Moody’s Investors Service (“Moody’s”) heeft Suriname een notering van B1 gegeven voor de obligatielening van 550 miljoen USD die vorige week werd gesloten. De notering wordt op gelijke niveau gezien met de bestaande schulden van de Surinaamse overheid en werd daarom de eerder toegekende B1 rating gehandhaafd.
De 10-jarige 9,25% lening van 550 miljoen dollar zal op 26 oktober 2026 vervallen en is nominaal B1, in overeenstemming met de emittent van de soevereine rating omdat de obligatielening een algemene, rechtstreekse, onvoorwaardelijke en onbeveiligde verplichting van de regering van Suriname is. Moody’s begrijpt dat de regering voornemens is de netto-opbrengst (ongeveer $541 na het betalen van de commissies en honoraria) te gebruiken voor de terugbetaling van verschillende leningen. Hieronder vallen leningen van Staatsolie (US$ 300 miljoen), aflossing lening Petrocaribe (US$54 miljoen) en is US$27 miljoen bedoeld voor het aandeel van Suriname in Surgold. De B1 notering zal leiden tot gunstige groeivooruitzichten en zal de overheidsschuld en rente lasten matiger doen lijken stelt Moody’s.
De lage notering van Moody’s (Low+) reflecteert de kleine schaal van de economie en de beperkte diversificatie ervan. Een belangrijke factor dat ondersteunend werkt zijn mid-term groeiperspectieven, welke volgens Moody’s verbonden zijn aan de potentie van Suriname om buitenlandse investeerders aan te trekken. De aanwezigheid van natuurlijke hulpbronnen zou voldoende moeten zijn om investeerders aan te trekken.
