Massameeting: pot verwijt ketel

Er was op de massameeting van de oppositiepartijen VHP, PL, Abop en NPS welgeteld 1 verrassing: dat was dat de PL-voorzitter van blijdschap bereid was een ‘nabal’ te geven in zijn centrum bij de brug. De andere partijvoorzitters waren voorstander van het naar huis gaan van de opgekomen partijstructuren en sympathisanten. Zij werden door hen aan het einde naar de bussen begeleid. De opkomst van de massameeting was niet beneden verwachting, maar op zich ook geen verrassing. We zeiden eerder dat als de partijkernen en andere structuren opkomen – en ze zijn vervoerd met bussen – het niet veel zou vergen om een massa op de been te brengen. De opgekomen menigte bestond voornamelijk uit structuren van vooral de VHP, maar ook van de andere partijen. Opvallend was de hardnekkige houding van de SPA-voorzitter om op een afstand de zaak te volgen en niet op het podium te gaan. We hebben de afgelopen periode en laatstelijk in 2015 niet-indrukwekkende podiumoptredens gezien van de NF-partijen, waarbij men op de ouderwetse manier uit het hoofd heeft geprobeerd de massa op te zwepen, terwijl een heleboel te citeren was uit de stukken van de regering zelf. De oppositiepartijen hebben hun les van het verlies in 2015 niet geleerd. Dat bleek vooral uit het hoofd gepraat van de jongeren, die veel ongenuanceerde uitspraken deden zonder acht te slaan op de geschiedenis. De jongeren hebben gedaan alsof het regeren in Suriname pas in 2010 is begonnen. Het mag wel gezegd worden dat wanneer specifieke regeringspartijen specifieke problemen duidelijk en prominent op hun bord hebben gehad, en gekozen hebben dat niet op te lossen, men niet zonder meer het verwijt moet maken dat opvolgende regeringen deze problemen niet oplossen. Het is eerlijk en redelijk dat men de jonge burgers volledig informeert door te zeggen dat men in hun tijd de problemen ook niet heeft kunnen aanpakken en dat het verkeerd was. En dan mag men wel zeggen dat deze regering de zaak niet langer mag laten voortsudderen en moet aanpakken en dat de oppositie een bijdrage daarbij wil leveren. Het bewijs dat de oppositiepartijen op de oude voet wanbestuur willen blijven voeren, blijkt uit de manier waarop men de jongeren negeert en het gehoor onderschat. De drie jongeren, vooral die van de VHP en de PL, hebben veel ongefundeerde uitspraken gedaan over modernisering van onderwijs, gebrek aan docenten, kopiëren op school (gebrek aan boeken), schoolvervoer, beschikbaarheid van levensmiddelen, consumptiegedrag, ongewenste oudere politici, omkopen van kiezers met tickets, uitblijven van banencreatie en aangaan van schulden door de regering. Veel van de verwijten verwezen direct naar het beleid van de eigen leiders die nagenoeg allen op het podium zaten. Wat onderwijs betreft moet bekend worden dat de bouw van veel nieuwe scholen en schoollokalen (om de klaslimieten te verlagen), schoolvoeding, begeleiding na school, gratis basisgezondheidszorg voor alle of behoeftige kinderen en vrijstelling van inschrijfgeld pogingen zijn die al dan niet met succes wel door deze regering zijn gedurfd. Omstandigheden die soms aan de regering liggen en soms niet, hebben gemaakt dat deze zaken geheel of gedeeltelijk zijn mislukt, zoals de poging om de stencils te vervangen met boeken. Veel van deze goede pogingen zijn mislukt door het allergrootste probleem en dat is corruptie. De corruptie is goed uitgevonden en gestructureerd in de NF-periode, in de NDP-periode werden de verschillende methoden geperfectioneerd: de leerling overtrof de meester. De NF-regering kon de door de NDP-regering geratificeerde Inter-Amerikaanse Conventie tegen Corruptie ook niet implementeren. De aanvankelijk zich als technocraat opstellende Juspol-minister Chandrikapersad Santokhi was naïef om een nagenoeg perfecte Anticorruptiewet in 2007 in DNA in te dienen. DNA-leden uit de VHP (voornamelijk Mansaram en Randjietsingh) waren de grootste bestrijders van het wetsvoorstel met oneigenlijke argumenten. In plaats van de wet bij te stellen en de behandeling door te laten gaan, belandde het ontwerp in de ijskast, om onder druk van de oppositie weer uit de ijskast te komen, maar inmiddels onthoofd. Het deel waar politici en hoogwaardigheidsbekleders (maar ook lagere publieke functionarissen) inzage moesten geven in wat ze bezitten en wat ze aan schulden hebben, werd door het NF eruit gehaald. Inmiddels is door deze regering de eerste versie weer ingediend in DNA, maar nu is het de totale DNA die billen-knijpend de zaak traineert. Politici vinden het niet spannend dat de civil society volgt hoe hun vermogens zich ontwikkelen en wat ze überhaupt aan vermogens hebben vergaard. De meeste oppositieleiders hebben in hun speech verwezen naar corruptie. Deze oppositieleiders zouden indruk maken als ze zouden verklaren dat ze bereid zijn om aan te geven wat ze aan bezittingen en schulden hebben en hoe dat ontwikkelt als ze het voor het zeggen hebben. Daartoe zijn ze niet bereid, anders zouden ze de massa daarmee hebben verrast o.a. in DNA. Ze zouden de corruptelingen aan de overkant met deze houding hebben uitgedaagd. Derhalve kan niets anders worden geconcludeerd dat de oppositie mee wil doen aan de corruptie, maar dat de mogelijkheden daartoe niet uitgesloten zijn maar zeer marginaal. Het is dus even afwachten tot 2020. De terughoudende houding van vooral de VHP in DNA spreekt boekdelen, men wil een toekomstig huwelijk in 2020 niet verstoren. Hoe moet tegen deze achtergrond, gekeken worden naar de massameeting van 20 mei? Het was volgens observatoren van de maatschappelijke ontwikkelingen niets anders dan een verplicht nummer. Afdruipen en niets doen was geen optie in aanloop naar 2020. Op de schoffering op het podium van de PL-voorzitter en het duidelijke gebrek aan synergie tussen de partijleiders komen we terug.

error: Kopiëren mag niet!