NH-houding discutabel

De milieulobby in Suriname is zwak ontwikkeld. Er is een cultuur van vrees om met de overheid in botsing te komen en ruzie te maken. Suriname is in natuurlijk opzicht een bijzonder land. We zijn een van de groenste landen ter wereld. De hoeveelheid aanwezige zoetwater per hoofd van de bevolking zou ook hoog zijn. Suriname heeft vaker het wereldnieuws gehaald voor ontdekkingen, waarbij onze rijke biodiversiteit steeds werd benadrukt en bevestigd. Een wezenlijk deel van Suriname is beschermd natuurgebied, waaronder ook het Centraal Suriname Natuurreservaat, dat ook op de werelderfgoedlijst van de Unesco zou voorkomen. Deze bijzondere omstandigheden vertalen zich niet in economische activiteiten en inkomsten voor de staat. Een sector die bij voorkeur van deze bijzondere omstandigheden gebruik had moeten maken, is de toerismesector. Deze natuurlijke omstandigheden zijn enorme marketing tools om Suriname te promoten. Dat gebeurt te weinig, omdat er geen alles overstijgende structuren zijn die de marketingstrategie voor toerisme bepalen en sturen. In het parlement was er donderdag een heel interessante discussie over het afgraven van schelpen te Braamspunt. De natuurorganisatie WWF heeft zich gedistantieerd van deze schelpafgravingen en de verantwoordelijkheid helemaal gelegd bij de overheid c.q. het ministerie van NH. De minister van NH heeft over deze schelpafgravingen door een aantal ondernemers een uitleg gegeven in DNA. Om te beginnen moet gesteld worden dat deze minister een enorme imagoschade heeft geleden in de afgelopen periode door de move van de coalitie naar de oppositie en de positie van de minister is bijvoorbeeld de zaak van de skalianhouders, de Suralco en nu dubieuze schelpafgravingen. Hij heeft veel aan geloofwaardigheid moeten inleveren en behoort tot een selecte groep ministers met dit imago samen met zijn collega van LVV. De zaak van Braamspunt heeft een vieze lucht en versterkt enkele hardnekkige geruchten rond deze minister. Het verhaal van de minister kwam erop neer dat hij de bescherming van het milieu erkent, maar ook moet denken aan andere belangen. De minister zegt dus dat hij de vrijheid heeft om het milieubelang te schaden, bij het behartigen van andere belangen. Wat zijn deze andere belangen? De minister noemde een economisch en een cultureel belang. Uit zijn verhaal is het echter nooit duidelijk geworden wat het economisch belang is bij de zandafgravingen. Dat was duidelijker geworden als de bewindsman ons had uitgelegd hoeveel betalingen er allemaal zijn verricht om weer toestemming te krijgen om vergunningen te verkrijgen. Hoeveel heeft de staat in ruil voor de afgifte van de vergunningen ontvangen? Zijn er garanties dat er door de ondernemers niet andere afdrachten plaatsvinden aan niet-staatsactoren? Hoeveel worden aan belastingen, royalty’s etc. betaald aan de staat? Deze informatie is onduidelijk, waardoor het economisch belang ook niet aannemelijk is gemaakt. De minister vergeleek de economische waarde van de schelpafgravingen met Iamgold. Dat is kennelijk een zeer scheve vergelijking, omdat de revenuen vanwege deze bedrijven op een heel ander niveau is. Het is in een aantal keuzes die gemaakt zijn door deze minister duidelijk geworden dat hij het milieu en duurzame ontwikkeling (met alternatieve energiebronnen) geen warm hart toedraagt en zelfs sceptisch staat tegenover de richting van ‘sustainable development’ waar de wereld naar heen gaat. Dat merkten we ook toen een bedrijf voor zonne-energie met veel gemak werd bedankt en bijna weggejaagd. Deze houding is moeilijk te vatten door de taken die aan de minister zijn toebedeeld. De taak is de inventarisatie, exploratie, optimale exploitatie en het beheer van de natuurlijke hulpbron water, de natuurlijke hulpbron bos, de flora, de fauna en de voor de energie benodigde natuurlijke hulpbronnen. NH heeft ook als taak het natuurbeheer en de natuurbescherming, het waterbeheer en de controle op de naleving van regels en voorschriften met betrekking tot het waterbeheer, hout en houtproducten, de flora en de fauna, de opwekking, het transport en de distributie van energie. Deze minister heeft duidelijk milieutaken volgens het Besluit Taakomschrijving Departementen, maar de minister laat er niet veel van blijken. Zelfs culturele overwegingen drijven hem ertoe om toe te staan dat het milieu van Suriname wordt vernietigd. Hij stelde in DNA dat Surinamer ervan houden om schelpen op hun erf te zetten en met schelpen te bouwen. Of dit laatste verantwoord is, weet hij niet, maar met deze gewoonte houdt de minister rekening. Dat is een corrupte houding. De vraag rijst wat de minister zal doen met de cultuur van Surinamers om schildpaddeneieren te eten en beschermde diersoorten als rode ibissen neer te schieten en te eten. Zullen we dat ook maar toestaan? Al met al moet gesteld worden dat het optreden van de NH-minister niet imponerend was en tegen zijn wettelijke plicht.

error: Kopiëren mag niet!