Misiekaba wil invloed DNA en regering op vervolgingsbeleid OM

Als het aan NDP-fractieleider Andre Misiekaba ligt, dan zou de procureur-generaal (pg) niet de enige persoon moeten zijn die beslist of een persoon wel of niet voor een bepaald strafbaar feit moet worden vervolgd. Dit zou volgens hem moeten gebeuren nadat de hoogste vervolgingsambtenaar bij het Openbaar Ministerie eerst advies heeft ingewonnen van de regering en De Nationale Assemblee (DNA). Dit zei de politicus donderdag bij de verdere behandeling van de Anticorruptiewet. De politicus verwijst hier naar het opportuniteitsbeginsel waar het OM kan beslissen dat een strafbaar feit niet vervolgd wordt op grond van het algemeen belang. Volgens de politicus ligt het vervolgingsbeleid conform artikel 148 grondwet niet bij de pg, maar de regering. “Iemand doet een melding van corruptie, de zaak wordt onderzocht door het Anticorruptiebureau. Volgens de ontwerpwet moet het bureau het resultaat van het onderzoek met alle relevante informatie doorsturen naar de procureur-generaal, die zelf zal beslissen of in deze een strafrechtelijk onderzoek zal komen. Mijn vraag is of er geen inbreng vanuit het parlement en de regering moet zijn. Moeten wij het laten aan de pg alleen om te stellen dat het niet opportuun is om door te gaan?”, stelde Misiekaba. Hij verwees met deze opmerking ook naar de huidige situatie van het 8 decemberstrafproces waar de regering ook een interne crisis heeft met de pg. “De pg is volgens de grondwet inderdaad heer en meester over het strafproces, maar artikel 148 grondwet is ook daar. In gedachte hebbende de positie van de pg en zijn bevoegdheden geeft artikel 148 aan dat het algemeen vervolgingsbeleid ligt bij de regering. Die kan in specifieke gevallen instructies geven aan de pg”, aldus de politicus. Het gaat volgens hem om de grotere verantwoordelijkheid van de regering. Hij vindt niet dat de pg alleen over het maatschappelijk belang kan beslissen.
Oppositie geen voorstander
De oppositionele fracties zijn echter geen voorstander van zo een constructie. VHP-fractieleider Chan Santokhi vestigde de aandacht op de kracht van ons rechtssysteem waar de belanghebbende altijd naar het Hof van Justitie kan stappen als die het niet eens is met de beslissing van de pg. Hij vindt dat er voorzichtigheid in deze kwestie moet worden betracht. NPS-fractieleider Gregory Rusland vindt dat voorzichtig omgegaan moet worden met de taken van het parlement wanneer voorgesteld wordt dat ook de volksvertegenwoordiging over het vervolgingsbeleid moet beslissen. Misiekaba bleef erbij dat er tussen de politiek en het rechtssysteem fundamentele verschillen zijn. In dat kader vroeg hij om in dit specifiek geval open te zijn voor een andere constructie. Zo zal alles meer in lijn zijn met ‘onze realiteit’.
FR

error: Kopiëren mag niet!