Luchtkastelen

Het lijkt alsof de propagandamachine verlegen zit om opties wat betreft de economische toekomst van Suriname. In Guyana is weer een tweede grote plas met olie ontdekt enkele dagen terug. Inmiddels is Guyana een land dat een enorme economische potentie heeft en constant een hoge economische groei meemaakt. Enkele weken terug is in de politieke propagandaprogramma van de regering die via de staatsradio wordt uitgezonden elke middag, de directeur van Staatsolie uitgenodigd om goed nieuws dat er niet is voor Suriname, mede te delen aan Suriname. De Guyanezen vieren feest omdat ze olie hebben ontdekt, de Surinamers willen ook feestvieren. Het verschil zit hem alleen hierin dat wij alleen gebluf hebben van de directeur van Staatsolie en niets meer. De directeur heeft zich laten verleiden tot een uitspraak op de staatsradio dat het vrijwel zeker is dat Suriname op zee olie gaat vinden. Alleen zou het nu een kwestie zijn van tijd. In een gesprek dat het karakter had van een borrelpraat, heeft men de Staatsolie-directeur zover gekregen dat hij ook uitberekende hoeveel geld extra Suriname zal verdienen als de olie wordt gevonden. Het enige wat Suriname zou moeten doen is manieren bedenken om het uit te geven. Suriname zal volgens het verhaal handen tekort komen om het geld over de balk te gooien, zoveel zullen we opeens meer verdienen. Op de staatsradio is men superblij en zou er al een uitgebreid feest zijn gevierd omtrent de luchtkasteken die door de Saatsolie-directeur zijn gebouwd. Het is mogelijk dat Suriname olie in zee vindt in haar gebied, maar dat is nooit met zekerheid te zeggen. Het kan, maar het hoeft niet. Het gebied waarin olie wordt gezocht is groter dan Suriname. Het is een gok om een correcte plek te vinden om te boren. Dat er olie zit zou misschien uitgemaakt kunnen worden bij benadering, maar het moet feasible zijn om de olie ook te kunnen winnen. Er zijn olievondsten gevonden offshore, maar die zijn economisch niet interessant. De gegevens met betrekking tot de aardolievoorkomens voor onze kust hebben betrekking op indicaties, schattingen en prognoses. Het is een gok waarnaar Suriname en een aantal oliebedrijven nu wagen. De oliemaatschappijen hun toekomst hangt niet af van de tientallen boringen die nog op schema zijn, maar nu begint men de toekomst van Suriname wel op te hangen aan olie dat misschien in economische zin niet eens voorkomt. De directeur van Staatsolie is recent een stap te ver gegaan door zich te lenen voor politieke propaganda. Het is economisch niet knap van een disciplinaire en degelijke maatschappij om te praten over olievoorraden waarvan men droomt. Zelfs al zou men weten dat er 100 % olie zal worden gevonden – hetgeen praktisch onmogelijk is – zou een degelijk bedrijf met een solide economisch management nooit zo ermee te koop lopen. Het is strategisch fout om de huid te verkopen voordat de beer is geschoten. De Surinaamse overheid wordt thans gekarakteriseerd door financieel ondoordacht beleid. Onze regering is teveel bezig om te gokken en alvast geld uit te geven voordat men de jackpot wint. Zo worden beloftes gedaan voor salarisverhogingen met alleen positieve en optimistische economische prognoses. Men vergeet de pessimistische prognoses, terwijl het planbureau daar ook rekening mee houdt voor te toekomst. Dat maakt dat de regering niet bang is om schulden te maken, ook Staatsolie heeft schulden gemaakt die oplopen naar 600 miljoen USD. Eerder is in DNA aan beide kanten van het parlement ontevredenheid geweest over onzuivere zaken die in Staatsolie afspelen. Aan de directeur van Staatsolie werd gevraagd om een loonstructuur te presenteren en duidelijk aan te geven waarom er werk werd/wordt gegund aan directieleden. De directie ging tegenover DNA niet in op deze vragen. Staatsolie moet op de operatietafel werd door de DNA gesteld. Volgens de DNA zouden zaken nog onduidelijker geworden zijn na een presentatie van het bedrijf in het parlement. Het volk is eigenaar van Staatsolie, het volk betaalt de salarissen en de bonussen bij Staatsolie, maar het volk mag niet weten hoeveel de top van Staatsolie verdient, werd gesteld. Staatsbedrijven besteden veel geld bij het aantrekken van goederen en diensten. Deze aankoopprocedures moeten transparant zijn en de overheid moet een integraal operatieve ‘code of corporate governance’ instellen, het liefst met en Wet Good Corporate Governance/Wet Integer Bedrijfsbestuur. We zien nu dat met ondoordachte en de eenzijdig optimistische benadering van Staatsolie, het volk zand in de ogen wordt gestrooid. Dat zal de productiviteit niet ten goede komen en het wordt als excuus gebruikt om andere sectoren toch niet te ontwikkelen. De regering van Suriname zit net als een verslaafde gokker werkloos te wachten om het winnen van de lotto. De Staatsolie-directeur heeft zich daarvoor geleend en heeft geen keus kennelijk omdat die zijn stoel niet kwijt wil. De drijfveer van dit alles is dat de regering geen ander economisch perspectief heeft om dat aan het volk te verkopen.

error: Kopiëren mag niet!