Lijden Palestijnse volk zet zich voort

Met de komst van de nieuwe Amerikaanse president is de toekomst van het Palestijnse volk steeds verslechterd. De Amerikaanse president zegt dat de kwestie Israël hem persoonlijk regardeert. Recent heeft hij als zijn onvoorwaardelijke steun aan Israël zijn ambassade verhuisd naar Jeruzalem, als te zijn de hoofdstad van Israël. Jeruzalem is echter betwist gebied. In een VN-resolutie is deze keus van de USA met een overweldigende meerderheid aan stemmen afgewezen. Een aantal kleine eilanden in Oceanië, de USA zelf en nog 2 landen in Midden-Amerika stemden tegen deze resolutie (Guatemala, Honduras). De USA beloofde strafmaatregelen in te stellen tegen alle meer dan 130 landen die voor de resolutie stemden die de erkenning van Jeruzalem als Israëls hoofdstad als ongeldig verklaarden. Tegen de burgers van de landen die tegen de resolutie stemden treft de Amerikaanse president nu harde maatregelen die aankloppen bij de grens als asielzoeker. De president betitelt deze mensen uit Midden-Amerika als echte criminelen en vuurt nu rookbommen op ze af. Trump houdt zijn belofte om de burgers van deze landen te belonen, niet. Hij bekogeld ze met bommen en stuurt het machtige leger af op deze ongewapende personen die gevlucht zijn uit hun land. De Amerikaanse president heeft zijn afkeer tegen de Palestijnse kinderen en vrouwen niet onder stoelen en banken gestoken. Hij heeft inmiddels alle steun die was gegeven aan Palestijnse hulporganisaties die kinderen in moeilijke gebieden ondersteunden, ingetrokken. Sinds de Amerikaanse president is aangetreden heeft hij zich niet 1 keer gericht tot het Palestijnse volk. Intussen zijn aan de grens met Israël honderden ongewapende mensen om het leven gekomen. Sluipschutters schieten op kinderen en vrouwen en zelfs journalisten en hulpverleners, zoals kwajongens op vogels schieten. Razan al-Najjar is een 21-jarige Palestijnse medische werker die in juni 2018 in haar duidelijk zichtbare witte uniform werd neergeschoten door het Israëlisch leger. Deze jongedame was een van de weinige vrouwelijke vrijwilligers die aan de grens bij Israël opereerde om gewonden te verzorgen. Kort tevoren had ze een interview afgestaan aan de internationale pers en vrouwen van Palestina opgeroepen om ook als vrijwilliger te helpen. Het vermoeden bestaat dat dit interview haar tot het slachtoffer heeft gemaakt van Israëlische sluipschutters. In september 2018 werden de kinderen Nasser Mosabeh (12) en Mohammed al-Houm (14) doodgeschoten door sluipschutters aan de grens met Israël. Vijf anderen kwamen daarbij ook om het leven, 90 anderen raakten gewond. Een groep van Palestijnen had de grens bestookt met zelfgemaakte projectielen en geprobeerd de grens over te steken. De sluipschutters schoten met scherp op deze Palestijnen. Volgens artsen zonder grenzen was de jongste patiënt die ze hebben behandeld 7 jaar. In april 2018 werd Yaser Murtaja, een jonge journalist van 30 jaar door de sluipschutters doodgeschoten. Hij had zijn uniform met in koeienletters ‘Press’ erop aan. Hij was enige tijd terug een nieuwsagentschap Ain Media gestart. Ondanks verschillende pogingen was het Murtaja nog nooit in zijn leven gelukt om te reizen, door de reisbeperkingen opgelegd aan de Palestijnen door Israël. Later in april 2018 werd ook de 24-jarige fotojournalist Ahmad Abu Hussein van het medium Voice of the People. Ook hij droeg een vest met ‘Press’ erop.
De Verenigde Naties hebben 29 november uitgeroepen tot de ‘Internationale Dag van Solidariteit met het Palestijnse Volk’ (International Day of Solidarity with the Palestinian People). Op 29 november 1947 keurt de Algemene Vergadering van de VN resolutie 181 goed, met daarin een voorstel om het mandaatgebied Palestina in een joodse en een Arabische staat te verdelen, en Jeruzalem onder een soort internationale voogdij te plaatsen. De joodse staat zou ongeveer 55 procent van het mandaatgebied Palestina omvatten, ondanks het feit dat de joden op dat moment maar een derde van de totale bevolking van Palestina uitmaken. De Palestijnen noemen de stichting van de staat Israël ‘an-nakba’, een catastrofe, omdat 418 Palestijnse dorpen van de kaart worden geveegd en meer dan 100 andere door joodse families worden ingenomen. Meer dan 700.000 Palestijnen vluchten hierdoor weg of worden met geweld verdreven. De Palestijnse vluchtelingen vinden in de buurlanden – Libanon, Syrië, Jordanië en Egypte – opvang in vluchtelingenkampen van het UNRWA (United Relief and Works Agency) van de Verenigde Naties, waar de meeste vluchtelingen en hun nakomelingen tot op vandaag nog wonen. Momenteel zijn er ruim 4 miljoen erkende Palestijnse vluchtelingen, maar door de Israëlische Wet op de Terugkeer van 1950 kunnen die nooit meer naar hun land en eigendommen terugkeren. Nochtans bevestigt de VN-resolutie 194 het recht op terugkeer van de Palestijnen naar hun land van oorsprong. Deze resolutie is medeaanleiding van de protesten van de afgelopen maanden.

error: Kopiëren mag niet!