke top, door buitenlanders en de gewapende machten (politie, leger). Het volk van Suriname dat deel uitmaakt van de minderheidsgroep bestaat uit de lage loontrekkers en de verarmde middenklasse. In de klassenstrijd is hun vijand de politieke elite, een deel van de vakbondsleiders dat op de schoot van de regering zit, buitenlandse ondernemers en bezetters van delen van Suriname, het malafide bedrijfsleven, de politie en het leger. Deze kleine minderheidsgroep is de meerderheid in Suriname. Het Surinaamse volk zit klem. Inmiddels is het duidelijk geworden dat door massaprotesten deze regering niet afgezet wil worden. De regering heeft aangegeven dat ze niet wil dat grote groepen mensen dagen achter elkaar door de straten van Paramaribo lopen. Daarmee geeft ze eigenlijk gezegd dat ze niet wil dat er protestmanifestaties worden gehouden. Als dat toch gebeurt, zal men gewapende eenheden inzetten en deze gewapende eenheden zijn er wel voor te vinden. Het zwaar verarmde Surinaamse volk zit vast in eigen land.

error: Kopiëren mag niet!