Leraren cruciaal in ontwikkeling

De kinderen van Suriname, over het hele territorium en in alle geuren en kleuren, zowel de jongens als de meisjes, zijn de sleutel voor de versnelde ontwikkeling van Suriname. En omdat de kinderen de sleutel in hun hand houden is de leerkracht ontzettend belangrijk in het vervolmaken van de toekomst. Gisteren is wereldwijd de World Teachers Day (Internationale Leraren Dag) herdacht, ook in Suriname. Deze dag is bedoeld om de appreciatie te tonen voor de leerkrachten. De exacte dag is sinds 1962 verschillende keren veranderd. De VN-organisatie die zich primair bezig houdt met onderwijs, de Unesco, heeft 5 oktober uitgeroepen als ‘World Teachers Day’ in 1994. Deze dag is ingesteld om een belangrijke mijlpaal te vieren, namelijk de aanname van de gezamenlijke Unesco/ILO Aanbeveling inzake de Status van Leerkrachten op 05 oktober 1966. De ILO is de internationale VN-organisatie die zich buigt over arbeidszaken. Deze recommendation (aanbeveling) legt de rechten en verantwoordelijkheden vast van leerkrachten. Het legt ook vast de internationale standaarden voor de vorming en scholing van leerkrachten, hun indiensttreding en arbeidsomstandigheden. Deze aanbeveling wordt nog steeds aangemerkt als de basisstandaard over de kwaliteit van de leraar die gericht is op kwaliteitsonderwijs. De dag van 5 oktober herdenkt ook de aanname van de Unesco ‘Aanbeveling inzake de status van Leraren in het Hoger Onderwijs’ in 1997. De situatie van de leerkrachten wordt door een gezamenlijke commissie van de Unesco en de ILO gemonitord: het Gezamenlijke ILO/Unesco Comité van Experts inzake de Toepassing van Aanbevelingen voor het Onderwijzend Personeel. Met deze aanbevelingen wordt gerefereerd aan de aanbevelingen uit 1966 en 1997. Dit jaar wordt het 50-jarig jubileum van de aanbeveling van 1966 herdacht. Het thema dit jaar is “het waarderen van leerkrachten, het verbeteren van hun status”. Het Duurzame Ontwikkelingsdoel (SDG) no. 4 heeft in het bijzonder betrekking op onderwijs.
De VN schat dat, teneinde in 2030 aan de onderwijsdoelen te voldoen, er 3.2 miljoen meer leerkrachten nodig zullen zijn om aan alle kinderen basisonderwijs te verschaffen en 5.1 miljoen meer om alle kinderen voortgezet lager onderwijs te laten genieten. De hierboven genoemde gezamenlijk commissie van de Unesco en de ILO bracht in 2015 een belangrijk rapport uit. Aan dit rapport leverden ook een bijdrage Education International, de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD), de World Organization for Early Childhood Education (Omep) en de International Task Force on Teachers for Education for All. Het rapport vermeldde enkele verontrustende trends zoals de ‘deprofessionalisering’ van leerkrachten onder andere vanwege bezuinigingsmaatregelen. Dat betekent dus een erosie van de waardigheid van de status van de leerkracht. Dit heeft impact op de veiligheid en het welzijn van leerkrachten, inclusief het geestelijk welzijn (burn out). De fysieke veiligheid van leerkrachten blijft een issue in fragiele staten, maar ook in Suriname zijn leerkrachten blootgesteld aan geweld vanuit gemeenschappen zoals in het binnenland. Het rapport noteert wel vooruitgang in de rol van onderwijsvakbonden in de erkenning van de leerkracht, maar constateert tegelijkertijd dat de bundeling van onderwijzers in veel landen nog een probleem is. Leerkrachten ervaren nog steeds discriminatie op basis van gender, seksuele geaardheid, etniciteit en nationaliteit. Contractarbeid is ook een probleem op het onderwijsveld, waarin veelal ook niet gekwalificeerde ‘lokale leerkrachten’ zijn betrokken. In sommige landen zijn er veel leerkrachten die werken op contractbasis dus zonder zekerheid en onder slechte werkomstandigheden. Het comité benadrukte dat door bezuinigingen er in die landen niet overgegaan wordt om de status van leerkrachten te upgraden. Het comité is er voorstander van om regels die ingesteld zijn om de beroepen van doctoren en juristen te reguleren, ook toegepast moeten worden om onderwijzers te upgraden. Ook de Surinaamse leerkracht heeft het niet gemakkelijk. De groep is nu al jaren ontevreden over haar waardering. Ook lukt het de groep niet om structureel als partner in tijden van ‘vrede en oorlog’ te worden erkend door het ministerie van onderwijs. De sociaal dialoog hier is teveel gebaseerd op conflicten. Er is door het onderwijsministerie een verhoging van de leerplichtige leeftijd aangekondigd. Verder zijn er moderne tuchtmaatregelen jegens leerlingen ingevoerd, welke in de praktijk voor problemen zorgen door capaciteitsgebrek. De veiligheid van veel leerkrachten is op school nu meer in het geding dan voorheen. De onzekerheid door contractarbeid is er ook ingeslopen. Overall zijn de leerkrachten en leraren behoorlijk verarmd, hetgeen een rol heeft gespeeld op het gezag dat ze op school uitstralen. Voorts heeft de verarming ervoor gezorgd dat deze groep hun status ook in de buurten en gemeenschappen is verloren en de maatschappelijke en sociale rollen die men eerder vervulde in bijvoorbeeld verenigingen, niet meer vervult. De situatie van de leerkracht in Suriname is verslechterd, de grote verliezer is de samenleving in zijn algemeenheid.

error: Kopiëren mag niet!