‘Geld uitgeven en uitgeven en tamara un sa luku.’ Dit is volgens het VHP-assembleelid Mahinder Jogi een structurele cultuur van de huidige beleidsmakers. Het begrotingstekort van SRD 666.480.000 verbaast het assembleelid niet. Hij geeft wel aan dat het een feit is dat tal van diensverlenende bedrijven en aannemers nog steeds niet zijn uitbetaald voor hun aangeleverde werken. Jogi wijst erop dat de huidige beleidsmakers zich slechts druk maken om het uitgeven van geld, zonder dat zij zich enige zorgen maken om het rendement en wat de mogelijke consequenties zullen zijn voor de samenleving.
Jogi hoopt van harte dat de president vandaag tijdens zijn jaarrede mans genoeg is om aan te geven dat hij niet in staat is geweest om de vele zaken die hij heeft beloofd aan het volk, te realiseren. Dat hij ondanks een goede beginsituatie die de Nieuw Front-regering had nagelaten, niet erin is geslaagd om een beter woon- en leefklimaat te creëren. ‘De take-off die de president zou maken, is tot nog toe slechts bij woorden gebleven. Het schijnt dat het vliegtuig tot stilstand is gekomen.’
Jogi geeft mee dat de president mans genoeg moet zijn om te kunnen aangeven dat hij niet in staat is geweest om de criminaliteit onder controle te houden. ‘Het veiligheidsgevoel binnen de samenleving is nog steeds zoek. De beloftes die de president had gemaakt om van Suriname een voedselschuur te maken, zijn slechts bij een belofte gebleven. Ook is de president er niet in geslaagd om de rijstboeren goed te accommoderen zoals hij eerder had beloofd. De government-take die hij had beloofd af te schaffen, is juist verdubbeld.’
Verder is de president er volgens Jogi ook niet in geslaagd om ondernemers te accommoderen op een wijze zoals dat in feite moet geschieden. ‘Het financieel beleid is enorm gaan afzwakken, waardoor dit in een zeer precaire situatie is beland.’ Jogi schroomt er niet voor te zeggen dat de president de keuze volledig aan het volk moet overlaten op de dag van de verkiezing. ‘Hij moet wel de verkiezingsdatum aangeven. Maar het oordeel, dat moet hij aan het volk overlaten.’
Asha Gajadien-Bhagwat
