Lange tenen en de moderne samenleving

Er zijn wereldburgers die hun geloof tot een last maken voor de rest van de wereldbevolking. De al bestaande vooroordelen tegen hun geloof met betrekking tot intolerantie en irrationaliteit, soms ook getypeerd met achterlijkheid, worden alleen maar versterkt. Uiteindelijk is men met de overgevoeligheid een last voor de samenleving en wordt ten slotte daarmee alleen maar ellende gegenereerd, zoals armoede door verhoogde olieprijzen. In het bovenstaande wordt gerefereerd aan de zogenaamde islamitische landen, waaronder Libië. Handelingen door massa’s in deze landen gepleegd worden vaak als ‘barbaars’ getypeerd. Geweld wordt over het algemeen in beginsel afgekeurd in de meeste religiën, zeker de grote wereldgodsdiensten. Geweld is op gegeven moment echter onvermijdelijk, bijvoorbeeld wanneer er gewapende aanvallen worden gepleegd. Een groot voorbeeld voor verantwoording van geweld is beschreven in de Mahabharata-epos uit India. De Mahabharata kan in staatkundig opzicht toegepast worden, maar ook op het persoonlijk moreel niveau waar goed en kwaad met elkaar in strijd zijn in de harten van de mens. In Libië gaat het echter om de Islam. Op papier is in Libie het grootste deel van de bevolking moslim. Een Amerikaanse ambassadeur is daags terug omgekomen door beschietingen door personen die beweren moslim te zijn, als onderdeel op een aanval op de Amerikaanse ambassade. De reden: een film van een Amerikaan waarin hij gebruik maakt van zijn recht op vrije meningsuiting. Nu is te enen male onmogelijk dat personen te allen tijde respect moeten hebben voor bijvoorbeeld de Islam en het Christendom. De aanslagen zijn zeer te betreuren, maar er kan ook gesteld worden dat hier het boemerangeffect aan het werk is geweest. De USA worden ervan beschuldigd dat ze de cultuur van losbandigheid en executies hebben versterkt in het Midden Oosten. Verwezen wordt naar de executie van Moammar Gadhaffi. Wat bij die executie naar voren kwam, is dat delen van het Libische volk, niet vredelievend zijn, bloed en slachtpartijen niet schuwen en geen respect hebben voor een ingesteld rechtssysteem. Ze kunnen vijanden opjagen zoals bij jachtpartijen en de trekker overhalen en feestvieren in de straten alsof er niets aan de hand is. Gadhaffi was geenszins een lieve jongen, maar uit de afrekening bleek duidelijk dat hij volgens de normen die in Libië niet ongewoon zijn, heeft geregeerd. Die normen zijn niet gangbaar in de Westerse wereld. Frappant dat geen afkeer is uitgesproken over de normen die eigenlijk aanleiding waren voor Westerse aanwezigheid in het land. In een land waar burgers worden opgejaagd en weerloos worden afgeslacht, is het gevaarlijk toeven. Het is kamperen in een oerwoud met tijgers. In zekere zin is geoogst dus wat gezaaid is. Als standrechtelijke executies niet goed zijn voor de één, zijn ze ook niet goed voor de ander. Daags terug zijn 4 Amerikaanse functionarissen omgekomen. De hoge ambtenaar Christopher Stevens, een ambassadeur, hoort daar ook bij.  De functionarissen zouden zijn omgekomen in een protest tegen een in de VS geproduceerde film, waarin profeet Mohamed zou zijn beledigd. Belediging is nu zeer objectief. Niet kijken naar een moskee als je langsgaat, met je rug naar een moskee staan, roken voor een moskee, niet bidden of vasten, het scheren van je baard en een modern kapsel hebben, kunnen theoretisch ook een belediging zijn van de profeet. De vraag is daarom in hoeverre belediging te voorkomen is. Ook in Egypte hebben demonstranten de Amerikaanse ambassade aangevallen om dezelfde reden. Het heeft dus te maken met de Islamitische religie, zoals het geïnterpreteerd wordt door de protestanten. Die interpretatie komt erop neer dat wanneer iemand ‘de profeet’ beschuldigt, het verantwoord of misschien geboden is om die persoon aan te vallen en zelfs te vermoorden. Als dat een correcte interpretatie is, dan is deze religie gevaarlijk wanneer er ook samenlevingen willen bestaan waar vrijheid van meningsuiting en expressie een hoog goed is. De ontwikkeling van het internationaal recht is niet zover en zal waarschijnlijk ook nooit zover komen dat men onder alle omstandigheden zich alleen lovend moet uitlaten over de profeet Mohamed. Vicepremier Mustafa Abu Shagur van Libië heeft het woord barbaars laten vallen, maar is niet geloofwaardig omdat de basis van zijn aanstelling ook rust op barbaarse daden. Wat duidelijk moet worden, is in hoeverre het aanvallen en vermoorden van beledigers van de profeet, tot een fundamentele plicht van de moslims behoort. Zou dat wel het geval zijn, dan zal in internationaal context uitgemaakt moeten worden hoe omgegaan moet worden met de discrepanties tussen het internationaal recht en een bepaalde religie, ongeacht welke.
Delen van bijna alle islamitische landen hebben lange tenen. Er is geen cultuur om discussies te voeren. Groepen die in naam van de religie geweld plegen, bestaan omdat er aan de basis van de samenleving die zich uitgeeft als islamitisch, ondersteuning wordt gevonden. Het is dus niet zo dat enkelingen het verpesten voor de rest. Islamitische samenlevingen hebben verziekte gemeenschappen. Deze religie is gefragmenteerd en er zijn geen overkoepelende organisaties of instituten die een tegengewicht bieden aan het barbaarse geweld. Kennelijk heeft het te maken met de cultuur die wij niet begrijpen, omdat wij in Suriname leven.
Het geweld dat in Libië is uitgebroken om een film is absurd en in geen enkel opzicht goed te keuren. Het meest belachelijk is dat men zich zo gemakkelijk en voorspelbaar kan laten uitlokken. Kennelijk wordt daarnaar gerefereerd als critici praten over achterlijkheid.
 

error: Kopiëren mag niet!